Dictee - dictees [1453]
Het
Groot Dictee Heruitgevonden
In
meer dan 50 bibliotheken in Vlaanderen (initiatief vorig jaar: Mechelen)
Gesprek
met een filosoof (auteur: Ans De Bremme)
Eerste
deel: dictee
Dit
was een meeschrijfdictee. Bij het nakijken werd alleen naar een aantal
moeilijke woorden gekeken, de fouten waren niet aangestreept, eigennamen als
Dostojevski telden niet mee. Naast Vik is ongetwijfeld ook Vic goed gerekend, etc.
etc., als je 'ten minste' schreef, had je één fout (en de plaatselijke winnaar
in Mechelen had – klasse! – 0 fouten).
1.
"Schrijven wil zeggen dat er stapje voor stapje een ik buiten jezelf
ontstaat, die je vertelt wat je bedoelt."
2. Vik kijkt Mona door zijn johnlennonbrilletje aan. "Rutger Kopland" zegt hij en snuift lawaaiig.
3. Mona knikt en glimlacht. Ze vraagt zich af waarom ze zich door Imke heeft laten overhalen tot een ontmoeting met deze man.
4. "Vik is eindredacteur van een lit(t)erair magazine," had Imke geopperd, "een heel boeiende man. Jullie hebben vast tig gemeenschappelijke interesses. Hij heeft oosterse filosofie gestudeerd en hij is nog hups ook. Mocht het toch niet klikken, dan heb je tenminste een namiddag naar een seduisante man gekeken."
5.
Mona had ten slotte toegegeven. Baat het
niet dan schaadt het niet. En zo was ze met deze wijsgeer in de koffiebar van
de bibliotheek beland. Toen ze aankwam, sloeg Vik een roman dicht, die hij net
scheen te hebben uitgelezen. "De idioot"
van Dostojevski, een voorbode van wat de rest van de namiddag zou brengen.
Tweede
deel: meerkeuzewoorden
Dit deel van het dictee werd ook voorgelezen.
Als er een 'genummerd' [en groen] woord werd
voorgelezen, klonk er een 'piep' en verschenen er op het scherm 2-4
alternatieve schrijfwijzen [5 s lang, zie onder –
daarna nog 1 x in razend tempo – en slechts 1 s!] van dat woord.
Daarachter stonden letters. Je moest de juiste 20 letters [= hoofdletters!] kiezen en daarmee een zo lang
mogelijk woord maken. Als je zoals ik één fout maakte (in moelleux), wel het beoogde
langste woord reconstrueerde (bibliotheekbezoekers),
maar dit vanwege die fout terugbracht tot een korter woord, deed je natuurlijk
niet mee aan de ex-aequoproef van 5 personen [eigenlijk
4, maar door een foutje van de jury mocht die vijfde toch meedoen ...],
die het (goede) woord niet hadden doorgestreept.
Van die 5 bleef er 1 over na de volgende
shoot-outwoorden [echt als een
Amerikaanse spellingbee – niet helemaal zuiver (ieder kreeg dus verschillende
woorden): woord spellen, niet hakkelen of aarzelen, incl. 'hoofdletter',
'streepje', 'trema', etc, etc.: a) kotelet, b) groentesoep, c) elektrocuteren,
d) leeuweriken, e) appelleren, f) dahlia's, g) asymmetrisch en h) bedoeïenen.
6.
Na het citaat van Kopland, blijft Vik Mona met grote ogen aanstaren. Zij doet
een poging om iets (1) ad rems te verzinnen,
maar slaat daarbij helaas volledig op tilt. "Lekker
(2) chocoladecakeje," merkt ze dus maar
op. Intussen wijst ze als een (3) imbeciel naar
het gebak dat voor haar op tafel staat.
7. "Een (4) moelleux," zegt Vik. Hij roert in zijn muntthee en kucht licht (5) geïrriteerd. "O ja, zo heet dat" mompelt Mona. Ze neemt een hap en kijkt snel even rond in het (6) etablissement.
8. "Schrijf je (7) al lang?" Vik legt zijn hand op zijn lijvige boek dat nog steeds op de tafel ligt. Zijn duim aait bijna liefkozend de kaft. "Best wel eigenlijk, ik kan me niet (8) herinneren dat ik het niet deed" antwoordt Mona.
9, "Al veel gepubliceerd?" "Ik heb een blog en ik neem hier en daar (9) weleens deel aan een wedstrijd waar ik occasioneel iets win. Ik heb ook een boek uitgegeven." Mona's stem klinkt een beetje (10) weifelend.
10. "Mooi, een boek" zegt Vik. "Heb je veel verkocht?" "Niet echt, ik had er meer van verwacht. Ik was eigenlijk best teleurgesteld toen ik de verkoopcijfers te zien kreeg."
11. Vik (11) gnuift: "Het is zoals Nietzsche zei: het schrijven als een vast beroep beschouwen, moet gezien worden als een vorm van waanzin." Mona weet niet meer goed waar ze het heeft. "Best jammer eigenlijk. Het blijft toch ergens de droom van elke auteur om met schrijven de kost te verdienen", stamelt ze.
12. Vik slaat zijn ogen naar het plafond en zucht: "Ah, de poging om de hemel op aarde te verwezenlijken, brengt steeds de hel voort." "Dostojevski?" probeert Mona en wijst met haar kin in de richting van het boek dat nog steeds door (12) Viks hand wordt gestreeld. Hij schudt zijn hoofd: "Mis, dat was Popper."
13. Mona knikt (13) schlemielig. Dit wordt met de minuut (14) gênanter. Vik haalt zijn hand van zijn boek en duwt het in de richting van Mona. "Heb je het gelezen?"
14. Mona neemt nerveus nog een hap van haar gebak. "Neen, met mijn sociaal leven vind ik nooit de tijd om mij in zulke dikke boeken te verdiepen en na een lange werkdag kijk ik ook graag eens gewoon televisie."
15. Vik gniffelt pedant. "Televisie? Ik lees liever een (15) fascinerend boek." Gandhi zei ooit: "Wie smaak vindt in het lezen van goede boeken, is (16) bij machte om de eenzaamheid te dragen, waar dan ook en met groot gemak."
16. Nu heeft Mona er genoeg van. "Luister eens hier, wijsneus: talent ontwikkelt zich in eenzaamheid, karakter in de stroom van het leven, Johann Wolfgang von Goethe."
17. Vik kijkt haar onthutst aan, maar Mona is (17) onvermurwbaar. "En nu ga ik naar huis, lekker triviaal (18) televisiekijken. Om gelukkig te zijn, moet je doen waar je gelukkig van (19) wordt." "Aurelius?" poogt Vik nog. "Neen," zegt Mona (20) gedecideerd: "Johan Cruijff." Ze neemt haar handtas en loopt de zaak uit.
1. (K) ad rems, (R) ad-rems, (L) ad-rem's (N) ad rem's