maandag 10 juni 2019

1639 Dictee maandag 10 juni 2019 (1) dictee Oefendictee november 2016 (10) √

Dictee - dictees [1639]

Dictee 032 Oefendictee november 2016 (10)

1. Hier zijn al onze biljetten: B-biljet (belastingbiljet voor de aangifte van inkomsten- en vermogensbelasting), C-biljet (in NL: aangiftebiljet inkomstenbelasting – ib – voor buitenlands belastingplichtigen), E-biljet (in NL: aangiftebiljet inkomstenbelasting verkorte versie), F-biljet (in NL: aangiftebiljet inkomstenbelasting voor nabestaanden van een overledene), M-biljet (in NL: aangiftebiljet inkomstenbelasting voor wie een deel van het jaar buitenlands belastingplichtig is), O-biljet (in NL: aangiftebiljet inkomstenbelasting voor ondernemers), P-biljet (in NL: aangiftebiljet inkomstenbelasting uitgebreide versie), T-biljet (in NL: biljet waarmee een te veel betaald bedrag aan loon- en/of dividendbelasting, en aan premies AOW of AWW kan worden teruggevraagd), Tj-biljet (in NL: teruggavenbiljet jongeren, biljet waarmee personen jonger dan 30 jaar een te veel betaald bedrag aan loon- en/of dividendbelasting en aan premies AOW of AWW kunnen terugvragen), tov-biljet (in BE: biljet waarmee tram- en busreizigers goedkoop met een taxi kunnen rijden, de letters staan voor taxi, openbaar vervoer) en VT-biljet (in NL: aangiftebiljet voor voorlopige teruggave). Verder nog: geleibiljet, heen-en-terugbiljet, 50 eurobiljet (vijftigeurobiljet), cruzeirobiljet [vroegere munt Brazilië – BRB – thans real = BRL], en vrijbiljet. 

2. Met '*belasting*': AOW-belasting (NL, ook: AOW-heffing – Algemene Ouderdomswet), CO2-belasting [CO2-heffing] en doorkijkbelasting (BE: belasting op vermogen dat in een offshoreconstructie aan het oog van de fiscus onttrokken wordt = kaaimantaks).

3. Met '*tax*': animal disputax (iemand die redetwist louter om te redetwisten), ataxie (medisch: stoornis in de samenwerking van de spieren), chemotaxis (biologie: beweging van een organisme in een bepaalde richting onder invloed van een chemische prikkel), cytotaxonomie [zekere classificatie], epistaxis (medisch: neusbloeding), reotaxis (beweging van organismen gericht volgens de stroom van het water), taxfreeshop, taxusbeplanting [taxus = venijnboom], taxiën [van vliegtuig], taxis (biologie: beweging van vrij levende organismen of cellen, gericht door een prikkel), taxol (kankerremmend medicijn), taxon [biologie: naam voor categorieën als variëteit, soort, geslacht, familie enz. (door H. J. Lam ingevoerd)], taxshelter [bedrijf betaalt minder belasting] en taxshift [belastingverschuiving], taxiondernemer en privétaxi.

4. Binnen artikelen komt '*tax*' voor bij: ADCA (autosomaal dominante cerebellaire ataxie (ziekte waarbij een degeneratie van de kleine hersenen optreedt)), betjak (= betjah; fietstaxi in Indonesië), buxi [lijntaxi: bus + taxi], cab [taxi in Engeland], douglasspar, ebit [earnings before interest and taxation = bruto bedrijfsresultaat vóór rente en belastingen, gebruikt als maatstaf voor de operationele gang van zaken in een bedrijf ], ebita [earnings before interest, taxes and amortisation = bruto bedrijfsresultaat vóór rente, belastingen en afschrijvingen (op goodwill), gebruikt als maatstaf voor de operationele gang van zaken in een bedrijf], ebitda [earnings before interest, taxes, depreciation and amortization = bruto bedrijfsresultaat vóór rente, belastingen, afschrijvingen (op goodwill) en herwaarderingen, gebruikt als maatstaf voor de operationele gang van zaken in een bedrijf], écriture artiste [impressionistische prozastijl, gekenmerkt door ongewone woordvorming en syntaxis], porseleinrijden [vrijen achter gesloten gordijnen in taxi], snottebel [ook: slonzige vrouw], surtaks [belastingverhoging tot bescherming van bijzondere belangen], Standaardnederlands, takin (gnoegeit, rundergems) en vetprijzen [van geslachte rund + gezellige avond].

5. Met '*taks*': Bataks (bnw.: van de Batakkers), ecotaks, kleptocratentaks [rijken, graaitaks, voor hoge salarissen], kopvoddentaks [hoofddoekbelasting], obesitaks [op dikmakende – GB – producten + reclame ervoor], paktaks [verpakkingen], robinhoodtaks of -belasting [topinkomens belasten t.b.v. lage inkomens], stootaks (!) [aks, bijl], takschurft [tak, perenboom], taksshift [zie eerder: taxshift], takshita (traditioneel Marokkaans gewaad bestaande uit een jurk en een veelal rijkversierde overjurk, door vrouwen gedragen ter gelegenheid van feestelijkheden e.d.), tobintaks [belasting op financiële transacties], tweetaks (in NL: belastingstelsel met een uniform ib-tarief en een toptarief) en vlagsurtaksen [bevordering in- en uitvoer onder nationale vlag]. Binnen artikelen komen we ook nog de teckel [hond] tegen.

6. Uiteindelijk was die partneruil (!) van de oehoesoort de wijste van de twee.

7. Single spelen is singelen en bij dubbelspelen wordt er gedubbeld.


8. Die Simpelmans is geen saaimans. Ook op silvesteravond [oudejaarsavond] werkte hij als sylvester [mijnbouw: stijlentrekker].

9. Bij zo'n simulacre [schijnvertoning] kun je toch niet lijdzaam sine ira et studio [onpartijdig, onbevooroordeeld] blijven!

10. De cytoloog [celkundige - celbiologie], een gekend zytholoog [bierkenner], woonde een lezing over sitiologie [ook: sitologie, voedingsleer] bij.

11. In Marokko was de sirocco [hete woestijnwind] verzengend. Ze spraken Darija [in Marokko gesproken variant van het Arabisch] en ontcijferden Tifinagh [Berberschrift, Berbers symbolenschrift]. De taal van de Berbers is het Tamazight.

12. Volgens de sjoumer [controleur op de kasjroet, geheel van joodse spijswetten] werd er in de sjtetls [kleine joodse gemeente, m.n. in
Oost-Europa]
veel gesjaukeld [heen en weer bewegen bij gebed, ook: sjokkelen] en gesjouweld [babbelen, kletsen].


13. Na het slamdancen [bij popconcert met z'n tweeën opspringen en op hoogste punt elkaar een duw geven] en voor het slapengaan keken ze nog een slashermovie [zeer bloederige horrorfilm].
 
 


zondag 9 juni 2019

1638 Dictee zondag 09 juni 2019 (4) dictee Oefendictee november 2016 (8) √

Dictee - dictees [1638]

Dictee 030 Oefendictee november 2016 (8)

1. Na het drinken van taffia [rum uit suikerriet] en ratafia [fijne likeur] gingen ze raffia [palmvezels als bindsel] kopen. Bij de mocromaffia [Marokko] steken ze vaak een saffiaantje (saffie = sigaar, sigaret) op. Ook de cybermaffia is maffia-achtig. Met epitafia (enk.: epitafium) of epitafen (enk.: epitaaf) worden grafschriften bedoeld.

2. Doe maar gewoon (niet bijzonder dus), doe maar recht op en neer. Heb jij weleens seks in de missionarishouding (zie de Dikke Van Dale), een (recht-)op-en-neertje, bedreven? Die strip staat bekend om zijn recht-op-en-neerkarakter [recht op en naar = 'gewoon']. Een recht op-en-neer is trouwens een gewone (oude of jonge) klare. Een cilinderzuiger gaat (recht) op en neer.

3. Hij schrijft altijd erg rechtop (steil), hij zit rechtop in bed, hij loopt en zit rechtop en hij kan zich op het gladde ijs moeilijk rechtop houden. Punkers dragen stekelhaar, rechtopstaand haar (hanenkam, mohawk). Door de boze droom schoot hij rechtop. Voordat je een paal de grond in slaat, moet je deze rechtop zetten. Een aardse kijker geeft een rechtopstaand beeld. Het achterlijf is het achterste deel van het lichaam van niet-rechtop gaande dieren. Een antefix is een rechtopstaande siertegel. Een bilboquet is een soort van duikelaartje [ook: vangbekertje met ermee verbonden bal]. Een cromlech is een laatneolithische steencirkel, bestaande uit grote rechtopstaande stenen, die om een nog grotere steen geplaatst zijn. De homo erectus is de rechtop gaande mens. Wat is de structuur van een ithyfallisch vers? Antwoord: – * – * –  [streep = lang, * = kort]. Een keeshond heeft rechtopstaande oren. Ook een loutrofoor (hoge vaas, ca. 1 meter) heeft rechtopstaande oren. Een orthostaat is een rechtopstaande stenen plaat. Een pinguïn is een rechtop gaande watervogel. De pithecanthropus erectus (letterlijk: de rechtop lopende mens) wordt ook javamens genoemd. Een plusteken is een rechtopstaand kruisje. Uit eerbied en bewondering gingen we rechtstaan na de uitvoering van de passion [pah-sjohn] (passie). Een ezel heeft steiloren: rechtopstaande oren (een wolf ook!). Water trappen doe je rechtop in het water. Een zeepaardje (!) zwemt rechtop. Een zoutzak zit niet rechtop.

4. Ziehier een rijke oogst aan '*quis*': (het communautair) acquis [k, niet: kw] (totale verzameling wetten van de EU], acquisitie [kw – verwerving], een aliquis in omnibus, nullus in singulis (iemand die een beetje thuis is in alles, maar niets geheel beheerst – een manager weet steeds meer van steeds minder tot hij niets van alles weet; een expert weet steeds meer van steeds minder tot hij alles van niets weet), antiquiseren (antiek doen lijken), cadavre exquis [k] (een collectieve tekst), ceux qui savent (zij die (het) weten), conquistador (Spaanse veroveraar van Amerika in de 16e eeuw), croquis [k] (schets), exquis [k] (exquise, meer exquis, meest exquis – GB ook: exquiser, exquist – exquisiet = uitgelezen, voortreffelijk), franquist en franquisme [k] (politieke beweging Spanje), fresquist (frescoschilder), grootinquisiteur (voorzitter), haud passibus aequis [kw] (van navolgers: ver achterblijvend bij hun voorbeeld), le goût de la perfection qui stérilise (het onvruchtbaar makende verlangen naar volmaaktheid), maquisard en maquis(e) [verzet Zuid-Frankrijk 1942-1944], perquisitie [kw] (o.a. huiszoeking), qui s'excuse, s'accuse (wie zich verontschuldigt, bekent daardoor juist dat hij schuldig is), quisling [kw] (collaborateur), cuisse [kwies] (culinair: gedeelte van een (gebraden) kip), reconquista (Iberisch Schiereiland heroveren op de Moren), requisitoir (eis OM = Openbaar Ministerie), sum qui sum (Ik ben die Ik ben, Exodus 3:14), ubiquist (voelt zich overal thuis), utraquist (calixtijn = avondmaal met brood én wijn) en ventriloquist (buikspreker).

5. Ten slotte nog wat hits op '*quic*': aquicultuur [visteelt, piscicultuur], donquichotterie [handeling of handelwijze die voortspruit uit onpraktisch en onberedeneerd idealisme], omne animal post coitum triste, praeter gallum qui cantat (na de coïtus is elk dier terneergeslagen, behalve de haan, die kraait), quiche [hartige taart], quiche lorraine [met spek en kaas], quick-and-dirty [snel, mindere kwaliteit, goedkoper], quick ratio [kengetal liquiditeit onderneming], quickstep(pen) [dans], quicunque vult (ieder die wil) en paddenstoelen- en tonijnquiche.

6. Dan nog '*quia*': credo quia absurdum (ik geloof het omdat het absurd is), reliquiarium (reliekschrijn of -houder) en colloquia docta (mv. van colloquium doctum = toelatingsexamen universiteit).

 
 



1637 Dictee zondag 09 juni 2019 (3) dictee Oefendictee november 2016 (7) √

Dictee - dictees [1637]

Dictee 029 Oefendictee november 2016 (7)

1. Is 'ontslapen' een eufemisme voor 'sterven', 'zeik- of kloteweer' is een dysfemisme voor 'slecht weer'. Waarin verschillen reserva [Spaanse wijn na rijpen op fust langere tijd op fles gerijpt is] en crianza [idem: kortere]? Op de keper beschouwd is die keeper zo slecht nog niet.

2. Met '*serv*' (een selectie): ars artium omnium conservatrix (de kunst die alle andere bewaart, t.w. de boekdrukkunst), arte conservatus (formeel: door kunst behouden, bewaard), at your service (Pim Fortuyn), cavaliere servente (gedienstige ridder, vaste begeleider en minnaar van een gehuwde vrouw), client-serversysteem [client verbonden met netwerk, server = achtergrondcomputer], coitus reservatus (carezza – geslachtsgemeenschap met opzettelijke terughouding van de ejaculatie), coming backservice (bedrijfslasten naar toekomstige jaren verschuiven), [cijfers] 24/7-service [dag en nacht], fullservicebureau [volledig pakket t.a.v. marketing],
POP-server [e-mailberichten uitwisselen – Post Office Protocol], proxyserver (firewall), SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, adviesorgaan), foto- en video-observatie, serve-volley, serviette (NL: mét 'tuh' – servet; een serviet is een bedelmonnik), servitus personae (persoonlijke dienstbaarheid), maan- en Marsobservatorium, Servo-Kroatisch spreken, (imitatorum) servum pecus (de slaafse kudde na-apers; die doen aan na-aperij), contraobservatie en stand-byservice.


3. Met '*serf*' (een selectie): pantserfort en -fregat, een Serf en
laisser-faire [vrijlaten mensen in hun economische handelingen].


4. Met '*kote*' (een selectie): (ben je) bekotebikkerd? [mal, dwaas], een kalfskotelet, een côtelette suisse [gevuld met ham en kaas] en een ribkotelet.

5. Hij zou zijn ei niet kwijt kunnen, maar is ongelukkigerwijze ook nog een ei kwijtgeraakt.

6. Zij heeft haar maagdommetje versnoept en hij kijkt alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft. Zou hij overigens een oortje in hebben, er de pee (p) inhebben en ook nog spraakwater inhebben [dronken zijn]? De kanarie heeft al het kanariesnoepzaad opgesnoept. Klein Mariaatje kreeg een poepsnoepje [zetpil] en ze kreeg – asjemenou – ook nog een echt snoepie toe. Weet je dat er voor de islamitische snoeperij zelfs halalsnoep is? Ik kreeg het uitgebreide inkopenlijstje van Sint-Nicolaas onder ogen: babbelaars [spekje], babelutten (karamelachtige snoepjes), boerentenen [zeker snoepgoed], borstplaatjes [rond snoepje], candy(bar = snoepreep), uitgebreide confiserie [verfijnd snoepgoed], cuberdon (een neus = paarskleurig, kegelvormig snoepgoed met harde buitenkant en gelatineachtige vulling), medicinale drop, fruittella's [taaie substantie met fruitsmaak], gomballen [gesuikerde Arabische gom], griottes (hoestbonbons), guimauves (gekleurd snoepje in de vorm van een madonna), halloweensnoep (!) [voor Halloween], heksenhaar [dropveter], (van de) kapittelstok (likken) [= zijn deel krijgen, ervan lusten], (als een kind in de) snoepwinkel [watertandend, niet weten wat te kiezen], lekkers, lekkertje [ook: snoepje], likkepot [snoeper], mietnasser (souteneur, pooier, eig.: meesnoeper), nasjen (lekker eten), okkie (iets met geroosterde rauwe groene erwten), piñata's (écht uit Spanje! – ophangen en stukslaan), rotsje [gebakje, bonbon of snoepje], salmiakpoeder [bruin], smikkelen [snoepen], smok [snoepgoed], snuisteren [bedrijvig zoeken], snaaien [snoepen], snack- of snoepgroente [minigroente], sneukelen [snoepen] en sneuken [idem, in stilte genieten], (die deerne is een) snoei [snoepje, aardig, mooi meisje], (in WO II de) snoepkaart [distributiekaart voor snoep], snoepsaté [spek(kie) op een satéstokje], spekkies [zacht snoepgoed], spinnenkop [kokos en suiker in de vorm van een spin], stoetboom [Groningen: tak met kleine broodjes en snoepjes], strooiavond [5 december], toffee (kokinje, karamelbrok), toverballen [kleurbal, verschillende lagen], tumtums (tumtummetjes = gekleurde pepermunt en gomballetjes), wijnballen [met zuurachtige smaak], winegums [zoet, halfdoorzichtig, meestal felgekleurd taai snoepje op basis van Arabische gom] en frambozen- [met frambozensmaak] en mintzuurtjes [idem: mintsmaak].

7. Uitrustend van de malagueña [dans] kreeg ik van een paar verdwaalde mammelukken [soldaat van een Egyptische ruitermilitie] wat ariary's [munt Madagaskar – MGA – voorheen de Malagassische frank – MGF] om een makartboeket [droogbloemen, grassen] te kopen. Zij spraken Malagasi [taal Madagaskar], Malayalam [Dravidische taal Zuid-India] noch Mandarijnenchinees en dan kom je in de Malagassische contreien niet ver. Altijd met taal bezig, heb ik ook maar even alles met '*maison*' gecheckt: een maison de passe, de
rendez-vous en de société zijn alle (eufemistisch) bordelen, een maison de plaisance is een lustslot, een buitenhuis en een maison de santé is (eufemistisch) een particulier ziekenhuis, met name voor geesteszieken; ook modehuizen en -zaken worden wel met 'maison' aangeduid. Een maisonnette is een appartement met eigen toegang, waarbij woon- en slaapverdieping boven elkaar liggen. Een petite maison is (eufemistisch, antoniem: dysfemistisch) de woning voor een maîtresse en een spécialité de la maison is een product, m.n. een gerecht of een drank, dat in het bedoelde huis [zoals restaurant, etc.] bijzonder goed bereid wordt.


8. De maréchale (maarschalkse) vierde Vastenavond (mardi gras) altijd in haar uppie en niet met haar leescluppie. Ze heeft van de kapittelstok gelikt: ze is zwanger.

 
 



1636 Dictee zondag 09 juni 2019 (2) dictee Oefendictee november 2016 (4) √

Dictee - dictees [1636]

Oefendictee november 2016 (4)

1. De niet van sophistication [wereldwijsheid] gespeende sophisticated (mondaine) lady mag je best wel gesofistikeerd (ook: gesofisticeerd = verfijnd, mondain) noemen. Ze kende immers de ladyamherstfazant, ze wist ook wat gymnosofisten [bij de oude Grieken: Indische asceten en yogi’s] waren – een sofiste is overigens een drogredenaarster – en dat bier of wijn gesofisticeerd kan zijn [suiker toevoegen i.v.m. gisten]. Ze kende het Bijbelboek Sophonias (Vulgaat, afko: Soph., zeg maar gewoon Zefanja) en ze kende ook iemand op het philosophicum [rooms-katholiek: opleiding na het kleinseminarie, voorafgaand aan de theologiestudie], die esofagitis [slokdarmontsteking] aan zijn oesophagus [slokdarm] had. Toch heeft ze de lapis lazuli, de steen der wijzen, nog steeds niet gevonden. Wel hing haar man Theo de theosofie [mystiek-filosofische stroming] aan. Zulke prominente solisten als Clara Schumann, Leopold Auer en Sophie Menter [niet in wdb.] zul je niet vaak tegenkomen. Hun buurman, een doctor philosophiae, heeft als afko: dr. phil. (ook wel: ph.d. of PhD). Ik vind sofiekruid mooi. Als een filosoof overdacht ik de voorafgaande zinnen.

2. Reken maar. De k.g.v. [kleinste gemene veelvoud] van [cijfers] 20 en 30 is 60, de g.g.d. [grootste gemene deler] ervan is 10. NB Het product van 2 getallen is altijd gelijk aan het product van g.g.d. en k.g.v.! Een averijberekenaar of dispacheur berekent de averij-grosse [onkosten, schade omgeslagen over schip, lading enz.]. Ook een derde-betaler kan op een derdenrekening geld storten. In de differentiaalrekening noemt Newton de differentiaalquotiënten fluxies. Al fluks had ik dat door. Was is een g-rekening? Een geblokkeerde rekening waarop een hoofdaannemer bij uitbesteding van een werk dat gedeelte van de aanneemsom stort, dat bestemd is voor sociale premies en loonbelasting. Met een rekenblad of spreadsheet kun je ingewikkelde calculaties [berekeningen] uitvoeren. Heb je de gas- en lichtrekening al betaald? Het Rekenhof kennen ze in België, de rekening-courantverhouding ook in Nederland (net als de Algemene Rekenkamer). Op een prinsenkwartiertje [te laat beginnen] kun je niet altijd rekenen. Waarvoor gebruik je een annuïteitentafel [steeds gelijkblijvende rente + aflossing bij schuld] volgens Bartjens (VD ook: Bartjes). Doe maar met de pocketcalculator, als je aan dyscalculie [rekenblindheid] lijdt. De derdemachtsworteltrekking uit 27 levert 3 op. Die Pythagoras kon toch wel goed rekenen met al die hypotenusaatjes. Hoe ziet de verlies-en-winstrekening eruit? Niet elke rekenmachine is een calculator of japanner, laat staan een turingmachine [abstracte rekenmachine], waarbij je overigens geen Algol, Basic, C, C++, Cobol, compilertaal, Fortran, Java, Lisp, Pascal, Perl of Prolog als computertaal gebruikt. De centrale verwerkingseenheid van een computer duiden we aan met cve, ook wordt de term CPU, central processing unit, gebruikt.

3. Je moet geen appels met peren willen vergelijken: daartoe doe ik een dringend appel op je. Een goudrenet wordt ook wel een reinette genoemd. De Gouwenaar met gouwenaar [lange Goudse pijp] pookte in de konijnenpijp op zoek naar zijn gouwenaar [konijn]. Ze wisten het vroeger al: p [RL - VD heeft P] is een papje dat pikt aan een peer. Hoe bevallen die gebakken peren? Niet vergeten te melden: Jan, Peer en Pauw, Peer de Schuimer en de peer [ie] uit het Engelse Hogerhuis. Ze spelen de eerste Peer Gyntsuite van Grieg. In mijn perenboekje vind ik: de blanket, de bloedpeer, het boomkankermeniezwammetje (vijand van appel en peer), entre la poire et le fromage [bij het dessert, terloops], de gieser wildeman [fruitkweker K. Wildeman, boomgaard aan rivier de Giessen, Alblasserwaard], de herfstbergamot (het sapperdegroentje), de worg- of kroppeer, de lijzebet , de lange luit(e) [lange grote peer], de muskuspeer, uit Japan de nashi, (!) de peerreview [collegiale toetsing] en de saffraanpeer. Dat is echt kut met peren en het slaat als kut op dirk! Wat is de junival? Afvallen van kleine appels en peren als natuurlijke selectie. Ook machochels (ook: machoechels – peren) kun je eten. Bij appelen en peren kan parthenocarpie [vorming vrucht uit vruchtbeginsel zonder voorafgaande bevruchting] optreden. Met een poire belle Hélène ben ik erg verguld. Wanneer vond het Aardappeloproer plaats [1917, voedselschaarste, WO I]? Heerlijk zo'n appel-kaneelcake.

4. In de fruithandel kennen ze de aagt- of aagjesappel, de appelbeignet [schijfje zure appel, in beslag gedoopt en daarna in boter of olie gebakken], de appelcarré (eenvoudig gebak), appeler un chat un chat [het kind bij de naam noemen: eerlijk voor zijn mening uitkomen = scapham scapham dicere], de appelkroet [afval (!), onrijpe appelen], de appellation contrôlée (afko: A.C. – kwaliteitsaanduiding voor wijnen ), de appelrelish [lang houdbaar, gekookt mengsel van groenten en specerijen dat als bijgerecht gegeten wordt], de ceder- [etrog, paradijsappel, citrusvrucht] en custardappel [cherimoya], de erisappel (!) [twistappel, Eris = godin der tweedracht], de appelsoufflé [warm gerecht met gesouffleerd eiwit], de grannysmithappel (ook: granny smith of granny), dat is geen (h)appelepap – dat is niet mis!, dat is papperlapap! (onzin, gezanik – ook: papperlepap, pappeldepap), de kakiappel [lijkt op tomaat: dadelpruim, godenpeer, kaki4, kakivrucht, sharonvrucht], de kauwoerdappel [vrucht van kolokwintkomkommer], de kouweaardappelenbuurt, de sint-jakobs- [zeer vroeg, rond
Sint-Jakob
] en -jansappel [vroege appelsoort] en wappelsap [water + appelsap, ook: whisky of wodka].


5. De helikoptercrew had een helikoptervisie, of was het een helicopterview?

 
 


zaterdag 8 juni 2019

1635 Dictee zondag 09-06-2016 (1) - dictee Wekelijkse dicteetest 053 RL √

Dictee - dictees [1635]

Wekelijkse dicteetest 053 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?
Oplossingen: hieronder!
Bron: Oefendictee (oud) 553

1. De drie belagers werden ............ (in mootjes gehakt, tot moes geslagen).
a. getjintjangd
b. getjintjand
c. getjingtjangd

2. ............. is aarde uit .................
a. Terrasiëna               Siena
b. Terrasiena               Siena
c. Terrasiena               Siëna

3. Een ............ spoorlijn gaat over de ............ heen.
a. transalpiene              alpen
b. trans-alpiene             alpen
c. transalpiene              Alpen

4. Wat is het verschil tussen .................... en ....................? Juist: de beloning, 3 stuivers!
a. tienstuiversgasten                  zevenstuiverlieden
b. tienstuivergasten                    zevenstuiverslieden
c. tienstuiversgasten                  zevenstuiverslieden

5. Het lekkerst vind ik ..............., ............... oliebollen.
a. pasgebakken               versgebakken
b. pas gebakken              versgebakken
c. pas gebakken              vers gebakken

6. Stel je voor, een .............. (bananeneter) met een ............... (muts) op!
a. toerako             toepe
b. tourako             toep
c. tourako             toepe

7. ............. zijn gekko's en een ............... is een vertrekvlag.
a. Toke's             blue Peter
b. Tokees            blue Peter
c. Tokehs            Blue Peter

8. Bij ............ (vrij seksueel verkeer) zien we continu ............ gedrag.
a. promiscuïteit               promiscu
b. promiscuiteit               promiscue
c. promiscuïteit               promiscue

9. Hoe schrijf je '...............' en '...............'?
a. transalpijns                 Transjordanië
b. trans-Alpijns                Transjordanië
c. trans-Alpijns                Trans-Jordanië

10. Dit is een .............. genomen foto van de chirurg met zijn ............... (operatiemes).
a. trois-quart                 trois cart
b. trois-quarts               troiscart
c. trois-quarts               trois-cart

Oplossingen [053]: zie hieronder.

-----------------------------------------------------------------------------------------

Oplossingen [053]
1a 2b 3c 4c 5b 6a 7c 8c 9b 10b

Contact: leentfaarrein@gmail.com
 



1634 Dictee zaterdag 08 juni 2019 (1) dictee Oefendictee november 2016 (3) √

Dictee - dictees 1634]

Dictee 025 Oefendictee november 2016 (3)

1. In Nederland bestreed PvdA's defensiewoordvoerder wat de belse Defensiewoordvoerder (lid van de PVDA) daar gedebiteerd had.

2. Ondanks zijn myorrhexis (spierscheuring) kon hij de scriptie over mycorrhiza (zekere symbiose, ook: zwamwortel) toch voltooien. Met '*rex*' (een selectie): anorexia nervosa [ana, anorexia, boulimia nervosa, boulimie = eetbuienstoornis], bigorexia [lichaam niet genoeg gespierd vinden], brexit en grexit [Griekenland uit EU], citrex (in wasmiddelen), Doctor Extaticus (Dionysius de Kartuizer, Jan van Ruusbroec), grex venalium (een kudde huurlingen), imbrex (zekere bolle dakpan), lurex (zeker garen), megarexia [postuur te iel vinden], murexide (purperzuur), orthorexie (orthorexia nervosa = obsessieve drang om gezond te eten), par excellence [bij uitstek, uitnemendheid], par excellantiam [bij uitnemendheid], par exemple [bv., ook: wel nu nog mooier!], rex(konijn), rex apostolicus (Apostolische Majesteit), rex catholicus (mv.: reges catholici – titel Spaanse koningen), rex christianissimus (Zijne Allerchristelijkste Majesteit – Franse koningen), rex fidelissimus [Portugese koningen], stressorexia [anorexia door stress], superex-libris [in boekband ingeperst, supralibros], allerextreemst, Heideggerexegeet [existentiefilosofie], (Johannes) Vermeerexpositie en de tyrannosaurus rex [grote  vleesetende sauriër]. Verder niets met '*rhex*'.

3. Met de groeten uit de balletwereld: choreografie [ontwerpen balletten en dansfiguren], plié [knieën buigen], grand plié [idem tot gehurkte stand], demi-plié (idem: hielen op de grond, streepje: logisch toch?), (grand) battement [been gestrekt omhoog, grand: zo ver mogelijk], cambré [bovenlichaam naar voren, achteren of opzij], developpé [been opgetrokken naar voren, achteren of opzij], entr'acte [pauzenummer], fouetté (verlengde pirouette = draaiing om eigen as), KBvB (Koninklijk Ballet van Vlaanderen), prima ballerina [eerste danseres], relevé [lichaam op de tenen], retiré [voet langs standbeen naar de knie] en rond de jambe [met gestrekte voet cirkelbewegingen over de grond].

4. Met '*myc*' verder (zoek de betekenis maar op): actinomyceten [eencellig, verwant aan schimmels], adriamycine [antibioticum tegen kankercellen], antimycoticum [antischimmelmiddel], ascomyceten [zakjeszwammen = ascomycotina], aureomycine [oraal antibioticum], basidiomyceten [steeltjeszwammen = basidiomycotina], bleomycine [antibioticum tegen kankercellen], dermatomycose [huidschimmel], economyclass [goedkoopste rang in vliegtuig], economyclasssyndroom [vliegtuigtrombose, DVTdiepveneuze trombose, toeristenklassensyndroom], erytromycine [antibioticum tegen veteranenziekte], gasteromyceten [buikzwammen], helmmycena (!) [plaatjeszwam], lammycoat [bontjas, bont aan binnenkant], macromyceten [paddenstoelen], melksteelmycena [plaatjeszwam met wit sap], micromyceten [schimmels], mycelium [zwamvlok, schimmeldraden], mycena [zeker geslacht plaatjeszwammen], myceten [vero: zwammen], mycetisme [schimmelvergiftiging], mycetologie (mycologie: leer, studie van de schimmels en de paddenstoelen), mycofaag (bnw., znw. paddenstoeleneter/end), mycoplasma
[micro-organismen zonder celwand], mycose [schimmelinfectie], mycotoxine [gele regen, giftig product van schimmels], mycotroof [zich voedend via zwammen – symbiose – mycotrofie], myxomyceten [slijmzwammen], onychomycose [schimmelnagel], pyrenomyceet [kernzwam], rapamycine [sirolimus, tegen afstoting van transplantaten], schijfsteelmycena [kleine, witsporige plaatjeszwam], schizomyceten [splijtzwammen], schorsmycena [plaatjeszwammen op schors van bomen], streptomycine [vroeger: middel tegen tbc], terramycine [antibioticum tegen vele infecties, niet: tbc], vancomycine [tegen resistente bacteriën] en viomycine (tegen tbc).


5. Met '*myk*': a horse, a horse, my kingdom for a horse! (Shakespeare, Richard III), CMYKCyan, Magenta, Yellow, Key – zwart, black; vergelijk RGB = rood, geel, blauw en smiksem: boter (NL, Bargoens) – van het Friese 'smyksem' (smeersel).

6. De domstad Utrecht noemen ze (alleen!) aldaar Domstad. Hij peddelde een dory [open roeiboot] vol doreetjes [doré = bloemige aardappel] voort. "Je bent een ribbemoos van een vent" [sterke man, grote vent]. Daarmee wil je iemands naam niet graag bemosen [bevuilen, bezoedelen]. Ik heb een tijdlang gedacht: wat heeft de Eeoever wel, dat de IJ-oever niet heeft (of omgekeerd)? Ei zo na [bijna, op een haar na] had ik het eerdergenoemde 'laci' [eilaas, helaas] verkeerd geschreven. Welk verband is er tussen elleboog [gewricht], ellepijp [dikste been benedenarm aan de zijde van de pink] en ellenwaar of ellengoed [werd per el = 69 cm verkocht]? Gelovigen, bid tien weesgegroetjes en twintig ave mariaatjes. Die enkhuizer [bij touw] liet zich lastig ontwarren.

7. We eten vandaag een entrecoteje. Je moet dat in equatoriaal Afrika situeren. O ja, in Equatoriaal-Guinee dus? Meetkunde, meten maar: octogoon (achthoek), bis- en trisectrice [deellijn], conchoïde (schulplijn), epi- [baan van kleine cirkel die buitenom een grote cirkel rolt] en hypocycloïde [idem: binnen langs] , niet-euclidische meetkunde [niet: door 2 punten gaat één rechte (lijn)], piramide, parallellepipedum [scheef blok], polygoon [veelhoek], cosecans [secans van de complementaire hoek, secans is de reciproque van de cosinus], rico (richtingscoëfficiënt) en stereo(metrie) [= ruimtemeetkunde].

8. Je weet toch dat XXL extra extra large is? Heel simpel '*papier*': oud papier (wat zou GB's 'oudpapier' zijn?), calqueer- [voor overtrekken] en caoutchoucpapier [rubber in dunne vliezen: afsluiten tegen stof en vocht], eetpapier (ouwel), jezuspapier [Franse papiersoort], offsetpapier [voor offsetdruk, beetje ruw], papier collé [collage], papier-maché [papierafvaldeeg], rouwpapier [postpapier met zwarte rand],
presse-papier [papierdrukker], wc-papier en veloutépapier [voor het behangen].


9. Hoe schrijf je [cijfers]: '80-grams papier' [ook: tachtiggramspapier] en '80-grams A4-papier'?

10. Met '*zm*': AZM (Academisch Ziekenhuis Maastricht), azmari (Ethiopische griot), berlitzmethode [vreemde talen leren door spreken], boltzmannverdeling [equipartitie van energie], buzzmarketing [mond-tot-mondreclame] (ik buz, jij buzde, wij hebben gebuzd]), quizmaster, zmp'er [zelfstandige met personeel], EZ-minister (Economische Zaken), jazzmuziek (ook: acidjazzmuziek) en v.z.m. (voor zover mogelijk).

 
 



donderdag 6 juni 2019

1633 Dictee donderdag 06 juni 2019 (3) dictee Oefendictee mei 2016 (15) √

Dictee - dictees [1633]

Dictee 015 Oefendictee mei 2016 (15)

1. Een wabi is op de Antillen een peuldragende boom uit de mimosafamilie. Een wadi is een droge rivierbedding. De wakame [ee – krulwier] is een soort gekweekt zeewier. Een walaba is een zekere boom (die van het bijlhout). Een walapa is een forelzalm. Een walkure is een forse, struise vrouw, die haar naam dankt aan de noordse mythologie [de Walkuren, godinnen]. In BE vieren ze de Wapenstilstand [11 november – 1918, WO I]. Hiervoor gebruiken we het WAP: wireless application protocol. Een warimbo (SR) is een plant waarvan de stelen gebruikt worden voor het maken van vlechtwerk. Een warung of warong is een open eetkraampje. De wasabi is de Japanse hete groene mierikswortelpasta. Bij het wasi nemen, ga je in bad. Bij Waterloo heeft Napoleon een waterloo [GB – beslissende nederlaag] geleden. De bestandsextensie wav staat voor waveform audio file format (het bestand is dan in WAV-formaat).

2. Een Wayana leeft in het zuidoosten van Suriname. Hij heeft de daad wel degelijk bekend, welteverstaan. Zijn vrouw moest werkeloos toezien, hoe haar man werkloos werd. Zijn werk-privébalans is helemaal zoek. De Wetstraat [regering België] heeft dat zo bepaald. Van het wiiën met een Wii [spelcomputer van Nintendo] krijg je mogelijk wiiitis. Het wij-zij-gevoel is helemaal weg. Is windowdressing [mooier voorstellen dan de werkelijkheid is] het dragen van een ruitjesbloes? Nee, dus. De zomerspelen [als verkorting ook wel: Z] zijn de Olympische Zomerspelen, de winterspelen [als verkorting ook wel: W] de Olympische Winterspelen. Deze ditjes en datjes bevatten veel wat wist-je-datjes. Wat een WLAN [wireless local area network: draadloos netwerk van computers en randapparatuur, bv. binnen een gebouw of groep gebouwen – vgl. ook LAN (local area network) en WAN (wide area network)] is, weet je wel. Zij houden alleen wolvee. Timmerlieden gebruiken een wouter, een woutermannetje, een wouterlatje [stukje hout tegen wegglijden stijl of om waterpas een plank op te leggen].

3. Yes, ik ben een yep (young ethnic professional)! Met yorkatori's worden geestverhalen bedoeld. Een yu di Kòrsu is iemand die op Curaçao of daarbuiten woonachtig is, maar wel Papiaments verstaat en iemand die bereid is voor de vooruitgang van Curaçao te werken. Daarnaast accepteert een yu di Kòrsu de multiculturele situatie en de culturele diversiteit op Curaçao. Ook moet geaccepteerd worden dat de Afro-Curaçaose elementen het merendeel van de Curaçaose cultuur overheersen. Zakoeski zijn lekkere hapjes (BE, Rusland). Zavel is een zekere grondsoort. Een zbo (NL) is een zelfstandig bestuursorgaan. Dat is toch wel heel bijzonder: zee-ijs [in poolzeeën t.o. landijs]. Hij mocht zelf zijn zegje doen. Een zende is een stuk vlees van de slacht dat men aan iemand ten geschenke zendt (ook wel: een zeis).

4. Een zeste is (culinair) de zeer dun gesneden schil van een citrusvrucht. Het zionisme heet zo naar Zion (alleen GB, VD: Sion = oorspronkelijk de burcht van het oude Jeruzalem - het volk Sions, de dochter van Sion betekent: het Joodse volk – zionisme was vroeger het streven naar een nationale Joodse staat en thans tot het handhaven daarvan). Hij is een vreselijke zoetekauw. In een zottenkot wordt veel zotteklap voor zoete koek verkocht. Waar kan ik leren zoukdansen [zouk: dansmuziek bestaande uit een creoolse mix van Afrikaanse gitaarstijlen, Caraïbische pop en Amerikaanse funk]? De zoutte viel nogal tegen [vgl. het is dik van zoute: voor mekaar, in orde]. Met zulte wordt in de plantkunde de zeeaster bedoeld. Ik weet niet of die zumba, dat zumbaën, leuk is [zumba: fitnessprogramma dat gebaseerd is op Latijns-Amerikaanse muziek en dans]. Kan ik dat zwart-op-wit krijgen? Wat, hebben jullie op zolder nog een zwart-wit-tv? Een zwei is een winkelhaak.