Dictee
– dictees [2817]
Uitdrukkingenquiz
(30 stuks) Onze Taal (groen
is correct)
1.
Wat betekent ‘op
stel
en sprong’?
ongebruikelijk
– onmiddellijk
– onafhankelijk
2.
Wat betekent ‘je
snor
drukken’?
stiekem
weggaan – tevreden
zijn met wat je hebt – erg je best doen
3.
Wat betekent ‘dat
is appeltje-eitje’?
dat
is niet goed maar ook niet slecht – dat smaakt erg goed – dat
is gemakkelijk
4.
Wat betekent ‘met je neus
in de boter vallen’?
een
onverwacht voordeeltje hebben
– rijk geboren worden – een onverbeterlijke smulpaap zijn
5.
Wat betekent ‘op
dreef zijn’?
goed
bezig zijn –
dronken zijn – passief zijn
6.
Wat betekent ‘botje
bij botje leggen’?
iets
begrijpelijk uitleggen – iets of iemand beteugelen – allemaal
iets bijdragen
7.
Wat betekent ‘om door een ringetje
te halen’?
het
is erg mooi – het
is erg verontrustend – het is erg klein
8.
Wat betekent ‘ergens
lak
aan hebben’?
er
gul mee zijn – er
niet om geven – er
geheimzinnig over doen
9.
Wat betekent ‘bakzeil
halen’?
minder
goed je best doen (nadat je uitstekend was begonnen) – gaan slapen
(nadat je lang wakker was gebleven) – een
minder hoge toon aanslaan (nadat je eerder fel uit de hoek was
gekomen)
10.
Wat betekent ‘op je tandvlees
lopen’?
ziek
zijn – jaloers zijn – uitgeput
zijn
11.
Wat betekent ‘in de contramine
zijn’?
bescheiden
zijn, op de achtergrond blijven – dwarsliggen,
tegen anderen ingaan
– opkomen voor iemand, iemand verdedigen
12.
Wat betekent ‘een blauwtje
lopen’?
een
misdaad begaan – dronken zijn – afgewezen
worden
13.
Wat betekent ‘de pineut
zijn’?
de
gedoodverfde winnaar zijn – onopvallend zijn – het
slachtoffer zijn
14.
Wat betekent ‘het was een dubbeltje
op z’n kant’
het
was een enórm toeval – het
ging maar nét goed –
het kostte heel weinig
15.
Wat betekent ‘gepokt
en gemazeld zijn’?
er
een hekel aan hebben – er
veel ervaring mee hebben
– eronder lijden
16.
Wat betekent ‘niet door de beugel
kunnen’?
raadselachtig
zijn – onbelangrijk zijn – onaanvaardbaar
zijn
17.
Wat betekent ‘iets aan de wilgen
hangen’?
ergens
veel moeite voor doen – ergens
mee ophouden
– ergens over opscheppen
18.
Wat betekent ‘met de noorderzon
vertrekken’?
zonder
plan of kaart op reis gaan – er
stiekem van door gaan
– laat naar huis gaan
19.
Wat betekent ‘op apegapen
liggen’?
een
nachtmerrie hebben – blut zijn – uitgeput
zijn
20.
Wat betekent ‘iemand een hart
onder de riem
steken’?
iemand
verraden – iemand
moed inspreken
– iemand jaloers maken
21.
Wat betekent ‘volgens Bartjens’?
als
je de traditie in ere houdt – als je naar je geweten luistert –
als
je logisch verder redeneert
22.
Wat betekent ‘ergens geen
been
in zien’?
geen
uitkomst meer zien, ten einde raad zijn – niet snappen waar het om
gaat, ergens het punt niet van snappen – ergens
geen bezwaar in zien, ergens niet voor terugschrikken
23.
Wat betekent ‘heet
gebakerd
zijn’?
het
nooit koud hebben – driftig
zijn
– (te) beschermd opgevoed zijn
24.
Wat betekent ‘tegen
de lamp
lopen’?
betrapt
worden
– de moed verliezen – onhandig zijn
25.
Wat betekent van de hak
op de tak
springen’?
roekeloos
zijn – op een handige manier ruzie vermijden –
onsamenhangend praten
26
Wat betekent ‘als een feniks
uit de as herrezen’?
iemand
op het laatste moment te hulp schieten – na
alles verloren te hebben, sterker dan ooit terugkomen
– een belofte die je hebt gedaan, niet nakomen
27.
Wat betekent ‘de beest
uithangen’?
iets
niet meer tolereren – doen alsof je belangrijk bent – je
vreselijk misdragen
28.
Wat betekent ‘bij de pinken
zijn’?
naïef
zijn – slim
zijn
– verwaand zijn
29.
Wat betekent ‘het klappen
van de zweep kennen’?
altijd
bang zijn dat iets verkeerd afloopt – alleen in actie komen als het
echt niet anders kan – veel
ervaring hebben met iets
30.
Wat betekent ‘in de lappenmand
zitten’?
een
beetje ziek zijn
– een huismus zijn – verlegen zijn