Dictee
- dictees [1835]
Groot
Dictee van Kampen 2020
De
tijd gaat snel, gebruikt hem wel.
[auteur: Harry Goedegebure
[Juiste
gebiedende wijs, ook mv.: gebruik.
Na titel geen punt.]
1.
In de melancholieke donkere tijdspanne [GB ook:
tijdsspanne] tussen kerst en oud en nieuw waarin
jaaroverzichten, verkiezingen van de beste van alles en nog wat en
hitlijsten als de Top 2000 [eigennaam,
internet] waarin de topdrienotering al jarenlang dezelfde is,
wordt door veel mensen gemijmerd over zich gemanifesteerd hebbende
gebeurtenissen, wat zomaar zou kunnen leiden tot een stressstoornis
over de memorabilia [gedenkwaardigheden]
van de ons ontvallen personen.
2.
Hoewel de tijd in het Nederlands vanouds vrouwelijk was zoals
‘indertijd’ weergeeft, heeft de tand des tijds het geslacht
getransformeerd in mannelijk evenals de lineair voortschrijdende
tijd, gepersonifieerd als een man met baard en zeis met de
genderspecifieke naam Vadertje Tijd, de weergave is van de Griekse
god Chronos.
3.
De tijd, waarvoor als suppositie [veronderstelling,
hypothese] geldt dat deze in het hele
heelal existeert, is meetbaar en wordt internationaal uitgedrukt met
de SI-eenheid seconde, de eenheid die ook in Nederland van toepassing
is zoals blijkt uit het Meeteenhedenbesluit 2006 [niet
in GB/VD, wel bij overheid.nl], een AMvB
[Algemene
Maatregel
van
Bestuur]
die haar grondslag heeft in de Metrologiewet [niet
in GB/VD, wel bij overheid.nl], en
gelijk is aan een x-aantal perioden van de straling die
correspondeert met de overgang tussen de twee hyperfijne
energieniveaus van de grondtoestand van de isotoop cesium 133 *
in rust bij nul graden
kelvin **.
*
Geen streepje, net als in VD bij
koolstof 14 en strontium 90 – bij lemma ‘atoommassa’ is het
streepje in koolstof-12 dus fout, ook moet ‘het
isotoop’ daar ‘de
isotoop zijn (GB, VD).
In samenstellingen koolstof 14-datering. De afkortingen zijn C14 en
C14-datering – Bij lemma ‘koolstof’ is het streepje bij C-14
dus echt fout. Voor isotopen wordt (VD)
ook wel gebruikt 14C,
en bijv. 2H
= D (deuterium).
**
De eenheid kelvin (symbool K)
is de absolute temperatuur (symbool T)
en is als thermodynamische temperatuur gedefinieerd: daar hoort niet
bij graden
kelvin – beslist fout – maar gewoon ‘kelvin’. In de tekst
hoort in ieder geval nul kelvin te
staan. Als de auteur daar ‘(in
principe ten onrechte) graden aan
toevoegt, wordt de verleiding groot om naast ‘graden Celsius’ ook
‘graden Kelvin’ te schrijven, maar het is echt 100 oC
– mag ook zonder spatie – of 100
graden Celsius of 100o
Celsius = 373 K (zonder o
dus!) of 373 kelvin = 212
oF
– met of zonder spatie. Maar nu de apotheose: GB geeft bij lemma
‘kelvin’ graden kelvin, echt fout – gemeld!, maar ja, de
dicteeregels zijn keihard: in GB staat nu eenmaal – fout of niet –
graden kelvin’ en zo moet je dat dus bij een dictee schrijven: met
kleine k.
4.
Hoewel meetbaar, wat te denken van de schrikkeljaren en -seconden?
Als gevolg van de getijdenwerking van de maan wordt de
rotatiesnelheid van de aarde steeds langzamer [beter:
kleiner] (ongeveer [cijfers!]
1,7 *
milliseconde per eeuw), waardoor de gemiddelde zonnedag, de tijdsduur
tussen twee culminaties ** van
de zon, steeds langer wordt.
*
Hier had voorgelezen moeten worden ‘één
komma zeven’. Er werd echter voorgelezen ‘één zeven tiende’
wat tot de schrijfwijze 1 7/10 leidt, maar ook een keer ‘één
zeventiende’
wat tot de schrijfwijze 1/17 leidt. Wel moet opgemerkt worden dat
1/17 als getal voor de eenheid milliseconde wel erg ongebruikelijk
is. NB De uitspraak van 3,14 is drie
komma veertien – net als nul komma nul
– en niet drie veertien honderdste
(dat is 3 14/100).
**
Culminatie = (astronomie) de grootste hoogte, doorgang van een
hemellichaam door de meridiaan van een plaats.
5. De
bekende Nobelprijswinnaar Albert Einstein is de grondlegger van twee
relativiteitstheorieën waardoor er voor de absolute tijd geen plaats
meer is en het in plaats daarvan helemaal niet zo zeker is dat wij op
hetzelfde tijdstip dezelfde gebeurtenis meemaken; ofwel het is
eigenlijk een miraculeuze coïncidentie dat wij hier min of meer
tezelfdertijd dit dictee schrijven.
6.
Omdat tijd de periode is tussen twee opeenvolgende gebeurtenissen (de
causaliteit) kunnen geologen door middel van chronostratigrafische
etages, oftewel gesteentelagen, met behulp van de lithostratigrafie
de ouderdom en de eigenschappen van de chronologisch gevormde
sedimentaire [de afzetting betreffend]
facies * bepalen.
*
Facies, mv. van facie, zijn gezichten. Hier had ‘faciës’ moeten
staan; VD: (geologie) geheel van eigenschappen die een afzetting bij
haar vorming heeft gekregen.
7.
Bij de tijdsperceptie zijn volgens neuropsychologisch onderzoek
meerdere structuren in de hersenen betrokken, zoals het cerebellum,
de thalamus en de basale kernen, maar ook hogere corticale structuren
zoals de frontale cortex, terwijl een dopamineantagonist zoals
cocaïne de productie van de neurotransmitter dopamine stimuleert,
waardoor het individuele perspectief van tijd wordt versneld [afko:]
d.w.z. slechts twintig minuten duurt de tijdservaring van één
*
uur.
*
Er werd ‘één’ gelezen, dus dan moet je dat schrijven; wordt er
‘uhn’ gelezen, dan moet je ‘een’ schrijven.
8.
Ten slotte [=
aan het eind]
wil ik eenieder van jullie nog een hart onder de riem steken: waar
beoefenaars van historische taalkunde met fingerspitzengefühl eerst
orthografische veranderingen door de tijd heen ontdekten, nemen deze
linguïsten thans een op syntactisch én *
morfologisch
niveau steeds sterkere tendens van overgang van synthetische naar
analytische taal waar, want het gaat tenslotte [=
per slot van rekening]
om de bedoeling van de tekst; kortom: weest
**
niet bevreesd om wat is geweest: de taalfout van nu is de taal van de
toekomst.
*
Best wel met enige nadruk voorgelezen, maar de discussie over wel of
niet een nadrukteken leidt in het algemeen tot oeverloze discussies
...
**
Zie ook de titel: dit is beslist geen archaïsche uitdrukking (gaat
zelfs over de toekomst), dus niet ‘weest’
maar
‘wees’. Tegen meerdere mensen zeg je in moderne taal ook: loop
naar de pomp en niet: loopt naar de pomp.