Dictee - dictees [1929]
Oefendictee september 2020 (3)
1.
Het ZiN
is het Zorginstituut
Nederland.
Als een gasleiding zink is, is die door- en doorlek [minder
goed: door en door lek].
Wat eten we vandaag? Hussen met zinkhoorns! Zinkt een steen ook in
zwaar water? Haar zinnenlust was zinnebeeldig. Zinvang [soort beroerte] wordt ook wel
catalepsie genoemd. Zij volgt een katastage. De ZIV
is in BE de Ziekte-
en Invaliditeitsverzekering.
De ZMK [Zambiaanse kwacha] heet na een verjongingskuur ZMW. Zo-even kwam hij
voorbijzoeven. Een zoïlus is een kleingeestig criticus, een vitter
(niet:
fitter!).
Zojuist heb ik zoiets begrepen. Die spits werd in de zomermercato
[BE: transfermarkt] gehaald. Hij is van het padje geraakt [geestelijk in de war] en ook nog zijn patjes [militair: achtergrond onderscheidingsteken] kwijt.
We moeten gewoon winnen, zoniet
[ook:
zo
niet, zo nee]
wordt de kloof met de ploegen boven ons nog weer groter.
2. Zony: zebra x pony. Een zoöfaag [voedt zich met dierenvlees] is nu eenmaal geen fytofaag [planteneter]. Hij zoomde [internet- en videobellen] met de app Zoom zijn ingezoomde foto. Een zotsstok is een narrenstok of marot. Het gezouten zoute vlees was goed van zoutte. Dat vissersbedrijf doet zowel aan zout- als aan versvaart. De Zoutzee is de Dode Zee. Een zp'er is in NL een zzp’er [zelfstandige zonder personeel]. De ZSM-aanpak staat juridisch voor asap [as soon as possible], z.s.m. [zo spoedig mogelijk] Zij is zu haben [beschikbaar voor relatie of seks]. Hij ook? Zulks hadt ge toch niet gewild? Het was zum Kotzen en maakte me zum Tode betrübt. Ze kenden het zweitje [kneep, foefje]. Hou op met die zwets [gezwets, kletspraat]. De crimineel vreze de uitspraak van de rechtbank. Hij zit in angst en vreze. Verder gaat het hem naar den vleze. Zijn familie vreest het onheil met grote vreze. Een brunhilde [uu, ih] is een walkure [uu] [forse, blonde, struise vrouw]. Mijn Platamsterdamssprekende familie heeft het over kantielje i.p.v. can(ne)tille en vanielje is vanille. Kwestie van antiherverfransing.
3. Ze zeggen ook: ik ben van de familje. Woorden (beetje onbekend) op *ille: affodil(le) (plant), à merveille (prachtig), apostil(le) (vraag op akte om advies), baskerville (lettertype), bastille (fort – B = gevangenis, Parijs), bidonville (voorstad met krottenwijken), bougainville(a) (plant, trinitaria), brille (briljantie), calville (tafelappel), cedille (onder c: ç), chenille (fluweelkoord), cochenille (cactusschildluis), codille (dubbel verlies in het omber- en quadrillespel), coquille (Sint-Jacques, schelp), drille (drel, lap, vod), écaillé (geschubd), en famille (onder elkaar, in huisgezin), escadrille (vliegtuigen), (e)spadrille (linnen schoen met touwzool), euville (Franse kalksteen), faille (tafsoort), fils de famille (zoon van goeden huize), harentwille, fouille (BE: fouillering), gargouille (waterspuwer), grille (grill – auto) grenaille (steengruis), en grisaille (grauwschildering).
4. Verder: hil(le) (heuvel), jonquille (gele narcis), kehille (kille, joodse gemeente, kehila), koedille (stinkende kamille), manille (zeker kaartspel), marmaille (troep snotneuzen, kleine kinderen), marseille (katoenen stof), megille (wetsrol), Megille (Megilla, Megila, Estherrol), mille (duizend), orseille (purperrode kleurstof), nonpareille (nonparel, lettertype, grootte 6 punten), pacotille (vrachtvrije goederen kapitein en schepelingen), paille (strogeel), passacaille (passacaglia = muziekstuk of dans), pastille (Drostes pastilles), peccadille(s) (kleine zonde, pikkedillen), pointillé (zekere stof), postille (korte uitleg Bijbel), quadrillé (van weefsels: geruit), racaille (= rapaille, gepeupel), ratatouille (ratjetoe), represaille, reveil(le) (sein om troepen te wekken), rocaille (grotwerk – nabootsing grot), rouille (knoflooksaus) en sapotille(boom).
5.
En ook nog: sibille (raadselachtige
vrouw),
spadille (schoppenaas,
ook: hoogste troef),
tefille (ook:
tefila, gebed, gebedenboek),
tenaille (buitenwerk
vesting),
trouvaille (knappe
vondst),
vaudeville (toneelstuk), verre-muraille
(mozaïek,
muurglastableau)
en vrille (tolvlucht
vliegtuig).
Hij zit in een hiëronymietenklooster [Lissabon,
niet in wdb.]. Een
hinkjambe is een choliambe. Het episch centrum, waar epiek beoefend
werd, verwerd tot een epi- of hypocentrum [aardbevingshaard]. In juni wordt er op buní’s
[tonijn]
gevist. Een biná
(hert)
is nu eenmaal geen buní
en al helemaal geen buna
(synthetisch
rubber).
De boslandcreolen (bosnegers,
excusez le mot)
zijn marrons (dyuka,
met hoofdletter D
= van een bepaalde stam)
en dragen o.a. kamisa's (lendendoek
of -schort, pangi, pantje, paan).
6.
Een hart-en-vaatziektendokter houdt zich bezig met hart- en
vaatziekten. Een 3, 4 en 5-steek is een vijfsteek. De aagtappelen
waren in de aacht(e)
(haagt(e) - onderaardse gang)
opgeslagen. Dan valt er weinig te genieten, als je amuzisch [kunst] bent en
aan amusie lijdt [amusisch bent] … Weet je, het is maar een weetje, hoe je ‘z’je’
en ‘w’tje’ schrijft … Een voorbeeld van Hindoestaanse muziek
is de baithak gana: die komt niet uit Ghana! Is bone
china [boon-tsjaai-nuh]
hetzelfde als blanc de Chine? Niet helemaal, denk ik. Haar booty [achterwerk] kwam goed uit boven die
bootees [laarzen]. Met veel kapsones kun je capties of begijne maken [drukte]!
Chitarrones
(ook:
‘s)
zijn luiten, gitarrons zijn basgitaren, bespeeld door de mariachi’s [Mexicaanse straatmuzikanten].
Hij haalde [in
cijfers]
een
8 plus, een 8-plusje, een 8 plusresultaat, of [in
letters]
een acht plus, een achtplusje of een achtplusresultaat. Die
dronkenman zal wel een goede snee aan hebben.
7. Vient de paraître, die nieuwe roman. Van 3x2
+ 4x = 7 zie je zó een oplossing: x = 1. Een kwadratische vergelijking
heeft vaak echter 2 oplossingen (zonder verdere uitleg: als van ax2
+ bx + c de zogenaamde discriminant D = b2
– 4ac > 0 is!). Hier proberen we het met ontbinden: * 3x2
+ 4x – 7 = 0. Vanwege die x = 1: (x – 1) (ax + b) = 0. De a kan
alleen 3 zijn en b 7 (4 klopt dan) --- > (x – 1) (3x +7) = 0. Voor
de tweede oplossing geldt dus: 3x + 7 = 0, x = -7/3. Zo, op naar
de bijles! Controle, nog even (*): 3 maal -7/3 maal -7/3 + 4 maal -7/3
-7 = 49/3 - 28/3 - 21/3 = inderdaad 0! Een apc’tje
is bereid uit acetosal,
fenacetine
en cafeïne.
De eolusharp reageerde op de wind die over het aquarium met de
aeolissen [naaktkieuwige zeeslak] streek. De Leidse Alma Mater [universiteit] is niet zomaar een alma mater.
Nooit geweten: van die antilopebeesten [n/s] maak je antiloop (stof,
geen mv.).
De vicomte en vicomtesse zijn burggraaf en -gravin. Zorg voor victus
et amictus: eten en kleren. Victis honos: eer aan de overwonnenen.
8.
Een chrestomathie
[tie]
is een bloemlezing. Die muur is mooi musivisch [met mozaïeken] aangekleed. In de
betekenis ‘versiersel’ mag je appliqué ook wel applique noemen.
In Duitstalige gebieden hebben ze een qwertzklavier [toetsenbord]. Een
doom-and-gloomverhaal [GB]
gaat over doom en gloom [VD].
Baksjisjen
[ie]
(ook
die voor de hasjiesj)
zijn gewoon baksissen
[ih] (fooi) .
De bard [zanger] trad op op de bart [brugdek]. We
zijn letterlijk die boot ingegaan, maar vervolgens figuurlijk de boot
in gegaan. De dubbeltwee en de dubbelvier gingen domineren [domino spelen]: dat
leverde een dubbelzes op [lemma
VD, wel sub lemma: dubbel vijf; dus ook 'dubbel zes' is zeker verdedigbaar].
De
BMI
is de body
mass
index
en QI
de queteletindex [maat voor overgewicht].
Bonheurs
zijn gewoon bonheur-du-jours [salonkastje]. De
verlorenwas- is de
cire-perduemethode [maar één afgietsel van de vorm - verloren was, cire perdue]. De kokette [koket meisje, ijdel, behaagziek] en
cocasse [zot, koddig]
cocotte [prostituee] liet zich horen. Een
compère is een compeer [kameraad, gezel]. Pas op voor die curieuzeneuzemosterdpotten [curieuzeneus = erg nieuwsgierig]!