Dictee Vragen, vragen, vragen
1. Komt *iseren voor? Ja: als trefwoord 522 [2019: 534] maal, o.a. vaarwateriseren ... En *yseren? Ja: analyseren, dialyseren, elektrolyseren, hydrolyseren, katalyseren, metanalyseren en paralyseren (het basiswoord heeft steeds al een y). En *izeren? Nee, net zoals *yzeren.
2. Zijn er woorden op *cendant? Ja: ascendant en descendant [in astrologie]. En *cendent? Ja, bnw. transcendent en descendent (dat laatste vind je niet met *cendent, alleen het mv. is trefwoord, dus wel met *cendent*). Met *cendant* verder niets, met *cendent* ook nog: ascendenten, ascendentenverdeling, ascendentie, condescendentie (neerbuigendheid), descendentie, descendentieleer, transcendent, transcendentaal (jenseitig, tgov. diesseitig), transcendentie, transcendentalisme en transcendentiegeloof.
3. Hoeveel woorden *itis staan er in Van Dale? Antwoord: 158 [2019: 162]. Veel betreffen ziektes (ontstekingen), zoals cholecystitis (galblaasontsteking), cystitis (blaasontsteking), wiiitis (gevolg van gamen met een Wii), thyreoïditis (schildklier), synovitis (gewrichtsvlies), spondylomyelitis (wervels en ruggenmerg), refluxesofagitis (slokdarm), pyleflebitis (poortader) en fasciitis (bindweefsel). Een paar leuke andere (vaak vermeende 'ziektes') zijn: aanstelleritis (aanstellerij), bibberitis (hevig moeten trillen), fitis (vogelsoort), omatitis (regelzucht oma's), reglementitis (regelzucht, ook: regulitis), scandalitis (belangstelling voor schandalen), slachtofferitis (het slachtoffer-zijn), spionitis (angst voor spionnen) en vergaderitis (alsmaar willen vergaderen).
4. En hoe zit het met *itus? Dat zijn er minder: 46 [2019: idem]. Veel met spiritus, etc., maar ook coïtus [NL] en coitus [Latijn! ***] illicitus (coitus damnatus, bloedschande), decubitus (doorliggen), diabetes mellitus (suikerziekte), introïtus, praecepto monitus = gewaarschuwd door een goede raad, praemonitus, praemunitus = een gewaarschuwd man telt voor twee (vgl. Engels forewarned, forearmed), primogenitus = eerstgeborene, radicitus = tot de wortel, geheel en al, radicaal, ritus met meervoud ritussen (en rite met meervoud riten of rites), testis auritis = oorgetuige (van horen zeggen ...), tinnitus (oorsuizen) en Titus (brief van Paulus, Bijbelboek).
*** Heel prettig: bij zoeken kijkt VD helemaal niet naar accenten, cedilles, etc. etc. Heel handig (meestal).
5. Komt *ibis voor? Slechts 3 maal [2019: idem]: ibis (vogel) en kaalkopibis = kuifibis. Bij de voorbeeldzinnen: heilige ibis (= nijlreiger) en rode ibis (flamingo: Eudocimus ruber). Binnen artikelen, sub lemma, vallen nog te melden: alibi (wegens mv. alibi's ! VD kijkt niet naar spaties, apostroffen, accenten, etc.), evenzo: habibi's (schatjes), de koereiger (Bubulcus ibis), de schimmelkopooievaar of Amerikaanse nimmerzat (Mycteria americana) en de tantalus, de Afrikaanse nimmerzat (Ibis ibis).
6. Denkend aan gribus (rotzooi) willen we dan natuurlijk ook *ibus weten. De oogst is 46 stuks groot [2019: 47], waaronder (een selectie): arrectis auribus (met gespitste oren), ceteris paribus ([s], als het overige gelijk is – c.p. – met name in de economie), conjunctis viribus = met vereende krachten, gibus (klaphoed), in baribus (schertsend: contant), in (puris, puribus) naturalibus = naakt, omnibus (verzamelboek, vervoermiddel), propria quae maribus = (mv.) dingen die echtelieden passen, pro viribus = naar vermogen, salvis exceptionibus = behoudens uitzonderingen, semper, ubique et ab omnibus = altijd, overal en door allen (toegepast op de geloofsstellingen van de rooms-katholieke kerk), ski-, strooi-, mini- en taxibus, totis viribus = met alle kracht, uit alle macht en ten slotte tribus = wijk, kiesdistrict in Rome.
7. Op *icis vond ik bij de trefwoorden alleen [2 stuks, ook in 2019]: in politicis, in de politiek, in politieke kwesties en sumptibus publicis = op overheidskosten.
8. Op *icus scoorde VD maar liefst 625 [2019: 677] treffers, waarbij: de homo economicus, de rector magnificus, de ijshockeyhistoricus en de testis classicus = de volkomen betrouwbare getuige.