woensdag 30 september 2020

1929 Dictee woensdag 30 september 2020 (1) dictee Oefendictee september 2020 (3)

Dictee - dictees [1929] 

Oefendictee september 2020 (3)  

1. Het ZiN is het Zorginstituut Nederland. Als een gasleiding zink is, is die door- en doorlek [minder goed: door en door lek]. Wat eten we vandaag? Hussen met zinkhoorns! Zinkt een steen ook in zwaar water? Haar zinnenlust was zinnebeeldig. Zinvang wordt ook wel catalepsie genoemd. Zij volgt een katastage. De ZIV is in BE de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. De ZMK heet na een verjongingskuur ZMW. Zo-even kwam hij voorbijzoeven. Een zoïlus is een kleingeestig criticus, een vitter (niet: fitter!). Zojuist heb ik zoiets begrepen. Die spits werd in de zomermercato gehaald. Hij is van het padje geraakt en ook nog zijn patjes kwijt. We moeten gewoon winnen, zoniet [ook: zo niet] wordt de kloof met de ploegen boven ons nog weer groter.

2. Zony: zebra x pony. Een zoöfaag is nu eenmaal geen fytofaag. Hij zoomde met de app Zoom zijn ingezoomde foto. Een zotsstok is een narrenstok of marot. Het gezouten zoute vlees was goed van zoutte. Dat vissersbedrijf doet zowel aan zout- als aan versvaart. De Zoutzee is de Dode Zee. Een zp'er is in NL een zzp’er. De ZSM-aanpak staat juridisch voor asap, z.s.m. Zij is zu haben. Hij ook? Zulks hadt ge toch niet gewild? Het was zum Kotzen en maakte me zum Tode betrübt. Ze kenden het zweitje. Hou op met die zwets. De crimineel vreze de uitspraak van de rechtbank. Hij zit in angst en vreze. Verder gaat het hem naar den vleze. Zijn familie vreest het onheil met grote vreze. Een brunhilde [uu, ih] is een walkure [uu]. Mijn Platamsterdamssprekende familie heeft het over kantielje i.p.v. can(ne)tille en vanielje is vanille. Kwestie van antiherverfransing.

3. Ze zeggen ook: ik ben van de familje. Woorden (beetje onbekend) op *ille: affodil(le) (plant), à merveille (prachtig), apostil(le) (vraag op akte om advies), baskerville (lettertype), bastille (fort – B = gevangenis, Parijs), bidonville (voorstad met krottenwijken), bougainville(a) (plant, trinitaria), brille (briljantie), calville (tafelappel), cedille (onder c: ç), chenille (fluweelkoord), cochenille (cactusschildluis), codille (dubbel verlies in het omber- en quadrillespel), coquille (Sint-Jacques, schelp), drille (drel, lap, vod), écaillé (geschubd), en famille (onder elkaar, in huisgezin), escadrille (vliegtuigen), (e)spadrille (linnen schoen met touwzool), euville (Franse kalksteen), faille (tafsoort), fils de famille (zoon van goeden huize), harentwille, fouille (BE: fouillering), gargouille (waterspuwer), grille (grill – auto) grenaille (steengruis), en grisaille (grauwschildering).

4. Verder: hil(le) (heuvel), jonquille (gele narcis), kehille (kille, joodse gemeente, kehila), koedille (stinkende kamille), manille (zeker kaartspel), marmaille (troep snotneuzen, kleine kinderen), marseille (katoenen stof), megille (wetsrol), Megille (Megilla, Megila, Estherrol), mille (duizend), orseille (purperrode kleurstof), nonpareille (nonparel, lettertype, grootte 6 punten), pacotille (vrachtvrije goederen kapitein en schepelingen), paille (strogeel), passacaille (passacaglia = muziekstuk of dans), pastille (Drostes pastilles), peccadille(s) (kleine zonde, pikkedillen), pointillé (zekere stof), postille (korte uitleg Bijbel), quadrillé (van weefsels: geruit), racaille (= rapaille, gepeupel), ratatouille (ratjetoe), represaille, reveil(le) (sein om troepen te wekken), rocaille (grotwerk – nabootsing grot), rouille (knoflooksaus) en sapotille(boom).

5. En ook nog: sibille (raadselachtige vrouw), spadille (schoppenaas, ook: hoogste troef), tefille (ook: tefila, gebed, gebedenboek), tenaille (buitenwerk vesting), trouvaille (knappe vondst), vaudeville (toneelstuk), verre-muraille (mozaïek, muurglastableau) en vrille (tolvlucht vliegtuig). Hij zit in een hiëronymietenklooster [Lissabon, niet in wdb.]. Een hinkjambe is een choliambe. Het episch centrum, waar epiek beoefend werd, verwerd tot een epi- of hypocentrum. In juni wordt er op buní’s [tonijn] gevist. Een bi (hert) is nu eenmaal geen bu en al helemaal geen buna (synthetische rubber). De boslandcreolen (bosnegers, excusez le mot) zijn marrons (dyuka, met hoofdletter D van een bepaalde stam) en dragen o.a. kamisa's (lendendoek of -schort, pangi, pantje, paan).

6. Een hart-en-vaatziektendokter houdt zich bezig met hart- en vaatziekten. Een 3, 4 en 5-steek is een vijfsteek. De aagtappelen waren in de aacht(e) (haagt(e)) opgeslagen. Dan valt er weinig te genieten, als je amuzisch bent en aan amusie lijdt … Weet je, het is maar een weetje, hoe je ‘z’je’ en ‘w’tje’ schrijft … Een voorbeeld van Hindoestaanse muziek is de baithak gana: die komt niet uit Ghana! Is bone china [boon-tsjaai-nuh] hetzelfde als blanc de Chine? Haar booty kwam goed uit boven die bootees. Met veel kapsones kun je capties of begijne maken! Chitarrones (ook: ‘s) zijn luiten, gitarrons zijn basgitaren, bespeeld door de mariachi’s. Hij haalde [in cijfers] een 8 plus, een 8-plusje, een 8 plusresultaat, of [in letters] een acht plus, een achtplusje of een achtplusresultaat. Die dronkenman zal wel een goede snee aan hebben.

7. Vient de paraître, die nieuwe roman. Van 3x2 + 4x = 7 zie je zó een oplossing: x = 1. Een kwadratische vergelijking heeft vaak echter 2 oplossingen (zonder verdere uitleg: als van ax2 + bx + c de zogenaamde discriminant D = b2 – 4ac > 0 is!). Hier proberen we het met ontbinden: 3x2 + 4x – 7 = 0. Vanwege die x = 1: (x – 1) (ax + b) = 0. De a kan alleen 3 zijn en b 7 (4 klopt dan) --- > (x – 1) (3x +7) = 0. Voor de tweede oplossing geldt dus: 3x + 7 = 0, x = -7/3. Zo, op naar de bijles! Een apc’tje is bereid uit acetosal, fenacetine en cafeïne. De eolusharp reageerde op de wind die over het aquarium met de aeolissen streek. De Leidse Alma Mater is niet zomaar een alma mater. Nooit geweten: van die antilopebeesten maak je antiloop (stof, geen mv.). De vicomte en vicomtesse zijn burggraaf en -gravin. Zorg voor victus et amictus: eten en kleren. Victis honos: eer aan de overwonnenen.

8. Een chrestomathie [tie] is een bloemlezing. Die muur is mooi musivisch aangekleed. In de betekenis ‘versiersel’ mag je appliqué ook wel applique noemen. In Duitstalige gebieden hebben ze een qwertzklavier. Een doom-and-gloomverhaal [GB] gaat over doom en gloom [VD]. Baksjisjen [ie] (ook die voor de hasjiesj) zijn gewoon baksissen [ih]. De bard trad op op de bart. We zijn letterlijk die boot ingegaan, maar vervolgens figuurlijk de boot in gegaan. De dubbeltwee en de dubbelvier gingen domineren [domino spelen]: dat leverde een dubbelzes op [lemma VD, wel sub lemma: dubbel vijf; dus ook 'dubbel zes' is verdedigbaar]. De BMI is de body mass index en QI de queteletindex. Bonheurs zijn gewoon bonheur-du-jours. De verlorenwas- is de cire-perduemethode. De kokette en cocasse cocotte liet zich horen. Een compère is een compeer. Pas op voor die curieuzeneuzemosterdpotten!

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten