Dictee - dictees [1458]
Dit is 669 (oud), geheel gerenoveerd.
Dictee
669 (DCLXIX) Dictee Specialisten (07-10-2013)
1.
Kassian Marietje, die arme Marietje toch! Tussen vier (of
zes) planken ben je kassie-zes. Het Anjerfonds is een afdeling van het
Prins Bernhardfonds. Trouw had vanmorgen een enorme ankeiler [leader]. Ankhs
zijn hengsel- of sleutelkruisen [kruis met open lus
erboven]. Hij erfde de boerderij [afko]
c.a. (cum annexis). Kun je dat anno nu nog
beweren? Anno regni Caroli I decimo is in het tiende regeringsjaar van Karel I.
De Annunciatie (Maria-Boodschap) is gelinkt
aan de aartsengel Gabriël. Je weet dat toch al sinds anno dazumal? Anofelessen
zijn malariamuskieten. Met AA worden de Anonieme Alcoholisten aangeduid (en zekere kentekens: van het Koninklijk Huis).
Ella heeft een (on)gezonde (an)orexie. Anorthiet
behoort tot de plagioklaasveldspaten. Anouk was
voorheen de Algemene Nederlandse Organisatie van Uitvoerende Kunstenaars.
2.
De ANRO was vroeger de Algemeene Nederlandsche
Radio-omroep. Het ANSI is het American National Standards Institute (Amerikaans normalisatie-instituut). De antarctis [zuidpoolgebied, land en zee] omvat meer dan
Antarctica. Loopt de antarctische cirkel door de Antarctische landmassa? Ja, maar extreem minimaal. De antepenultima is de
voorvoorlaatste lettergreep. De Anthologie [grote verzameling Griekse epigrammen] is door
Salmasius ontdekt in de Palatijnse bibliotheek in Heidelberg. Een anthologist is een bloemlezer (geen
handlezer!). Het ABS is een antilock braking system,
antiblokkeerremsysteem. Anthems [èhn-tuhm] zijn clubliederen [Geen woorden, maar daden ...]. Antiboises [schijven tomaat,
etc.] schijnen lekker te zijn. Heeft Satan de antichrist [bestrijder christelijke kerk] gezonden? Zij is
een echte antifa [antifascist(e)]. Antifouling [au] is
een zekere verf of coating. De munteenheid van Antigua en Barbuda (ook Redonda hoort erbij!) is de Oost-Caraïbische
dollar [XCD]. Het antihypo [na fixeren het overtollige fixeerzout neutraliseren]
vind je in de fotografie.
3.
Met antikorps duiden medici antistof aan. In een antilabe (hemistichomythie) zeggen twee sprekers om beurten
telkens een half vers (hemistiche).
Cervantiet is antimoonoker. Een antimycoticum is een antischimmelmiddel, een
antipyreticum een koortsmiddel. Wie wil niet een antiqua homo virtute ac fide (man van ouderwetse deugd en trouw) zijn? Abraham
Kuyper was de grote propagandist van het antirevolutionaire gedachtegoed (de ARP was de Antirevolutionaire Partij). Dit
kastje is duidelijk geantiquiseerd [heeft antiek
uiterlijk gekregen]. Een antiverouderingsgen is een clothogen (niet in wdb.).
In de Antoniusorde zitten antoniusbroeders. Een cicisbeo [begeleider aanzienlijke vrouw, niet: minnaar!] hield
zich verre van de coïtus. Beschrijf coniine [ook:
cicutine, giftig, uit dollekervel]. Wie was de Cid? Een Spaanse
krijgsheer (streed tegen de Moren)! Met
cie's worden centraal integratieve eindtoetsen aangeduid. Een cier is een citerpen.
Ciliën zijn trilharen.
4.
Het cijnskiesrecht [alleen wie belasting betaalde
...] ligt ver(re) achter ons. De
antropoïden zijn de mensapen. De A.O.C. is de appellation d'origine contrôlée. De AOW-belasting is de bosbelasting [Wouter Bos]. Een apc'tje wordt bereid met
acetosal, fenacetine (!)
en cafeïne. A.P.C.N. is anno post Christum natum. De APEC is de Asia-Pacific
Economic Cooperation. De uitdrukking 'Apelles post tabulam' (Apelles achter het schilderij) heeft een grappige
betekenis [zoiets als achter je eigen schilderij
naar het commentaar luisteren]. Hij is zich het apelazarus en een apenhoedje
geschrokken. Een aperçu is een resumé [samenvatting].
Een apex is een advanced purchase excursion ticket: goedkoop ticket, wanneer
ruim voor de reis geboekt wordt. De apgarscore drukt de gezondheidstoestand van
pasgeborenen uit: appearance, pulse, grimace, activity en respiration (kleur van de huid, hartslag, reactie op prikkels,
spierspanning en ademhaling).
5.
Een APM is een anti-personnel mine (antipersoneelsmijn).
We gaan morgen apies [aapjes – filmsterren, etc.]
kijken. Vrijduiken is freediving. Wat wordt met de kleine Apocalyps [de hoofdstukken Matth. 24, Marc. 13 en Luc. 21 waarin
door Jezus over het naderend wereldeinde wordt gesproken] bedoeld? Een apo
is een arbeidsplaatsenovereenkomst. Zo'n apollo is een bijna goddelijke [bijna-goddelijke] verschijning. Dat is
voor hem net à portée [binnen bereik]. Wat
a-posteriorisch is, vindt a posteriori [achteraf]
plaats. Het Apostolaat des gebeds is een geestelijk genootschap. De
Apostolische Stoel [paus, pauselijke hof] staat
niet in de Apostolische Kamer [beheert rechten en
goeden H. Stoel] en de apostolische vaders [7, nog direct
contact met apostelen] zitten er niet op. Hij sprak een apotropaeïsche [bezwerend]
formule uit. In een torenuurwerk kan een appeelken [voorslag,
van: appel] zitten. Enteritis regionalis is de ziekte van Crohn (kortweg: crohn – chronische darmziekte). Dat is
een prealabele – voorrang verdienende – kwestie. We eten appies [aardappelen] vandaag.
6.
Het appeltje der liefde is het oranjeappelboompje. Hoe liep de Via Appia (Appia Via)? Van Rome
naar Capua, later verlengd tot Brindisi. Appiekim, in orde! Een applement vult een
hoek aan tot 360 graden (vergelijk: complement (90), supplement (180)). Appoggiatura is het
slepen van tonen. Je zult aan het verkeerde adres zijn: apud novercam queri.
Een appreteuse versiert damesmodeartikelen. Hij is verbannen: aqua et igne
interdictus. Applique, appliqué, applicatiewerk [oplegwerk,
plakkage]: één pot nat. Aquam a pumice postulare: iets onmogelijks
willen en aquam infundere in cinerem: de put dempen als het kalf verdronken is.
In de dierenriem is Aquarius de Waterman. Aquarobics zijn aerobics in het water. (Tiré)
à quatre épingles: in de puntjes verzorgd (om door
een ringetje te halen). Aqua fortis: sterkwater [aaneen!].
Met aps'en worden algemeen pedagogische studiecentra aangeduid. Een aprilgek
doet aprilboodschappen en wordt geaprild.
7.
Een aquilae senectas is een krachtige ouderdom.
A quoi bon, cui bono, waar is dat goed voor? Bij Feyenoord weten ze het: geen
woorden, maar daden, facta non verba. Ik heb de boel een beetje gefatsoeneerd,
gefaçonneerd. Een façon-de-venisekaraf is van façon de Venise [kristalglas]
gemaakt. Een faëton is een visetende keerkringsvogel. Zouden Faeröerders zelf
weten hoe je hun naam schrijft? Faille is een zekere stof [tafsoort]. Faire bonne mine à mauvais jeu: lachen
als een boer die kiespijn heeft en faire de la prose sans le savoir: proza
schrijven zonder het te weten. Je faits et gestes zijn je handel en wandel.
Falasha's zijn Joden van Ethiopische afkomst. Hij leidde een fallentis semita
vitae, een stil, verborgen leven. Familiar to our ears as household words: zo
vertrouwd, zo bekend in de oren klinkend als dagelijkse gezegden.
8.
Het lijkt Piet Hein wel: famam extendere factis, zijn naam door daden groot
maken. We bezitten nog een famille-rosetheestel [Chinees
porselein] en een famille-vertevaas [idem]. Een fama clamosa
is een schandaaltje. Ben jij zo'n fantasynovelleliefhebber? Wat is een kooi van
Faraday? Netwerk voor het afschermen van magnetische
velden. Dat farouche [wild, ontembaar]
manwijf is niet te temmen. Fashionable is overeenkomstig de bon ton [zoals het hoort]. Fatigeren is vermoeien,
fatigant is vermoeiend. We hebben ze allemaal: fasti et nefasti dies, van die
gelukkige en ongelukkige dagen. Fouten: fausse couche (miskraam),
fausse dévote (huichelaarster), fausse queue
(misstoot wegens ketsen bij biljart), fausse
reconnaissance (déjà vu), fausse route (verkeerde weg van een katheter), faute d'argent (bij gebrek aan geld), faute de combattants (niet meer in VD: bij gebrek aan strijders), faute
de mieux (bij gebrek aan beter). Een
fashionista volgt de laatste mode.
9.
Een faux dévot is een huichelaar en een faux ami is een false friend [gelijkende woorden in twee talen]. Favoris [ie, geen s
uitspreken] zijn bakkebaarden. Een feedingfrenzy [onverzadigbaar verlangen naar nieuws] moet toch wel iets van
een paparazzo [opdringerige persfotograaf] hebben.
Fecit Rembrandt, die heeft het gemaakt, sterker nog, niet alleen het schilderij
maar ook als schilder heeft hij het gemaakt. Fellahs
zijn Egyptische landbouwers. Felones de se zijn zelfmoorden (of zelfmoordenaars). Een feuille de chou is een
minderwaardige krant. Een fiat executie is een verklaring van geen bezwaar
tegen de uitvoering van een vonnis door de daartoe bevoegde autoriteit. Fiat
insertio wil zeggen 'in te voegen', een fictio juris (legis)
is een juridische fictie. Zou hij die fightingspirit [strijdgeest]
nog hebben? Een figaro [oorspr.: kapper] is een
toonbeeld van sluwheid.
10.
Zijn fieselemie [gezicht, tronie] staat me
gewoon niet aan. Een Fijiër heeft Fijische streken. Fil-à-fils zijn weefsels
waarin telkens een lichte en een iets donkerder draad naast elkaar zijn
verwerkt. Het fil d'écosse is glanzend tweedraads katoengaren. Een fils de
famille is een zoon van goeden huize. Een fille d'honneur is een staatjuffer [staat = gevolg van aanzienlijke dame]. Een
fiscaal jurist houdt zich met fiscaaljuridische zaken bezig. Die flapuit zou de
flap-over [flip-over] bedienen. Een flebile
ludibrium is een droevig geval dat niettemin aan het lachen maakt. Flebile in
de muziek is klagend. Fletcheren is voedsel langdurig kauwen. Je kan iemand een
paar flenzen [oorveeg]
geven, maar een walvis moet je flensen [in stukken snijden]. Hij maakte een fliffis [trampolinespringen: tweevoudige salto met schroef].
Een flibustier is een zeeschuimer [boekanier].
Moois [kunstwerk] uit het kwaad: een fleur
du mal.