woensdag 12 juni 2019

1655 Dictee woensdag 12 juni 2019 (8) dictee Dictee Zo ... als ... (1) √

Dictee - dictees [1655]

Dictee Zo glad als een aal (1) (column) 

Zo glad als een aal: uitdrukkingen met zo … als een … (1)

1. Zo glad (gewestelijk ook: mager) als een aal. Zo zwaar als een aambeeld. Zweten als een aandrager (ook: aanspreker). Trots als een (ouwe) aap. Spreken als een a-b-boek (gewestelijk). Spreken (liegen) als een advocaat. Schrijven (rekenen) als een advocaat (gewestelijk). Liegen als een almanak. Lopen als een haas. Zo vet als een Spaans anker. Zo rond als een appel. Zien als een arend. Zo arm als een kerkmuis (als Job). Zo geschikt voor iets als een ezel tot het bespelen van een lier (asinus ad lyram). Een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (A woman without a man is like a fish without a bicycle). Het zo druk hebben als een klein baasje.

2. De babinskireflex doet iets met de tenen. Dat voelt aan als een warm bad. Een vuur als een baken. Een kop als een bakerton. Zakken als een baksteen. Een mond als een bakkersoven (bakoven, kalkoven). Wegen (zinken) als een baksteen. Iets of iemand laten vallen als een baksteen. Balen als een stekker (stier). Leeglopen als een ballon. Zo krom als een banaan. Zo bang als een wezel. Dampen (roken) als een baviaan. Zitten (roerloos) als een beeld. Zo koud (wit) als een beeld. Sterk als een beer. Zo vet als een beer (gewestelijk). Een bek (mond) als een hooischuur. Een kleur als een bellefleur. Praten als een beo. Beven als een riet (een juffershondje).

3. Tieren (schreeuwen, tekeergaan) als een bezetene. Bibberen (beven) als een juffershondje (van angst). Liegen als een bidprentje. Zo rood als een kroot. Zo glad (hard) als een bikkel. Zo kaal als een biljartbal. Zo groen als een biljartlaken. Blazen (sissen) als een slang. Veranderen (omkeren, omdraaien) als een blad aan de boom. Zo blauw als een Maleier [dronken]. Zo bleek (wit) als een doek. Zo blij als een kind (een engeltje, een hondje met zeven staarten). Bloeden als een rund, een kalf, een meelzak. Neervallen (slapen) als een blok. Blozen als een tomaat. Aflopen als een bobijn. Zich als een aal (slang) in allerlei bochten wringen. Zitten als een boeddha.

4. Een kleur (kop) als een boei. Spreken als een boek. Lachen als een boer die kiespijn heeft. Stinken als een bok. Zo stijf (geil) als een bok. Springen als een bok. Hij droogt uit als een Harderwijker bokking. Een weg als een bolbaan. Als een bom uit de lucht komen vallen (inslaan). Zo stijf als een bonenstaak (denk aan bulletje en bonenstaak, niet de stripserie – die: Bulletje en Bonestaak). Een waarheid als een koe. Een kerel (een vent) als een boom. Zo stijf als een boom (lopen). Stevig als een boom. Zo koud als een botje (hadden we het bij het botje-bij-botje). Zo helder (schoon) als een brand(je). Branden als olie (een lier). Zo mager als een brandhout. Gesloten (is hij) als een brandkast.

5. Zo dicht als een brief. Als een kat om de hete brij (heen) draaien. Zo brutaal als de beul (van Haarlem). Zo brutaal als een mus. Een buik als een burgemeester. Een kop als een bul. Stinken als een bunzing. Sluiten (kloppen) als een bus. Kloppen als een zwerende vinger. Dat ligt mij als een centenaarslast op de borst. Rond als een cirkel. Zo geel als een citroen. Wegwerpen als een uitgeknepen citroen. Zo zuur als een citroen. Vervliegen als een damp. Zo vet als een das, zweten (slapen) als een das. Een sfeer als een klamme (natte, verstikkende) deken. Sluiten als een deksel op de pot. Eten als een delver (dijker). Zo slank als een den. Zo dicht als een pot.

6. De dood komt als een dief in de nacht. 'm Knijpen als een ouwe dief. Dat staat als een dijk. Zo bleek als een dode. Een leven maken als een oordeel. Eten als een dokwerker. Zo dol als een stier. Wegrennen als een dolle. Zo dom als een ezel, als 't kalfke Mozes, als het achtereind van een koe (varken, etc.), als het paard van Christus (en dat was nog een ezel of ezelin). Domineren als een aal in de tobbe. Dat trof als een donderslag (bij heldere hemel). Overgaan als een dondervlaag. Een gezicht als een donderwolk. Zo dood als een pier. Zo bang als de dood. Zo koud (bleek) als een dode. Zo doof als een kwartel (een pot). Doorboren als een zeef. Dorst als een paard. Vloeken (zo dronken) als een dragonder. Draven als een paard. Drinken als een tempelier, een beest, een koe, een snoek, een spons, enz. Als een vis op het droge.

7. Als een vis in het water. Zo dronken als een tol, een katrol, een snip, duizend man etc. Zo duf als een konijn. Zo grijs (onnozel, zacht(aardig)) als een duif. Tekeergaan als een duivel in een wijwatervat (als een bezetene). Zo dun als een meiblaadje, een lovertje. Zwemmen als een eend. Als een eend naar (het) onweer kijken. Zo vol als een ei. Zo groot als een eiland. Een zoentje zonder baard is (als) een eitje zonder zout. Zo mager als een ellenstok. Zo scherp als een els. Spreken als een engel en doen als een bengel. Als een engel uit de hemel komen. Zo rein als een engel. Trillen als een espenblad (= beven als een riet). Eten als een wolf.

8. Branden als een fakkel. Zo nat als een feil [o.a. dweil]. Een figuur (als een deur) slaan. Uit zijn as herrijzen als een feniks. Floppen als een baksteen. Hij kent Frans als een koe Spaans. Zo mager als een fret. Hij is er gezien als een rotte appel bij een fruitvrouw. Tekeergaan als een furie. Trots als een pauw. Werken als een galeislaaf. Als een koe in een gangetje. Lopen als een (vette) gans. Gapen als een oester. Zo mager (stoned) als een garnaal. Hersens hebben als een garnaal. Hij is zo dicht als een gatenpetiel [vergiet]. Zo gebonden als een hond aan zijn hok. Zo gedwee als een lam. Zo geel als goud (saffraan). Hij is zo geheimzinnig als een commies van staat.

9. Een geheugen als een garnaal (olifant, ijzeren pot). Een geheugen als een kluis (brandkast). Lachen als een geit die uit de stad gaat. Zo gek als een (looien) deur. Zo blij als een gek. Het is zoveel waard als een gek ervoor geven wil. Gesloten als het graf. Hij is getuigd als een Portugees schip. Hij heeft een geweten zo groot als een hooischuur; door zijn geweten kan wel een koets met vier paarden rondrijden. Gezond als een vis. Een figuur slaan (afgaan) als een gieter. Dronken als een gieter. Gillen als een varken dat gekeeld wordt, als een speenvarken. Glimmen als een spiegel. Iemand als een halve god vereren.

10. Staan kijken als een uil voor een gootgat. Blinken als een goudhaantje. Zo gram als een leeuw. Zo zwart als een haal (als roet). Zo fijn als een haar. Zo bang als een haas. Hij is zo lomp als een halfhout. Hamastan is de benaming voor Palestina, beschouwd als een islamitische republiek. Zo hard als steen, ijzer, staal, een spijker, een kei, een diamant. Zo droog, zo mager als een haring. Als haringen in een ton zitten. Zo stijf als een hark. Dat sluit als een haspel in een zak. Leven als een heer. Zijn hart is zo klein als een hazelnoot. Heibeien als een viswijf. Leven als een heiduk. Zo kwaad als een hekken. De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens. Zo zuur als een hengst. Vereren als een held.

11. Hijgen als een postpaard. Zo vlug als een hinde. Zo fris als een hoentje. Hij lacht als een boer die een hoefijzer vindt. Kijken als een hoenderdief. Zo krom (recht) als een hoepel. Een hoer als een paard. Huilen als een hofhond. Hollandistan is Nederland voorgesteld als een islamitisch land. Zo dartel (moe, ziek) als een hond. Honger als een paard. Een hoofd als een boei, als een ijzeren pot. Stinken als een hout. Zo mager als een hout (lat). Hovaardig als een pauw. Huilen als een kind. Een huis als een kasteel (paleis). Dat staat vast als een huis. Zich gedragen als een goed huisvader. Inslaan als een bom. Instorten als een kaartenhuisje. Passen als een oude jas. Vloeken als een kaaiwerker.

12. Zo kaal als een luis (de neten, een kerkmuis, de mieren, de rot). Zo recht als een kaars. Springen als een kakkerlak. Zuipen als een kalenderbroeder. Dartel zijn, huppelen als een kalf. Zo dom, onnozel, als een kalf. Zo wit (bleek) als een kalken muur. Zo kalm als een zalm. Zo doof, vol, geladen, dronken als een kanon. Dronken, zuipen, vloeken als een kartouw [zwaar kanon]. Werken als een karrenpaard. Een neus als een kapstok. Zo vlug, lenig, vals, misselijk en nat als een kat.

 
 



1654 Dictee woensdag 12 juni 2019 (7) dictee Dictee Ups en downs √

Dictee - dictees [1654]

Dictee Ups en downs (column)

Ups en downs

1. Zo schrijf je dat in goed Nederlands; ups-and-downs mag echter ook (GB, VD). Maar waarom is het warming-up (voor de wedstrijd, mét koppelteken) en coolingdown (na de wedstrijd, zónder koppelteken)? Als het rechterdeel van zo'n Engels woord een voorzetsel is, komt er als regel een koppelteken: lay-out, plug-in, stand-by, back-up en all-in. Er zijn echter vele uitzonderingen: pullover, countdown, breakdown, feedback en playback. Om zekerheid te krijgen, moet je dit soort woorden dus echt opzoeken in de woordenboeken. In deze column beperk ik me – al lastig genoeg – tot 'up' en 'down'.

2. We zoeken op '*up'; ik geef van de 114 [2019: 131] treffers alleen datgene wat echt op 'up' eindigt (dus niet: après coup – achteraf, after all, ketchup, huppeldepup, kunstheup en weigeryup): 1) back-up (reservebestand), 2) blow-up (foto: vergroting), 3) bottom-up (van de basis naar de top), 4) check-up (medisch onderzoek), 5) chin-up (rekoefening), 6) close-up (filmopname vlakbij), 7) cover-up (operatie om iets geheim te houden), 8) follow-up (vervolg, opvolger), 9) hands up (! geef u gevangen, geef u over!), 10) hang-up (kwestie waar men negatief en emotioneel op reageert), 11) hold-up (roofoverval), 12) hurry-up (met grote haast), 13) jack-up (zeker booreiland), 14) lay-up (bij basketbal), 15) line-up (sport: opstelling, misdaad: kiezen uit een rijtje mensen), 16) lock-up (iets met een automatische versnellingsbak), 17) make-up (gezichtsopmaak), 18) mash-up (mix van muzieknummers), 19) mock-up (model op ware grootte), 20) pick-up (platenspeler, truck), 21) pin-up (foto voor in mannencabine of -kleedkamer), 22) pull-up (rekoefening), 23) push-up (gymnastiek: opdrukken, ook: beha, bh), 24) round-up (afronding), 25) runner-up (kandidaat-kampioen), 26) set-up (volleybal), 27) shake-up (radicale reorganisatie), 28) sit-up (buikspieroefening), 29) split-up (aandelensplitsing in kleinere eenheden), 30) start-up (van nieuw bedrijf), 31) tweet-up (via Twitter bijeengeroepen meeting), 32) warming-up (gereedmaken voor wedstrijd) en 33) wazzup (wat is er?, hoe is het?, Engels: what's up?). En vergeet vooral 'up' zelf niet (priklimonade)!

3. Dat is op een enkel geval na dus volgens de regels. Met '*down' heb ik minder hooggespannen verwachtingen [lemma's 2019 = 18, voorbeeldzinnen = 5, binnen artikelen = 25]: 1) breakdown (geestelijke inzinking), 2) buttondown (bnw., van een overhemdsboord), 3) coolingdown (na de wedstrijd), 4) dropdown (rolmenu op het
pc-scherm)
, 5) knockdown (bij boksen, wel: knock-out, ko!), 6) meltdown (totale ineenstorting, ook van kernreactor), 7) playdown (strijd tussen degradatiekandidaten, wel: play-off!), 8) shakedown (zwaar verhoor), 9) showdown (directe confrontatie), 10) top-down (tegengestelde van bottom-up) en 11) touchdown (bij American football en rugby). En laten we vooral 'down' sec niet vergeten: hij is down (neerslachtig), ik ging drie down (bij bridge), de pc zou spoedig down gaan [tijdelijk buiten werking zijn] en zij leed aan down, het downsyndroom, het syndroom van Down.


4. Doe mij dus maar ups, liever dan downs …
 

1653 Dictee woensdag 12 juni 2019 (6) dictee Dictee 'niet zo bie' √

Dictee - dictees [1653]

Dictee Het is niet zo bie vandaag

1. In deze betekenis is bie [bijwoord] in de spreektaal de afkorting van ‘bijzonder’, te weten als waardering. Let op: 'bijzonder' spreek je uit met 'ie' en niet met 'ei'. En 'bie' komt ook nog als znw. voor in de uitdrukking 'de bie steken' [afkomstig van 'bij'] = ervandoor, ertussenuit gaan.

2. Zo filosoferend kwam ik van 'bie' op 'mie' (homoman, met name verwijfde homoman; ook: Mies = meisjesnaam, verkleinvorm van Mie (vroeger dikwijls als roepnaam voor een poes); ook: Goeie Mie, de toenmalig bekende Leidse gifmengster). Denk ook aan: aap, noot, mies (VD, de eerste drie woorden van een leesplankje waarvan het derde plaatje een cyperse poes voorstelt ('uitdrukking' dus). GB: het
aap-noot-mies (znw. dus). Ook 'mietje' (znw.) treffen we aan: 1) homoman, m.n. verwijfde homoman, 2) overdreven precies, kleinzielig persoon, 3) watje = lullig kereltje, doetje, koekje, schuimpje, slappeling, 4) uitdrukking: laten we elkaar geen mietje noemen = laten we de dingen zeggen zoals ze zijn. En zo kwam ik ook nog op 'mi' = 1) derde toon van de toonladder als relatieve notennaam (de 'e') en 2) [stofnaam] soort van vermicelli = glasnoedels, vergelijk bami.


3. Als je zo aan het heen en weer rommelen bent in VD, GB, en op internet, weet je vaak niet meer waar je gebleven was. Daar zijn twee mooie ww. voor: wilfen = surfen op het internet waarbij men niet meer weet naar welke informatie men oorspronkelijk op zoek was (vervoeging: ik wilf, jij wilfte, wij hebben gewilft; het woord 'Wilf' komt van What was I looking for?) en in goed Nederlands: winozzen (vervoeging: ik winoz, jij winozde, wij hebben gewinozd; het woord 'Winoz' komt van Waar was ik naar op zoek?).

4. O ja, nu weet ik het weer: uiteindelijk wilde ik in deze column op zoek gaan naar alle woorden die eindigen op 'bi', in VD te vinden met zoeken naar '*bi'. Nou, daar gaat ie dan (50 trefwoorden – 2019: 89, alleen de interessante en daar houd ik het bij, 5 (2019: 5) voorbeeldzinnen – geven niks extra's en 146 [2019: 127] voorkomens binnen artikelen – die sla ik over): 1) alibi, 2) anbi = algemeen nut beogende instelling, 3) babi (o.a. zwijn, mestvarken), 4) bambi: (liefkozend: jong hertje), 5) bi (biseksueel, znw. en bnw.), 6) bibi (spreektaal, schertsend: ik – bibi mag het weer oplossen), 7) birambi (SR = Sur. blimbing = zoete tot lichtzure vrucht = zoete blimbing, carambola, starfruit, stervrucht), 8) biribi = kansspel met 64 balletjes, die men uit een zak haalt, 9) chuchubi = op de Antillen tropische spotlijster, 10) combi, 11) dyumbi (SR: dwaalgeest), 12) ebi = extra beveiligde inrichting (gevangenis), 13) ecocombi = roadtrain, supertruck, XXL-truck, 14) fayalobi (sierheester), 15) fransmanbirambi (SR kleine boom, waaraan de carambola, stervrucht groeit), 16) Galibi (indianentaal Zuid-Amerika), 17) habibi (straattaal: schatje), 18) historia morbi = ziektegeschiedenis, 19) hodie mihi, cras tibi = heden ik, morgen gij, 20) holebi (znw. en bnw.: verkorting van homo, lesbisch of biseksueel), 21) koolrabi, 22) kubi (SR: zekere ombervis), 23) lesbi (znw. lesbienne, bnw. lesbisch), 24) marabi = Afrikaanse muziekstijl, 25) mobi = mobiele telefoon, 26) nabi = profeet van Allah, 27) nil (ook: nihil) conscire sibi = zich van geen kwaad bewust zijn, 28) obi (Japanse gordel of sluitband judopak), 29) rabbi = rabbijn, 30) renminbi = yuan = Chinese munt, 31) sbbi = sociaal belang behartigende instelling, 32) urbi et orbi = zegen van de paus  = aan de stad (Rome) en aan de (gehele) wereld, 33) vbi = vrijgestelde beleggingsinstelling (belasting), 34) wabi = op de Antillen peuldragende boom uit de mimosafamilie, 35) wabi-sabi = op het zenboeddhisme berustende kunstopvatting die uitgaat van de schoonheid van vluchtigheid en imperfectie en die zich veelal manifesteert in sobere vormen, 36) wahabi = wahabiet = aanhanger van het wahabisme = streng orthodoxe stroming binnen de soennitische islam, gebaseerd op de ideeën van Abd al Wahhab, met veel aanhangers in Saudi-Arabië en 37) wasabi = Japanse hete groene mierikswortelpasta.

5. Nou hoop ik maar dat u zegt: deze column was toch best wel bie …

 
 

1652 Dictee woensdag 12 juni 2019 (5) dictee Dictee Ska √

Dictee - dictees [1652]

Dictee Ska

De ska is uptempo [= in rap tempo gespeelde] muziek, ontstaan uit een vermenging van traditionele Jamaicaanse muziek met jazz en
rhythm-and-blues, met een sterke afterbeat [= (het spelen van) het accent op de tweede en vierde tel, m.n. door begeleidende instrumenten; synoniem: backbeat]. Ook 'ska-achtig' staat in VD.


Zijn er veel woorden die met 'ska' beginnen?
Antwoord: nee. We zoeken op 'ska*'.

1) skaat = een zeker Duits kaartspel, tussen drie personen gespeeld met 32 kaarten.

2) skai (znw.) = een soort kunstleer en skai (bnw.) = kunstleren: skai bekleding, een skai bank. Let op bij skai bekleding (klemtoon op bekleding) is skai een bnw. en bij skaibekleding (klemtoon op skai) is skai een znw.

3) Skal = in NL Stichting Keurmerk Alternatieve Landbouw (organisatie die gemachtigd is het EKO-keurmerk (!) toe te kennen).

4) skald = oud-Noorse hofdichter, die gewoonlijk de lof van een bevriende vorst bezong of dichtte over de daden van de helden van vorige geslachten.

5) skate = verkorting van rollerskate [rolschaats] of inlineskate [rolschaats met een aantal (meestal vier) achter elkaar geplaatste wieltjes, synoniem skeeler].

6) skateboard = plank op twee achter elkaar staande paren wieltjes, synoniem: = plankschaats, rolschaatsplank, schaatsplank.

7) skateboarden = op een skateboard rijden.

8) skaten = skateboarden, rolschaatsen of inlineskaten. Het ww. wordt nog als Engels aangevoeld en dus als volgt vervoegd: ik skate, jij skatet, wij skaten, jij skatete, wij skateten en jullie hebben geskatet [guh-skeet!]. Een persoon is een skater en de bezigheid is het skating.

9) Verder noteerde ik nog: skatebroek, skate-off [extra, beslissende selectiewedstrijd bij het schaatsen], skatepark, skatingrink [baan voor het rijden op rolschaatsen], skateboardachtig en skateboardrage, skatecontest (battle, wedstrijd), skatedemonstratie, skatekamp, skatemagazine, skatemarathon, skatemode, skateparadijs, skateruimte, skateschool, skateshow, skatetijdschrift, skatewereld en skatezone.

10) Uit de voorbeeldzinnen van VD meld ik nog: downhill skaten en de slag in het Skagerrak (ska … !).

11) Binnen artikelen komt 'ska*' 60 keer voor. Interessante treffers: a) asfaltschaatser, b) backflippen, c) bussurfen, d) downhillen en uphillen, e) flyboarden (achter een vlieger), f) halfpipe, g) kickflip, h) kiteskaten (bijv. met luchtbanden over het strand achter een kite = een grote met twee lijnen bestuurde matrasvormige vlieger, waaraan men zich staande op een board of skates of zittend op een buggy laat voorttrekken) en i) een ollie = sprongetje in de lucht met het skateboard.

En hoe zit het met 'sca'?

We zoeken op 'sca*'. Daar geeft VD 76 trefwoorden [2019: 78], 14 voorbeeldzinnen [2019: 14] en het komt 214 [2019: 221] keer voor binnen artikelen. Ik noem alleen een paar interessante trefwoorden: a) scabiës = schurft en scabieuse = schurftkruid, b) scag = Surinaamse heroïne, c) scala caeli = jakobsladder, d) scanning tunneling microscopy = microscopie op moleculaire schaal, e) scapham scapham dicere [k] = het kind bij de naam noemen, f) scarabee = soort van (vroeger in Egypte: heilige) mestkever, g) scaramouche = hansworst, grappenmaker, g) scarlatina = roodvonk en i) scatten [èh] = in de (bebop)jazz improviserend betekenisloze lettergrepen zingen [voorbeeld van zo'n scat: heybaberiebah].
 
 


1651 Dictee woensdag 12 juni 2019 (4) dictee Oefendictee (restanten) √

Dictee - dictees [1651]

Dictee 046 Oefendictee (restanten)

1. Ik vermeide me in gedachtekronkels: de bouquiniste [ook m.!] ontwaardde mijn cadeaucheque en er trok een queueënde
unus-multorumcrowd [unus multorum = massamens] voorbij van Transjordaniërs, Verweggistaners en vroegere Han-Chinezen, voortgedreven door een toestormende cycloon-tyfoon.


2. Onderwijl had ik onder de hand [hier niet: onderdehand!] nog een verrassing voorhanden met het ophanden zijnde bezoek aan de Storting [parlement Noorwegen] aanstaande dinsdag: die
Staten-Generaal [lijkt niet juist – is specifiek Nederlands begrip] zou de kers-op-de-taartbelevenis worden voor Jaan, Peer en Pauw, zo'n typische Jan-en-allemanuitdrukking, die aanduidt dat eenieder in de picture komt, al dan niet pide [luchtige Turkse broodsoort] of coprofage [voedt zich met uitwerpselen] insecten etend.


3. Midden in de brief met aanhef 'Weledelgeboren heer' schreef de Brunssumer mij dat de meeting V.D. (volente Deo) vrijdag 28 oktober om 7 uur stipt (geen academisch kwartiertje dus!) zou worden gehouden. Jammer genoeg begon de brief niet met L.S. (lectori salutem, de(n) lezer heil!). In het epistel stond, dat een kopie was bijgevoegd van het resumé met de tot nu toe behaalde resultaten. Onderaan de brief stond een PS [postscriptum] en helemaal onderaan ook nog een PPS [postpostscriptum]. Het NB [nota bene] erna maakte de brief nog onontwarbaarder. De gebruikelijke ondertekening met 'geheel de jouwe' (t.à.t., tout à toi) kwam wel sympathiek over.

4. De ijzerhard is het ijzerkruid [een plant op de grond], bij ijzerhart [boom in de lucht] moet je aan kernhout van een boom denken. Die bodemlaag is van na de kleine ijstijd. Een ijzing beving hem. De lamp is uitgegaan. In de ik-roman kwam een ikstern voor. Ik moest tegen de storm opboksen, tegen de wind optornen, er dwars tegen ingaan [GB]. De ikz is de integrale kwaliteitszorg (Nederlandse benaming voor TQM = total quality management, managementfilosofie die kwaliteit en klantvriendelijkheid centraal stelt). Heerlijk, zo'n île flottante [dessert met drijven eiwit]. Mosterd na de maaltijd is als een Ilias post Homerum (nee, niet na een homerun!). Het i.m. [in memoriam] werd direct via IM [instant messaging: directe communicatie als de computer aanstaat] verspreid. In een bijkerij wordt soms veel gestoken (!). Ik blijf u immermeer getrouw, ik zal u nimmermeer verlaten, zo beloof ik.

5. De immortels zijn lid van de Académie française, en soms drager van een immortellenboeket [plant]. Dat zij geheel ingepakt werd, heeft hem behoorlijk geïmpact [ww. impacten]! Deze nv wordt geleid door een impat [buitenlandse werknemer met topfunctie, antoniem: expat]. Imperiaal papier is hetzelfde als imperiaalpapier [55 cm x 74 cm]. Inplanten is onder andere implanteren. 'Impliciet' heeft dezelfde betekenis als 'implicite' [èhm-plie-siet]. Zulke misdaden zijn imprescriptibel [onverjaarbaar]. Im Binnenhof nichts neues! We eten bij 'In de Vergulde Kip'. 'In aere aedificare' is luchtkastelen bouwen. Klinkt raar: ingebetonneerde leidingen. Jullie moeten meer de toekomst inblikken. Napoleon Bonaparte handelde in bonam [gunstige] (of was het malam – ongunstige) partem [zin]. Incontinentie treedt vaak in continenti [onmiddellijk] op. Incroyabel (ongelooflijk, ongelofelijk), dat roerende verhaal van die incroyables (de opzichtig geklede reactionairen na de val van Robespierre)!

6. Hoe krijg ik dat indebitum [betaling uit vergissing of zonder verplichting] terug? In dat land kun je indicta causa [zonder verhoor en verweer, zonder vorm van proces] veroordeeld worden. Hoeveel eilanden omvat de Indische archipel? Wat bedoel je met 'Indischgast' [ook: Indischman: lang in Nederlands-Indië geweest]? Ja, vertel mij wat over dat indoctum vulgus [het ongeleerde volk, de onbeschaafde menigte]. Het overleg was improductief.

 
 



1650 Dictee woensdag 12 juni 2019 (3) dictee Toelichting op dictee Sjolem! √

Dictee - dictees [1650]

Dictee Sjolem!

Dit is een toelichting op het dictee in blogpost [1649]!

Het dictee van vorige week was beestachtig moeilijk. Zelfs een beetje specialist zou er wellicht tientallen fouten in gemaakt hebben … Dat komt ook door de onbekendheid met de materie. Daarom hierbij de uitleg bij alle moeilijke of onbekende woorden. Of had u er wellicht toch echt nul fouten in?

01-10 Het dictee was geheel doordesemd [doortrokken] van moeilijke woorden …

1) sjolem = tussenwerpsel: gewone begroetingsformule: goedendag, hallo, dag, 2) wohltemperiert = goedgeluimd, 3) filosemieten = vrienden van de Joden, 4) Joodse = het volk betreffend (ze deed nergens meer aan, dus het volk, niet de godsdienst = joodse), 5) fiancee = verloofde (man: fiancé), 6) vader-Jood = kind van een Joodse vader en een
niet-Joodse moeder, 7) (dubieus) ex-Aramese, oud-Aramese, voormalig Aramese, 8) doordesemd = geheel doortrokken; desem = zuurdeeg, 9) pan-Arabisch = strevend naar vereniging van alle gebieden waar Arabieren wonen of gewoond hebben in één groot rijk (panarabisme), 10) mansoir = mannelijke erfgenaam.


11-20 Die kent u toch wel: de orthodoxe joden met hun peies (haarlokken)?

11) manoir = groot Frans landhuis met bijgebouwen en grond, 12) klokvrij = gezegd van Joden die niets meer doen aan hun religie, 13) radicaalsjwarts; sjwarts = (van joden) orthodox, 14) peies = haarlokken, slaaplokken, 15) talliet katan = (bij joden) klein gebedskleed, 16) Sefardim [VD, GB: Sefardiem] = Sefarden = de Spaanse en Portugese Joden, 17) sjidoech = het arrangeren van een huwelijk, 18) ketoeba = huwelijkscontract, 19) sjadchen = huwelijksmakelaar, 20) kalle = bruid.

21-30 Als u het moeilijk vond: ik ben geen klaagmuur … [Ik wil je geklaag niet eindeloos aanhoren ...]

21) bomma = grootmoeder, 22) -pa (samengetrokken van bompa!) = grootvader, 23) commilitiones (enkelvoud: commilito) = wapenbroeders, 24) der jüdische [Duits!] Selbsthass = de haat van de Joden jegens zichzelf, 25) ik ben geen klaagmuur = ik ben niet bereid je klagen eindeloos aan te horen, 26 de Kristallnacht = nacht van 9 november 1938 waarin de SS in Duitsland een grootscheepse pogrom hield tegen de Joden, 27) het Neurenberger (= Neurenbergse) proces = proces(sen) die na WO II in Neurenberg tegen oorlogsmisdadigers van het Derde Rijk werden gevoerd, 28) de Endlösung = algehele uitroeiing van de Joden, besproken op de Wannsee-Konferenz van 20 januari 1942, 29) Holocaust = Shoah = de massale moord op de Joden in WO II (uitroeiing in het algemeen 2x met kleine letter!), 30) david(s)ster = zespuntige ster gevormd door twee gelijkzijdige driehoeken die elkaar kruisen, als symbool van het Joodse volk (in de oorlog ook: Jodenster).

31-40 Wat een sjokkel (sukkel; ook: schatje) is zij toch …

31) antisemitisme = racisme gericht tegen de Joden = Jodenhaat, 32) gesjmad: sjmadden = dopen, tot het christendom bekeren, 33)
niet-Messiasbelijdend: een Messiasbelijdende jood = een jood die aan de joodse wetten en gebruiken vasthoudt, maar tegelijkertijd Christus als de Messias erkent, 34) sjabbat = sabbat, sjabbes = 'de joodse zondag', 35) sjikse = christenmeisje als dienstmeisje, 36) sjabbesgoj = bij Nederlandse joden: niet-Jood die op de sabbat vuur en licht in joodse huizen verzorgt, 37) dude (niet in wdb.! – wel: 2016) = kerel, vent, 38) bar mitswa = feestelijk gevierde, godsdienstige meerderjarigheid van de joodse jongen aan het eind van zijn 13e levensjaar; hij heeft van dan af de plicht de positieve geboden na te komen en het recht in de synagoge de Thora voor te lezen, 39) moheel = mool = besnijder (verwijderen voorhuid) bij de joden, 40) sjokkel = schatje.


41-50 Kende u het joodse feest Poerim [Hamansfeest *, Lotenfeest] al?

* naar de Bijbelse Haman, eerste dienaar van koning Ahasveros, die volgens het boek Esther alle achtergebleven Joden wilde laten doden maar zelf opgehangen werd. Sub lemma 2 x Ahasveros, maar het lemma zelf is Ahasverus (de Wandelende Jood).

41) chickie = meisje, 42) clitoridectomie = verwijdering van de clitoris, m.n. als (bij ons: verboden) besnijdenisritueel, vergelijk circumcisie, VGV = vrouwelijke genitale verminking, 43) bat mitswa = bar mitswa voor een meisje, 44) Pascha = Pesach = herdenking van de exodus (uittocht) uit Egypte, 45) seideravond (ook seder) = elk van de eerste twee avonden van het israëlitisch paasfeest (bij liberale joden en in Israël alleen de eerste avond van het paasfeest), wanneer de huisvader te midden van zijn gezin de betekenis der plechtigheden van die avond verklaart of voorleest tijdens de rituele maaltijd, 46) blintses = kleine pannenkoeken, 47) fleisjige = bereid met vlees en daarom apart te houden van melkgerechten, 48) milchig = met melk bereid, 48) sjuchten = ritueel slachten, 49) hechsjeirem (hechsjers, enkelvoud: hechsjer) = koosjerverklaring (koosjer = volgens de orthodox-joodse godsdienstige voorschriften geschikt en bereid; rein, antoniem = treife), 50) Poerim = Hamansfeest = Lotenfeest = joods feest op 14 en 15 adar (Hebreeuwse maand, bij ons in februari of maart; in hun jaartelling is het nu al 5776), ter herinnering aan de redding van de Joden door Esther, die Hamans opzet alle Joden in Perzië te vermoorden verijdelde (Esther 6 – 9).

51-60 Heel wat afgeprakkeseerd bij dit dictee? Was u de schlemiel [sukkel, pechvogel]?

51) gremselisj = bepaald pesachgebak, 52) kiesjeliesj = hamansoren = gefrituurd dun deeg in ruitvorm dat bij Poerim wordt gegeten, 53) Chanoeka = Gannek = Hanukka = Inwijdingsfeest = Lichtfeest = herdenking inwijding van de tempel, 54) Loofhuttenfeest = Soekot = zevendaags joods feest, gevierd in oktober, ter herdenking van de tocht door de woestijn na de uittocht uit Egypte, toen het volk in hutten leefde, 55) afgedavvend: davvenen = bidden, 56) -geprakkeseerd ('af' is weggelaten; ook 'prakkeseren' bestaat, mag dus ook zonder streepje): prakke/iseren = piekeren, 57) mazzeltof = tussenwerpsel: gelukgewenst, geen znw.; kan eigenlijk niet zo!, 58) bemazzeld = mazzel, geluk hebbend, 59) begeind = in een vrolijke bui verkerend, 60) schlemiel = pechvogel.

61-70 Zou u de joodse schriftgeleerden (met een kleine letter s) goed schrijven?

61) cheider = school voor orthodoxe joden, 62) Talmoedhogeschool = jesjiva = jesjieve – Talmoed = interpretatie van en aanvulling op de Misjna; tussen 200 en 500 na Christus ontstaan verzamelwerk, waarin al die aanvullingen op het O.T. (Oude Testament) te vinden zijn, die het maatschappelijke, burgerlijke en godsdienstige leven van de israëlieten regelen, 63) schriftgeleerden: niet m.b.t. de Bijbel, dus kleine letter, 64) neofiet = persoon die pas in een monnikenorde is opgenomen = novice!, 65) jehoedem (of jehoedes, enkelvoud: jehoede) = Jood, 66) maäriev (meervoud: maäravim - VD) = avondgebed, 67) sjachariet (meervoud: sjachariets) = ochtendgebed, 68) mezoeza = fragment uit het Oude Testament, op een rolletje perkament geschreven en in een busje aan de deurpost bevestigd, bij vrome joden, 69) minchot (mincha's, enkelvoud mincha) = namiddaggebed, 70) moutse(s) = stukje brood of zegenspreuk daarbij.

71-79 Splendida vitia (mooi schijnende zonden): lieg maar dat u nul fouten had …

71) matse(s) = ongezuurd brood, 72) reb (meervoud raboisai) = meneer, 73) sjivve zitten = de rouwperiode van zeven dagen – na de begrafenis van een familielid – in acht nemen, waarbij thuis op lage krukjes of op de grond wordt gezeten, 74) misjpooche = familie, en vandaar bij elkaar horende groep personen, 75) sjelosjiem = rouwperiode van dertig dagen, 76) sjnoderen = een gift toezeggen voor een goed doel, 77) de Rode Davidster = de Joodse (!) pendant van het Rode Kruis, 78) gojim (ook: gojims, enkelvoud: goj) = niet-Jood [GB: goj(i)em] en 79) splendida vitia = mooi schijnende zonden.
 


1649 Dictee woensdag 12 juni 2019 (2) dictee Sjolem! √

Dictee - dictees [1649]

Dictee 043 Sjolem! (Column PZC)

Als je weinig van het jodendom [godsdienst] en het Jodendom [volk] weet, kun je dan aan de hand van VD een passend dictee maken? Oordeel zelf!

Een uitgebreide toelichting op dit dictee staat in blogpost [1650]! 

1. Sjolem! Wees welkom, wohltemperierte filosemieten! Mijn Joodse fiancee – haar vader was vader-Jood en haar moeder ex-Aramese, doordesemd van het pan-Arabische gedachtegoed; zij had vrouwenoren en hij ook nog ander mansoir (en hij woonde ooit in een manoir) – praktiseert het joodse geloof niet meer en is dus klokvrij. Ze vertelde: ik ben wel joods opgevoed, mijn opa was radicaalsjwarts (mét peies en talliet katan!) en mijn oma van moederszijde – ze behoorde tot de Portugese Sefardim – werd aan hem gekoppeld – duidelijk geval van sjidoech met ketoeba – via een sjadchen; daardoor werd ze kalle.

2. Die bomma en -pa waren uitgesproken commilitiones in der jüdische Selbsthass. Ze hebben WO II (herdacht op Jom Hasjoa) nog meegemaakt (maar ze waren geen klaagmuur) en weten alles van vernietigingscommando's, de Kristallnacht, het Neurenberger proces, de Endlösung, de Holocaust (typisch geval van een shoah), david(s)ster en het antisemitisme. Maar ze zijn erdoorheen gekomen en haar ouders hebben een goede jeugd gehad. Ze waren zeker niet gesjmad en niet-Messiasbelijdend; op sjabbat hadden ze een sjikse en een sjabbesgoj, die het licht aandeden. Toen haar broer, typische dude, veertien werd, was het bar mitswa. Besneden? Ja: door de moheel of mool! Gelukkig hoefde haar zus – een sjokkel, een echt kippetje van een chickie – nooit een clitoridectomie te ondergaan, wel vierde zij, toen ze dertien werd, bat mitswa.

3. Rituele feesten waren er te over: Pascha of Pesach: herdenking van de exodus uit Egypte, dat paasfeest werd begonnen met seideravond (lekker die blintses; fleisjige en milchige producten werden goed uiteengehouden – denk ook aan sjuchten, de hechsjeirem waren belangrijk!), Poerim of Hamansfeest, ook wel Lotenfeest genoemd, met gremselisj of pesachgebak en kiesjeliesj of hamansoren en Chanoeka (Gannek, Hanukka, Inwijdingsfeest, Lichtfeest of chanoekafeest), waarbij de inwijding van de tempel herdacht werd (het Loofhuttenfeest, Soekot, blijft verder onbesproken). Er werd wat afgedavvend en -geprakkeseerd tijdens die feesten! Ik heb een onbezorgd bestaan geleid met veel mazzeltof. Ik was bemazzeld en voelde me begeind en was mijns inziens nooit de schlemiel.

4. Als kind bezocht ik de cheider, later zat ik op de Talmoedhogeschool (jesjiva, jesjieve) met veel schriftgeleerden, maar daar ben ik afgehaakt, want zo'n monnikenbestaan als neofiet en novice was tenslotte niets voor mij. Zij is daarna in de Jodenbuurt terechtgekomen en via de omgang met veel jehoedem, waaronder een albertibas, heeft ze mij toen leren kennen. Voor maäriev of sjachariet en mezoeza moet u dus niet bij ons zijn, noch voor de minchot. Wij eten nog wel moutses en matses en men zegt nog wel reb tegen mij; we zitten zo nodig sjivve en steunen misjpooche met sjelosjiem, wij sjnoderen de Rode Davidster, maar ten diepste zijn we nu echt gojim met splendida vitia.