zondag 17 januari 2021

2068 Dictee dinsdag 19-01-2021 (1) dictee Dictee van de dag (93) √

Dictee – dictees [2068]

Oefendictee 764 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (93)

1. De Nijmeegse Vierdaagse is een vierdaagse langeafstandswandelmars. Hoeveel woorden beginnen er met 'de*'? Antwoord: 1984 (situatie 2014 – 3054 in 2019! – 2021: 3130), een remarquabel aantal. Ik presenteer een selectie: DEA (Drug Enforcement Administration, Amerikaanse drugsbestrijdingsorganisatie), de onderhandelingen eindigden in een deadlock, in een impasse, op een dood punt, testimonium de auditu: getuigenis van horen zeggen, verklaring uit de tweede hand, débarcadère (aanlegplaats), de debije (maat voor het elektrisch dipoolmoment van een molecule – molecuul), debitum naturae (de tol die de natuur eist, m.n. de onvermijdelijkheid van de dood), déblai (uit te graven grond), débris (puin), debris (ruimteafval – klemtoon!), deboursement (uitbetaling), debout les morts (sta op, doden!), débouché (afzetgebied) en de bon augure (een goed voorteken zijnd).

2. Verder: de bon coeur (van harte, gewillig), de bonne foi (te goeder trouw, vergelijk: bonnefooi), de bonne grâce (goedschiks), de but en blanc (op de man af, zonder omwegen), deca, decaf, decafé, decafeïne, decafeïné, Decamerone is de titel van een boek van Boccaccio, hoeveel is een decamegajoule?, decatlon (tienkamp), deceptio visus (gezichtsbedrog), decessit (d.s.p., ook: obiit sine prole: overleden zonder nageslacht), de cetero (voor het overige, overigens), déchéance (verval van een recht, tenietgaan), decher (dee-chuhr – 10 stuks huiden of vellen), decies [dee-sie-jèhs] ((onder) lid 10), decimator universalis (de dood), déclaration des droits de l'homme (verklaring van de rechten van de mens), declassé (aan lagerwal geraakt persoon, vrouw: declassee), decolleté (lage uitsnijding aan, laag uitgesneden hals van jurk).

3. Ook nog: onderzoek de commodo et incommodo: burenverhoor in geschillen over burgerrecht, de concert (in overleg, gezamenlijk), de coutume (naar gewoonte), de credulitate (uit overtuiging), de dato (daterend van), dedain (minachting) en dedaigneus, decumanus
(oost-westas in oude Romeinse steden), decujus (erflater), de die in diem (= in diem: van dag tot dag, met de dag), deductio ad absurdum (bewijs uit het ongerijmde), deejay, diskjockey, dj, deeltijd-VUT [vervroegde uittreding uit dienstverband] en deeltijd-WW [Werkloosheidswet], deen (wilde zwaan), deep- of dieplinken, deep throat [tipgever, vorm van fellatio], deësis (iets uit de Byzantijnse kunst, zoek maar op – Christus, Maria, Johannes de Doper), de-escaleren, defensor fidei (titel aan de Engelse koningen sedert Hendrik VIII verleend), defilé en defileren, defrienden (ontvrienden), de fumo ad flammam (van de regen in de drup), dégénéré (v.: dégénérée) en degoe (struikrat).

4. Vervolgens: degout (walging, afkeer), degoutant en degouteren, dégras (afvalvet uit leerlooierijen), deiktisch (ij aanwijzend), Dei gratia (bij de gratie Gods), deïficatie (het vergoddelijken), dei (uit kinderrijmpje of titel van de beheerser van Algiers, later bei), de haut goût (sterk gekruid), de gustibus non est disputandum (over smaak valt niet te twisten), deimt (dagmaat), deimt-deimtsgelijk, de industria of ex industria (met opzet), deixis [ij] is het verschijnsel dat sommige taaluitdrukkingen voor hun interpretatie afhankelijk zijn van de concrete gebruikssituatie, hij deinsde, stootte een deins bij het biljarten, de integro of ex integro (van voren af aan), deis [ee-jih] inimicis natus [uh] of dis inimicis natus (onder een ongelukkig gesternte, voor het ongeluk geboren), délai (uitstel van een termijn) en delfisch (orakelachtig).

5. Daarna: het delcredere (het borg staan van een commissionair), de d-elementen uit de chemie, deleman (huurrijtuigje op twee wielen), délégué (vrouw: déléguée), de lege ferenda (volgens toekomstig recht), de lege lata (volgens geldend recht), Delftenaar of Delvenaar, oud delfts, Delfts blauw, die deli(tabak) komt van Deli, delicta juventutis meae (de zonden van mijn jeugd), delier (delirium), deliramenta doctrinae (de razernij van de geleerden), delirium tremens [(na stoppen met) alcoholgebruik], het orakel van Delphi, de Deltametropool, het Deltaplan leidde tot de Deltawerken, wat is een deltoïde [punt op kleine cirkel rolt in grote cirkel] en wat is deltiofilie [prentbriefkaarten verzamelen]?, demee (temet), de mal en pis (van kwaad tot erger), dementi (logenstraffing, loochening) en dementie en dementia paralytica (hersenverweking).

6. En ook nog: dementia praecox (schizofrenie), dementia praesenilis (op jonge leeftijd beginnende dementie), dementia senilis (ouderdomsdementie), demi-fond (vorm van baanwielrennen),
demi-fortune (rijtuig met één paard), demi-john
(dame-jeanne, dameraan, grote mandfles), demikini [bh, beha, met kleefstof, geen bandjes], demi-lune (ravelijn, halvemaanvormig of hoekig bolwerk), demi-mondaine (schijnbaar fatsoenlijke vrouw van losse zeden),
demi-vol (in de heraldiek – 1 vleugel), demi-vierge (meisje dat allerlei intimiteiten toelaat, behalve de consummatie), demi-sec (halfdroog), demos (het volk), de mortuis nil nisi bene (van de doden niets dan goeds), in den beginne liep het niet, op den duur wel, dem Verdienste seine Kronen (ere wie ere toekomt), dengue (knokkelkoorts), denique coelum (eindelijk de hemel, nl. wij zullen die verwerven – roep van de kruisvaarders).

7. Voorts: denning (moutzolder), de nocte ('s nachts), dente superbo (met lange tanden), de novo (opnieuw), de nos jours (huidig, tegenwoordig), de non locando ((beding) van niet te verhuren), met deo(dorant) houd je jezelf fris, Deo annuente, annuente Deo = Deo favente (D.F.), favente Deo, allemaal: met Gods gunst, Deo gratias (D.G.), goddank, godzijdank, Deo juvante, juvante Deo: met Gods hulp, de omnibus aliquid, de toto nihil: (vergelijkbaar met) twaalf ambachten, dertien ongelukken, Deo volente (D.V.), volente Deo (V.D.): als God het wil, depêche (o.a. telegram, postzak), uit dépit: geërgerd, teleurgesteld, een dépositaire is een depositaris [bewaart geld of goederen], depositum fidei: (r.-k.) het onveranderlijke deel van de geopenbaarde waarheden, in depot geven (= en dépôt), ze was depri [depressief], de profundis: psalm 130, een van de boetpsalmen.

8. Om te vervolgen met: een de/arboeka een Arabische of Turkse vaastrommel, derby is (ook) kaas uit Derbyshire, de Belgische
derde-betalersregeling [BE: bv. het ziekenfonds], der eingefrorene Dünkel: de in iemand vastgevroren eigenwaan, der Erscheinungen Flucht: de wenteling der verschijnselen, der ersten Liebe goldne Zeit: de gouden tijd van de eerste liefde, der feine Griff und der rechte Ton: de fijne handgreep en de juiste toon, der frische, fröhliche Krieg: de frisse, vrolijke oorlog, der Himmel auf Erden: de hemel op aarde, de rigore juris: naar de gestrengheid van het recht, de wet, de rigueur: verplicht, voorgeschreven door de etiquette, der jüdische [Duits!] Selbsthass: de haat van de Joden jegens zichzelf, der Kampf ums Dasein: de strijd om het bestaan, der kühne Griff: de stoute greep en dernier cri: het laatste modesnufje.

9. Het gaat maar door: der langen Rede kurzer Sinn: de kort samengevatte zin van deze lange redenering, der Luxus der eigenen Meinung: de weelde van een eigen mening, dermatorragie: huidbloeding, der Mensch ist, was er isst: zeg me wat je eet en ik zal je zeggen wie je bent, de overgave leidde tot een ongeregelde déroute [verwarde vlucht], der reine Tor: naïeve dwaas, derrick: boortoren, derrie: fecaliën, feces, derrière: achterwerk, derris: vlinderbloemige klimplant, der rote Faden: de rode draad, dershane: collegezaal van een medresse [madrassa, moskeeschool], der springende Punkt: kardinaal punt, punctum saliens, dertienavond: driekoningenavond, der Wille zur Macht: het streven van de mens naar macht en invloed, der Wille zur Tat: de wil tot de daad, descensus ad inferos: nederdaling naar de hel, des Guten zuviel: te veel [maar: een teveel] van het goede en de Desolate Boedelkamer [weeskamer, overheidscollege, beheer – Amsterdam].

10. Ten slotte: desipere in loco: op zijn tijd uitgelaten, niet altijd wijs zijn, DNA: desoxyribonucleïnezuur [Engels: a = acid], des Pudels Kern [de kern van de zaak], het dessous des cartes: het geheim van de zaak, dessus-de-porte: deurstuk, schilder- of ander kunstwerk boven het kalf – dwarsregel tussen een deur- of luikopening en het lichtraam erboven –, de stercore Ennii: frase waarmee men te kennen geeft dat uit een massa minderwaardig werk nog enkele waardevolle dichtregels opgediept zijn, d.e.t.: daarentegen, detente: politieke ontspanning, ten detrimente van: ten nadele, tot schade, op kosten van, detoxen: afkicken, de trop: te veel, overbodig, de (oo: ex) tripode dictum: in orakeltaal, deuce [djoes – tennis, 40-40] en deugddoend.

 


zaterdag 16 januari 2021

2067 Dictee maandag 18-01-2021 (1) dictee Dictee van de dag (92) √

Dictee – dictees [2067]

Oefendictee 765 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (92)

1. Het eind komt in zicht: Deus: God, Deus absconditus: de verborgen God, God als onkenbaar voor de mens, Deus avertat: God beware (bewaar me) (godbewaarme), deus ex machina (uit de lucht vallende oplosser van problemen, bijv. in een toneelspel), Deus meliora det: God betere het (God betert! – godbetert), Deus omen avertat: God verhoede dat, het Deutschlandlied is het Duitse volkslied, developpé: basisbeweging bij ballet en dans, de verbo ad verbum: woord voor woord, woordelijk, ad verbum, de visu: met eigen ogen, als ooggetuige, DeVlag (opzoekitem – Duits-Vlaamse Arbeidsgemeenschap – SS), dewarvat (vacuümvat), deweysysteem: decimale classificatie in de bibliografie, dextromanie: rechtshandigheid, devitrificatie: ontglazing, device: apparaat, hardware, een Deventenaar met deventerkoek [ook: Deventer koek], deux-chevauxtje: lelijk eendje, deuxième bureau (maîtresse) en Deuxième Bureau (Parijs, Franse militaire inlichtingendienst), deutzia (bruidsbloem) en detentie (hechtenis).

2. Ik zit nu al zo lang te wachten. Op motorrijtuigen betekent CH Confoederatio Helvetica. Een blaka is een blakaman [zwart of negroïde]. Hij gaf een blanco-endossement [met alleen handtekening erop] af. Hij legde de blank-om-een aan [dominosteen]. Blanquette is ragout op basis van gekookt wit vlees (geen witvis!). Een kalfsblanquette is een blanquette de veau. Wat voorkomt de Blasiuszegen [een keelaandoening, 3 februari]? Hij is van het Blauwe Kruis [geheelonthouder]. Wat gebeurde er in het sprookje van Blauwbaard [bracht zijn 7 vrouwen om – dat is een sprookje van Blauwbaard: er is niets van waar – een blauwbaard is een vrouwenbeul]? De lucht begint te blauwen en de boer te blouwen [met armen slaan, boerenvuur maken]. Een savante is een blauwkous [geleerd, minachting huishoudelijke zaken]. Hoe spreek je 'bluefort' [bloe-foor – variëteit van de Franse kaas roquefort] uit? Jullie zouden toch vooruitbetalen? Ik heb mijn tanden laten bleachen [bleken, wit maken]. In het zeewezen is een hel, een duister hol, een blekhol (vergelijk: black hole = Eng.) voor in een schip. Single malt [onvermengde, van gerstemout gestookte whisky] is het andere uiterste van blended (Schotse – een mix) whisky. Blendwerk der Hölle: een helse zinsbegoocheling. Het poetsmiddel 'blenko' komt van 'blanco'.

3. Ga maar zolang in de wachtkamer zitten. Een blessing in disguise is een meevaller die aanvankelijk een tegenvaller leek. Bleu chaud is rauw en lauw, bleu froid is rauw en koud [van vlees]. Een happy ending story is een blijeindend verhaal. Niets is hier blijvend. Blinde maupie [eerst zien, dan geloven], dat geloof je toch zeker zelf niet? Een blindaas is eigenlijk een blinde daas [steekvlieg]. Het caecum is de blindedarm. De blind holes zijn het lastigst [golf: green vanaf de afslag niet te zien]. Een blizzard is een hevige winterstorm. Wie is het bloodst (lafst) van die drie? Wie zijn de huidige prinsen van den bloede? Bloed laten is aderlaten: denk ook aan bloedlating. Kijk, een bloedblein [blaar] op mijn hand. Het werd een bloedeloze nul-nul (in cijfers: 0-0). Zou hij die bloedhete (bloedgeile) griet wel aankunnen? Een bloedmobieltje wordt van coltan (columbiet en tantaliet – zaken voor oorlogsmateriaal – met de opbrengsten ervan worden oorlogen gefinancierd) gemaakt. De bloeimaand [Franse Republiek] is floréal.

4. Hij heeft bloedontlasting (teerfeces). Sepsis, septikemie [bloedvergiftiging] kan dodelijk zijn. Consanguiniteit is een kwestie van consanguien (! – gwie, niet guu-wie) zijn. Zou dat schip een lading buskruit in hebben? Is pleegzuster bloedwijn een merknaam? Nee. We gaan de bloemetjes buitenzetten. Wat is het 'uurwerk van Flora'? Bloemenhorloge, perk met planten. Ze was gekleed [zonderling dus] als Tante Bloemkool . De mouwen bloesden als een bloes of blouse [uitspraak!]. Ik zit helemaal in de blogsfeer. Het hele linkse blok stemde en bloc tegen. Een blokart is een zeilwagen op 3 wielen. Nooit meer vergeten: aa-lava is bloklava (en een a-b-kind is …). Kind dat pas de letters leert. Blokzandsteen is quaderzandsteen. Er zijn meer hondjes die Blom [Mops, Fikkie] heten. Een blonde d'Aquitaine is een blond vleesrund. 's Zomers is blootliggen [voor gevaar, dat is figuurlijk] niet erg. Ze zullen blootstaan aan kritiek. Een bloque is een biljartstoot [fors, rechtuit]. Een blouson noir is een nozem.

5. De bluegrass [countrymuziek] komt uit Kentucky. Helmut Kohl beloofde blühende Landschaften [1990, aan de inwoners van de DDRDeutsche Demokratische Republik]. Blush [NL: ah, BE: uh] is rouge. Verklaar: Blut und Boden [bloed en grond – leus van de nationaalsocialistische binnenlandse propaganda en grondpolitiek] en Blut und Eisen [bloed en ijzer, Bismarck 1862, beginsel van machtspolitiek]. Op verzoek van L.L. te L.: welke woorden hebben 'ée' aan het eind? Nu kan je in VD niet op accenten zoeken, dus moet dat op '*ee'. Aan lemma's levert dat (situatie 2014) 530 [2019: 873 – 2021: 882] treffers op, binnen artikelen nog eens 1705 [2019: 1755 – 2021: 1807] (daar begin ik dus niet aan!). De oogst (toch maar, beperkt): à main armée: gewapenderhand, à portée: binnen zijn (het) bereik, appellation contrôlée: gecontroleerde, erkende herkomstbenaming van wijn (A.C.), à tête reposée: bedaard, rustig (over iets nadenken, overleggen), arrière-pensée: (verzwegen) bijgedachte, voorbehoud, bombe (glacée): (bij banketbakkers) een ijsgerecht in twee kleuren.

6. Verder: chambre séparée: ruimte waar men met een eigen gezelschap afgezonderd kan vergaderen, chose jugée: afgedane zaak (= judicata res), crème brûlée [nagerecht], crème fouettée [slagroom], fricassee [gerecht van fijngehakt vlees met pikante saus], Grande Armée (het Grote Leger – van Napoleon), haute volée: de voorname, de hoge kringen, jeunesse dorée: jongeren uit de aanzienlijke en rijke standen, die de toon aangeven in mode en vermaak, joyeuse entrée: feestelijke inkomst, kindermatinee, lychee: altijdgroene boom, marquee [ie]: over een beeldscherm lopende mededeling, marque: gedenkteken, marqué: toneelspeler met verradersrol, onvree [onvrede], panacee [wondermiddel], par renommée: volgens het gerucht [bij geruchte], partie carrée: gezelschap van vier personen in twee paren – twee dames en twee heren, pièce montée: bruidstaart, renommee: goede naam, gunstige reputatie, Vendée(s) [Frans departement – bnw.] en mêlee: krijgsgewoel [ook: voetbal].

7. Verder: porte-brisée: dubbele, openslaande deur of schuifdeuren tussen twee vertrekken, relâche forcée: gedwongen oponthoud, m.n. van schepen met averij, rime batelée: rijm bestaande uit klankovereenkomst tussen het slotwoord van een versregel en een of meer (delen van) woorden in de volgende regel, soiree [NL], soirée musicale, soirée dansante, tenue de soirée of toilette de soirée (avondkleding, tegenover tenue de ville – stadskleding, wandelkostuum), toile cirée: wasdoek, vie manquée: leven waarin men zijn roeping of talent niet heeft kunnen realiseren en vole annoncée: in het omberspel al de trekken halen wanneer dit tevoren aangekondigd is. En tja, waar het om ging, is er niet uitgekomen: waarom een vrouwelijke attachee en prostituee (naast attaché en prostitué), maar wel dégénérée en déléguée (naast dégénéré en délégué)?

8. Wel, het antwoord staat in (p)GB op p. 21 [2021: 34] bovenaan [2021: onderaan]. Dat komt omdat de laatste 2 vormen nog als specifiek uitheems (Frans) ervaren worden. Volgens mij zijn dat in onze woordenboeken wel de enige twee. Ik ga daarvoor echter die 1705 [2019: 1755 – 2021: 1807] treffers niet te lijf … [wel: crème brûlée en soirée dansante ...]. Helaba, zijn jullie er nog? Een sitatoenga is een waterkoedoe, een vrij grote moerasantilope. BMX'en betreffen de bicycle motocross [X, cross, kruis, crossfiets]. Een BM-jacht (BM'er) heet zo naar het Bergumer Meer. Een boanerges blinkt uit in vurige geloofsijver. De BO is de bodyodour, de lichaamsgeur. Hij is zo rijk als Boaz en Croesus samen. Waarom worden Duitsers voor boches uitgescholden? Geen idee. Bocheljoenen zijn kratesen [gebochelde, misvormd mens]. Zou ze haar schort voorhebben? Hij zal toch wel het beste met ons voorhebben? Ik zie een bodhisattva [stelt boeddhaschap uit om anderen te helpen] niet op een bodhrán [bau-rahn – Ierse handtrommel, folkmuziek] spelen. Ze moet niks van die boeddhisterij [minachtend voor boeddhisme] hebben.

9. Boeën is boe roepen. De Groningse boeghies is een gerookt runderboegstuk. Er kwam een kanjer van een Boeginees vaartuig voorbij. Het (boeg)sprietlopen is een volksspel [over een horizontale gladde mast]. In het Gulden Boek [naamboek met vorstelijke en hooggeplaatste personen als bezoeker] van Amersfoort staan heel wat namen. Daar kun je wel een boekje over opendoen. Kwarto en octavo zijn boekformaten. Hij maakt zijn beroep van boekenschrijven. Boemboe (mv. -s of boemboeboemboe) zijn specerijen gebruikt in de Indonesische keuken. Vertel meer over de Boeren in Zuid-Afrika (en hun boerengeneraal). Ze spreken daar geen Stadfries, maar Boerenfries. De Boerenkrijg moet je in Vlaanderen en Wallonië situeren, de Boerenoorlog óf in Zuid-Afrika óf in Zuid- en
Midden-Duitsland. Ze dronken boerenmelk en -meisjes. Wat is het boerhaavesyndroom [slokdarmbreuk door braken] precies? Boetplegende nonnen zijn te omschrijven als boete doend.

10. Wat zit er zoal in boeuf bourguignon [in blokjes gesneden rundvlees met ui en champignons, gestoofd in rode wijn en bouillon]? Daar zal Jan Boezeroen [arbeider, gewone man] een boodschap aan hebben. Wat ben je toch een bofkont! Al mijn buren hebben ook bogaarden [boomgaard, bogerd]. Een bo-gesprek of collect call slaat op 'betaling opgeroepene'. Ze leefden in bohème [met de ongeregelde levenswijze en de kring van zo levende artiesten, m.n. in grote kunstcentra]. De bohemer [zigeuner] en de bohemienne (met boholook – artieste met ongebonden, vrij, zorgeloos bestaan) konden het goed vinden. Een boilie [bohj-lie] is een aasbolletje voor sportvissers. Die bojaar [adellijk grootgrondbezitter in het oude Rusland en de andere Slavische landen] frequenteerde boîtes de nuit [nachtclub]. Bij het bokjespringen moet er iemand bokstaan (bokjestaan). Je zal maar met zo'n bokito [NL: scheldwoord: benaming voor een zwaarbehaarde man, een vandaal of relschopper] getrouwd zijn. Hij is bokke- (net als ape- en pauwentrots) of botergeil. Kun je met een bokspoot [bokkenpoot, letterlijk, maar ook: sater, duivel, boksvoet] boksen? Nee, dus. Een (rare) bokkenees (bokkinees) is een ruwe of wonderlijke kerel.

 


vrijdag 15 januari 2021

2066 Dictee zondag 17-01-2021 (4) dictee Oefendictee januari 2021 (1) √

Dictee - dictees [2066]

Oefendictee januari 2021 (1)

1. Let op: Heiloo, een Heiloos huis, Heiloos burgemeester en Heiloose toestanden, maar: Groenlo, een Groenlo’s huis, Groenlo’s burgemeester en Groenlose verwikkelingen. De trouwerij ging vooraf aan de bouwerij en de daaraan voorafgaande (d.a.v.) heierij. Let op: reïncarnatie, reïmponeren, maar re-integratie. Ik houd het maar op ‘agapenmaaltijd’. VD geeft als uitspraak: /aɣapə, aɣapɛ/. Een kattenkop doet kattenkwaad. Fish-and-chips koop je in een fish-and-chipsstand. Geen woorden, maar daden: facta non verba. Cryptogram, dat lichaamsdeel vindt een kno-arts nooit: de verstopte neus!

2. De sterlet is een Zwarte Zeesteur (zwartezeesteur). Dance is EDM (electronic dance music) Raar: amoureus, maar polyamoreus (GB, VD)? 'Sarahs bikinietje' schrijf je zonder apostroffen, 'Sara's bikini's' met twee. Een pullover is nu eenmaal geen slip-over. Angina temporis is een schertsende verbastering van angina pectoris. Ze was een chique meid, chic, zeg maar: sjiek de friemel/friebel (niet in wdb.), maar vandaag was ze geen sjiek waard, toen haar oom sjiekte met chique sjiektabak, die overduidelijk chic was. De overklede vrouw nam op de overklede stoel plaats. GB schrijft idee-fixendwang [n], VD
idee-fix
edwang [n/s]. Wat houdt de wuhanshake nu precies in?

3. De voltaïsche zuil is de zuil van Volta. In BE lijkt ‘intensieve zorg’ frequenter dan ic (intensive care). Voor het element Rg kun je het beste röntgenium schrijven (voorheen Uuu = unununium). Paks zijn polycyclische aromatische koolwaterstoffen. Met een Bourgondisch geloof ben je een doortrapte leugenaar. Een stylo is [BE] een balpen. Een prostylos heeft vóór, een amfiprostylos ook achter een zuilenrij. Echt waar: in de Savoie genoot de Savooiaard van de fondue savoyarde [kaasfondue]. In Oman wonen Omani's, Omani of Omanieten (en vergeet de Omaanse of Omanitische niet!). Je moet de presocratische filosoof Heraclitus uit Efeze vooral niet verwarren met keizer Heraclius.

4. Ken je deze synoniemen: nieuwjaarsdag en Nieuwjaar? GB: koeskoes = dier, couscous = gerecht (Noord-Afrika). Let op: bij VD is koeskoes ook nog, maar wel een ander, gerecht. Een
beha-affiche (
GB) is een desbetreffende poster (internet). Vanmiddag is die/dat t.d., thé dansant [m.v. (s) s]. In SR is een skratjie een skraki, een trommel en – om het simpel te houden: skratjie pokoe is skrakipoku = traditionele creools-Surinaamse zang begeleid door drums, voorloper van kaseko. Schrijf je ‘chebakia’ wel goed? Een tweep is een twitteraar. Het is feest: de jubilaris verblije of verblijde zich! Je kunt spannende sprookjes vertellen, maar in het spannendesprookjesvertellen is ‘vertellen’ znw.

5. Een afghaan kan zijn een windhond, een jas – een Afghaanse jas dus! – en hasj. De agnèssorelsoep is zekere kippenroomsoep. Een geëcht kind is een niet-eigen kind. Hij is erg Bijbelvast, tekstvast, Schriftvast. In qat zit cathine. Luitenant, luitenants – BE: luitenanten, luitenant-kolonel(s), luitenant-admiraals/alen – VD alleen s, en luitenants-ter-zee zitten op een luitenant-ter-zeeschool. Zijn eersteklastreinreis was een eersteklas treinreis. MDMA, je weet wel, is methyleendioxymethylamfetamine (de drug ecstasy, xtc). Gezocht op *meloen*: boommeloen (papaja), galiameloen, hoornmeloen (kiwano) en kantaloep. Een adenoïdenlijder lijdt aan adenoïden, een adenoïde vegetatie.

6. Die jongelui zijn ver-adhd'd. Ook nog: een watermeloen geeft citrulline, komkommer x meloen = cumelo, andere schrijfwijze: kanteloep en cantaloupe (karbonkel), om mee te eten: parisiennelepel, een nashi(peer) lijkt op een meloen, piel de sapo
[
pie-jèhl-dèh-saa-poo], de sukwa [soe-kwaa] geeft een soort komkommer, een veur is een geul, gebruikt bij de teelt, een zuurzak is een guanabana en de yacon is een eetbare knol (appelwortel). Het
GB-woord ‘shordje’ komt van ‘short’ en ‘woordje’. Je moet dan denken aan ‘
vnzlfsprknd’ voor ‘vanzelfsprekend’, etc. Voor moai(s), monolithisch beeld, moet je op Paaseiland zijn. En voor de galapagosschildpad op de Galapagoseilanden … Ook voor darwinvink en landleguaan trouwens.

7. Taenia: geslacht van lintwormen, ook iets uit de (Dorische) bouwkunde, dan mv.: taeniae. Mooi duo: tagliatelle en zaba(gl)ione, sabayon. Vergelijk ook passacaglia en passacaille. Een poku is een liedje, een tapu een amulet, een talisman. De orpheusgrasmus klinkt orfisch. Als een Maleier lijdt hij aan latah. Verwar niet: mycorrhiza (symbiose) en myorrhexis (spierscheuring). Eén korè, twee korai, één kouros, twee kouroi. De leljacana heeft heel wat namen: chirurgijn, kepanki [ih], lansvogel, spoorvogel en spoorwiek. Wat doet syfilis met de epididymis? Op de jacquard verscheen een afbeelding van een jaquemart. Stel je voor: Fo at in de caccia een focaccia. Aan een ginkgo groeit geen nangka. Ook leuk: fyofyo’s op een gadotyo.

8. Zijn doño is een coño. Wat hebben ducttape, dumbbell en
DEC
T-telefoon gemeen? Zou een biná buní lusten? Met *jee: [GB] jee, o jee, [VD] herejee [tw. en znw.: gedoe], holadijee, tararaboem(dijee) [sjing-boem], Here jee (tw.) en ouwe taaie, jippie jippie jee [kinderliedje]. Met jee* nog: jeetjemina en Here jeetje. Kudo's zijn complimenten, kudos kent alleen het enkelvoud. Mogelijk zou je aan ‘whoopie’ denken, maar NL kent alleen ‘woepie’ [tw. – vreugde]. De pisco sour is een zekere cocktail. In saecula saeculorum [tot in de eeuwen der eeuwen] moet echt met ae's. Savvie [ah] = verstand en savvy [éh] is (bnw.) slim, handig. Het is ‘een handige harry’, maar ‘dikke Harry’ (bekijk het maar!). Phubben: doorgaan met je smartphone tijdens gesprek.




2065 Dictee zondag 17-01-2021 (3) dictee 1e online BeNeDictee 2021-01 √

1e online BeNeDictee 2021-01 – Trui Gonnissen

De 80 cursief en onderstreepte items (+ in shoot-out 15 items) moesten worden ingevuld

1. Lieve conculega-dicteeschrijvers [zo gelezen, anders ook: -a's],

2. Dit groentje in de orthografiearena beleeft heel wat spoetnikmomentjes [beseffen van grote achterstand op de anderen] tijdens de spellingspelletjes, maar is blij en dankbaar tot het cenakel [(besloten) lit(t)eraire kring - doe bij dictee 1 t] der dicteeschrijvers te mogen behoren. Nóg happyer ben ik omdat jullie kennis willen maken met de rocamboleske [fantastisch, ongeloofelijk - of!] avonturen van mijn redelijk jonge leven.

3. Dat begon in het West-Vlaamse stadje Tielt, waar ik opgroeide in een gezin met 2 kinderen. Moeder stond haar hele leven voor de klas, vader was eenpitter [iemand met eenmaszaak, zzp'er]. Mijn madiwodo [agenda] stond als kind al eivol. Muziekschool, jeugdbeweging, kinderkoor ... Van alles wat, maar mijn hart lag bij de sport. Ik oefende hard op de arabesk(e) [danshouding], de plié [knieën buigen bij ballet en dans], de arabier [bij gymnastiek de radslag] en de achterwaartse handstand-overslag oftewel flikflak [ww. flikflakken]. In het vijfentwintig- of vijftigmeterbad zwom ik honderdmetercrawlwedstrijden [crawl = zekere zwemslag] op een al niet meer zo kinderachtig niveau. Bij trampolinespringen [mv. s] ging de fliffis [tweevoudige salto met schroef] me goed af.

4. Ik was een jongensachtig meisje dat op haar trottinette
[step - trottinetje, trottinettetje] wegsjeesde na een potje belletje trekken [wel: belletjetrek], voor het eerst zoende op
godbewaarme [ook: God bewaar me, God beware] een houtenjassenpark [kerkhof], met tegenzin naar school ging, vastberaden ongemake-upt [VD: ww.
make-uppen
] rondliep, stevig puberend stiekem blikjes bier dronk en sigaretjes rookte. Gelukkig ging mijn geëxperimenteer met wiet en andere smeerlapperij niet verder dan een enkele keer een jonko [joint]

 5. Toen ik hakken-over-de-slootgewijs [denkbaar: -sloots-], na een toch wel lastige en turbulente sturm-und-drang [puberteit/pubertijd,
Sturm und Drang = stijlperiode
] mijn humanioradiploma had behaald, namen mijn ouders de verstandige beslissing hun petulante
[bruisend, onstuimig] dochter 'op kot' te sturen.

6. In Gent volgde ik een taalkundige opleiding die perfect bij mij paste. Trui was helemaal uitgesogd [ww. soggen = studieontwijkend gedrag vertonen]; het contrast met de middelbareschooltijd kon niet groter zijn. Deze taaljunk moest en zou een kaïd [bolleboos, crack] worden in de vertaalkunde Frans en Spaans en was vastberaden het apodictische [onweerlegbaar] bewijs te leveren dat "traduttore traditore"
[een vertaling geeft het oorspronkelijke werk nooit precies weer] niet klopt. Te midden van complexe zinnen voelde ik me helemaal senang en ik beet me vast in zogezegd onvertaalbare teksten. Hongerig stortte ik me op vertaal- en tolktechnieken, werd groot Spanjeaficionada [fan] en ging me uitermate interesseren in de Franse, Spaanse en Nederlandse bellettrie [schone letteren].

7. Het derde jaar van mijn studies heb ik grotendeels gevolgd aan de universiteit van de schitterende Spaanse studentenstad Salamanca, met haar churriguereske [barok, met overdadige versiering] Plaza Mayor. Ik werd à la minute [meteen] verliefd op het land en op de cultuur, en heb mijn tijd daar dan ook al salsaënd [ww. salsaën - GB, muziek en jazz], bacootjes [baco = Bacardi + cola] drinkend, maar vooral hard studerend doorgebracht. Ik beheerste de Spaanse taal al snel tot in de finesses. Mijn persoonlijke Spaanse dongiovanni [= donjuan] Lorenzo had daar natuurlijk zijn aandeel in.

8. Een onomkeerbare fernweh [weemoedig verlangen naar verre, onbekende landen] was in mij gewekt. De combinatie met oneindige interesse in en liefde voor taal dreef me, toen het masterdiploma in de sacoche [sj tas - mv. n] was [uitdr.: gelukt zijn], naar de universiteit van Moskou voor een intensieve cursus Russisch. Dat was wel heel spannend in het begin. Ik kende en begreep er helemaal niemand, had het ijskoud en werd geplaagd door heftige aporie [radeloosheid] toen mij werd gevraagd een huurcontract te ondertekenen waar ik geen tittel of jota [tittel, Hebreeuws: puntje (op de i), jota: letter Griekse alfabet – hele uitdr.: helemaal niets] van snapte

9. Uiteindelijk bleek het heel gezellig tussen de Russen en de kakkerlakken op mijn shabby [sjofel, armoedig] kamertje in het imposante stalinistische universiteitsgebouw, waar ik trouwens vaak hopeloos verloren liep [verdwalen].

10. Het cyrillisch [c – schrift, geen taal!] kreeg ik vlot onder de knie en mede dankzij mijn taalkundige rugzak, kon ik al snel brood en pirosjki [pasteitje] bestellen op de markt. Alle toegangspoorten naar de Russen en hun cultuur zwaaiden open en ik voelde me gauw thuis ... Het land van de sjasliek [GB ook: sjaslik - stukjes vlees], de kwas [alcoholhoudende brooddrank, ook: kvas], de matroesjka'
[set houten poppetjes] en de sjaukelende [heen en weer bewegen bij gebed] dametjes in de schattige kerkjes bracht me totaal in vervoering. Wat een avontuur. Ik had het privilege om ook het land, putje winter [hartje winter], grondig te leren kennen via de trans-Siberische spoorlijn. Van Moskou tot Vladivostok, met hier en daar een uitgebreide tussenstop, dwars door zeven tijdzones, keek ik mijn ogen uit naar dit eindeloos uitgestrekte land. Zes weken lang leefde ik van zakoeski [borrelhapje] en van parboiled [snelkokend] noodles, gekookt in water uit de samowa(a)r [toestel voor theezetten].

11. Ook Igor de Wit-Rus, een van mijn coupégenoten [mv. s], zal me altijd bijblijven. Bij elke halte stapte hij uit en deed zijn stretchoefeningen op het perron in de vrieskou, barrevoets en gekleed in een broek van tinneroy [ribfluweel, manchester] en een marcelleke [mouwloos onderhemd, singlet].

12. Toen ik mijn cursus af had, wilde ik weer wat anders, en trok in tegenovergestelde richting voor een jaartje in het
Zuidwest-Zuid-Amerikaanse land Chili. Ik reisde het hele land door, van Arica tot Punta Arenas, en vergaarde hier en daar wat centjes, meestal als tolk voor de Belgische ambassade, om in mijn onderhoud te voorzien.

13. Op mijn reis door Peru en Bolivië vroeg ik Quechuasprekers
[taal Andesgebied] de pieren uit de neus [alles willen weten] over hun taal terwijl we samen pisco sour [zekere cocktail] dronken.

14. Toen wilde ik wat stabiliteit in mijn leven brengen, dus ging weer naar huis, en vond werk in de privésector. Zodra ik de kans kreeg, echter, ging ik op reis; het bleef continu krieuwelen.

15. Een paar jaar later zat ik op een avond, mijn ziel onder de arm, in een Gents café. Ik was niet poepeloerezat hoor, maar had toch stevig gesjaskeld [sjaskelen = zuipen, pimpelen] met een vriend, en we hadden het over de zin van ons leven. Ja, dikke Harry
[bekijk het maar!], bedacht ik, 26 jaar jong, het is nu of nooit; ik ga op wereldreis.

16. Dat moesten ze thuis wel eerst even goedvinden. Er verscheen een diepe groef in de glabella [vlakke plek boven de neus - mv. ae] van mijn moeder, maar mij weerhouden was geen optie; het avontuur lonkte. Ik vroeg mijn C4 [ontslag(brief)] aan, verkocht mijn aftandse Ferrarirode kever, zei [ook: zegde] mijn appartementje op en sloeg mijn magotje [spaarvarken] aan diggelen. Zomer 2002 vertrok ik, samen met mijn rugzakje. Toen nog Facebook- en iPhoneloos, maar wel met oldskool reisoutillage [uitrusting] zoals naaigerief, een rolletje ducttape [textielplakband], een paar tiewraps [kabelbinder] en een kodak [handcamera met rolfilm].

17. Dat avontuur begon in Thailand en ging down-under verder tussen de aussies en de kiwi's [Australiër resp. inwoner Nieuw-Zeeland] . Nieuwjaar en kerst vierde ik, trankilo [Antillen: rustig, muziek: tranquillo, tranquil, tranquillamente], onder de wuivende palmbomen van een Frans-Polynesisch strand. Daarna spoorde ik de VS door, van Flagstaff naar New York, en in februari 2003 was ik blij weer in Latijns-Amerika te zijn. Ik vierde carnaval in Rio de Janeiro, leerde alle uithoeken van Argentinië kennen en stak vanuit Buenos Aires de Río de la Plata over voor een bezoek aan Uruguay.

18. Van eind 2003 tot in 2009 heb ik met plezier bij een en hetzelfde bedrijf gewerkt dicht bij huis. Ook hier plakte ik plezierreisjes vast aan mijn zakenreizen en bezocht in elke vakantie al dan niet verre oorden. Zo heb ik, samen met mijn knapzakje, al een flink stuk van de wereld gezien, waarvoor ik in saecula saeculorum
[tot in de eeuwen der eeuwen] dankbaar ben.

19. In deze periode — beter laat dan nooit — kwam een Nederlandse teddybeer mijn leven binnengewandeld. Matthijs houdt het ondertussen al bijna 16 jaar met mij uit. In 2006 ging ik inwonen bij deze
handige harry, deze grappige, charmante man die werkelijk savvie [verstand, ook: sappie] heeft van alles en ik vind het niet zo erg ondertussen al flink verkaasd [= vernederlandst] te zijn.

20. Dat kan ook niet anders, want eind 2009 schudde ik andermaal mijn leven op. Ik zei de privésector vaarwel en stapte over naar het onderwijs. Na een jaartje bikkelen aan de Gentse universiteit voor mijn lerarenbevoegdheid kon ik direct aan de slag op een middelbare school in het Zeeuwse Terneuzen. Een totaal andere, maar erg leerzame en dynamische wereld die me nog geen moment heeft verveeld, zeker niet in deze tijden van corona. Ik ben zowaar al een afstandsonderwijssavvy [savvy = eigenlijk bnw.: handig, slim] geworden.

21. Dat jaar 2009 was in nog meer opzichten bewogen. We wilden graag kinderen, maar dat ging hosternokke niet van je holadijee [zonder tegenslagen]. Ik vertrok — alleen en ten langen leste zwanger — naar Ushuaia voor een droomreis. Uitgerekend op het moment dat het kleine ijsversterkte cruiseschip via de Drake Passage de zuidpoolzee wou op varen * richting Antarctica, brak de natuur mijn eerste, zo gewilde zwangerschap af. Ik was zum Tode betrübt [diepbedroefd]. Toen kwam Camille, een sympathieke Parisienne en tot op vandaag mijn mattie, de tweepersoonshut binnengestapt en deed de zon weer schijnen, de hele, prachtige reis lang.

* Bedoeld was waarschijnlijk: de zuidpoolzee op varen en 

daarna opvaren richting (= naar) Antarctica.

 22. Tot onze grote vreugde en stomme verbazing ging alsnog — spontaan — een koningswens in vervulling. Een prachtig jongetje, Sam, zag het levenslicht in 2011 en zijn zusje Lieve maakte het plaatje compleet in 2015. Ze staan met stip bovenaan op mijn lijstje leermeesters.

23. We zijn als gezin neergestreken in een dijkhuis in Philippine(,) of all places. Ik ben perfect gelukkig als ik op mijn hardlooppata's [sportschoen] rondren door de Zeeuwse polders of als Lieve en ik samen loomen [armband met gekleurde elastiekjes maken] of
wc-rolletjes omtoveren tot pi(e)mpampoentjes [lieveheersbeestje]. Vol bewondering en trots kijk ik naar mijn zoon, als hij behendig rummikupt [spel is rummikub] of moeiteloos een houten modelbouw-V8-motor in mekaar zet.

24. SARS-CoV-2, waag het níét om ons feestje te versjteren!

25. Bedankt voor jullie aandacht en vele hartelijke groetjes.

26. Tota tua, [geheel de uwe of jouwe]

27. Trui Gonnissen

Shoot-out

1. Verbluft zat ik naar een keelzanger te luisteren in zo'n traditionele vilttent nabij Ulaanbaatar.

2. Op Rarotonga, waar we tot mijn verbazing een tussenlanding maakten, moest een Cookeilander [VD] me vertellen waar ik was.

3. Matthijs had drie paniekerige slapeloze nachten toen hij al ettelijke dagen niks van mij hoorde.

4. Allemaal dyugudyugu [drukte] om niks want ik bleek vrolijk rond te stappen in de Venezolaanse llano's.

5. Oehs en ahs schoten me tekort tijdens de fishspa [visjes knabbelen aan je huidschilfers - voeten] in Tel Aviv nadat ik dagen achtereen flink had gewandeld.

6. Mijn schutsengel deed altijd goed zijn werk op al die reizen, maar één keer brak het zweet me uit, toen ik 's avonds op een Braziliaans strand werd achtervolgd door zo'n choller/chòler [junkie, bedelaar] en het geritsel van charivari's [siervoorwerpjes armband] en breloques [hangsieraad] steeds dichterbij kwam.

7. Wat was Sam een prachtige baby. Woepie! Er kwam nog een meisje bij.

8. De tijd mag van mij stil blijven staan als ik met mijn gezin het kubbspel [blokken omgooien met stokken] doe op een winderig Zeeuws strand.

9. Wisten jullie dat /melluk/ een svarabhaktivocaal [toonloze e] bevat?

10. Deze wordt ook wel anaptyxis genoemd.

11. De technologische vooruitgang heeft voordelen — VoIP
[Voice over Internet Protocol = internettelefonie] is goedkoop en kwalitatief meestal goed —, maar ook nadelen; er wordt te pas en te onpas gephubd [phubben: doorgaan met smartphone tijdens gesprek of in gezelschap].

12. Hoeveel kudo's [compliment, mv. verplicht, anders ook: kudos = alleen enkelvoud] zou ik krijgen voor mijn dicteetekst?