zaterdag 2 juli 2022

2789 Dictee dinsdag 05-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (625) √

Dictee – dictees [2789]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 232, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (625)

Bijbeltaal (met dank aan Hanneke)

1. Er zijn heel wat bijbels: de armenbijbel (de biblia pauperum), de bajesbijbel, de groene bijbel [het groene Boekje] en de bijbel van 52 bladen [kaartspel]. Op de school met de(n) [archaïsch] Bijbel wordt meestal niet meer met de Statenvertaling (een statenbijbel met bijbelbeslag!) gewerkt. Sommige gezinnen hebben de Deux-aesbijbel [de Bijbel van deux aes] als familiebijbel, soms nog met gotische letter (Duitse letter). Bekend zijn ook de zakbijbel, de huwelijks- en kanselbijbel, de rabbijnen- en de rijmbijbel en de kinder- en platenbijbel. Sommigen gedragen zich on-Bijbels, bijna als in de
voor-Bijbelse tijd. Sommige Bijbelwoorden zijn heel populair bij gedreven bijbelverspreiders. Volgens de Bijbel is 'het scheppingswerk in zes dagen' het hexameron. Indiapaper is dundrukpapier voor bijbels.

2. De Bijbel (Sacra Scriptura, de (Heilige) Schrift, H.S.), de Koran aanvaarden, dat is: het christendom, de islam omhelzen. Hij zei: 'Abba, Vader, alles is U [NBG 2021: u] mogelijk' (Marcus 14, vers 36 of 14:36). Als de rechte Adam komt, gaat Eva mee. Piet is mijn neef van Adamswege. We schrijven dat maar net zo als 'van Godswege'. Ahasverus was de Wandelende Jood, deze staat echter niet in de Bijbel vermeld. Uit Openbaringen (de Openbaring van Johannes, de Apocalyps(e)) citeer ik: 'Ik ben de alfa en de omega'. De Bijbel kent het aloëetje ook als specerij uit het aloëhout. Alle huidige hoofdstukken (kapittels, kapittelen) zijn canonieke Bijbelboeken (ze behoren tot de canon), van de apocriefe boeken noemen we: Judith en Ecclesiasticus (niet Ecclesiastes, Prediker!). Ook Habakuk en Haggaï zijn Bijbelboeken. Poerim is het Hamansfeest. Hermeneutiek is Bijbeluitlegging.

3. De asherakat stamt van een Engelse merknaam, genoemd naar de semitische godin Asherah, verwant aan Baäl. Het oplossen van de milieuproblematiek is als het bouwen van een toren van Babel. Baths is het meervoud van een inhoudsmaat van ongeveer 36 liter. Het bdellium is een welriekende gom (ook: bedolah). Met de oude en nieuwe bedeling worden het Oude en Nieuwe Testament (Nieuwe Verbond, Nieuwe Wet, Novum Testamentum) bedoeld. De vorst der demonen wordt aangeduid met Beëlzebub. Met de bekkeneelberg (Statenvertaling: hoofdschedelplaats, NBV (Nieuwe Bijbelvertaling): Schedelberg, Schedelplaats) wordt Golgotha bedoeld. In het gezin van aartsvader Jakob was Benjamin de benjamin van het gezin. De Biblebelt (Bijbelgordel) loopt dwars door Nederland. Houd je verre van bibliolatrie [verering] en -manie [verzotheid] (bibliomantie is iets anders = waarzeggerij d.m.v. de Bijbel of andere heilige boeken). De Bijbelgetrouwheid van ketters is vaak zeer groot. Hij lijkt er een uit de arke Noachs. Met de olijfhof (olijvenhof) aan de voet van de Olijfberg wordt letterlijk Gethsemane bedoeld. Zingen ze daar nog onberijmde psalmen?

4. Het Bijbellezen (je kunt ook koffielezen!) gebeurt vaak na de maaltijd. Een bijbeltegel bevat Bijbelse motieven. Een boanerges is een heftig man, een prediker die gloeit van geestdrift en blaakt van vurige geloofsijver. Of de bode der goden nu wel of niet komt, je kunt zo rijk zijn als Boaz. Een staande uitdrukking is: een vaste burcht is onze God. Een lofzang aan de Bijbel ontleend, is een canticum (kantiek). De kerkelijke feestdag Driekoningen refereert aan Caspar, Melchior en Balthasar. De catenen zijn Bijbelverklaringen, met name uit de kerkvaders. De codex argenteus is het enige handschrift van Wulfila's Gotische Bijbelvertaling. Een concordantie is een register van Bijbelplaatsen. Het verhaal van David en Goliath leidde tot andere david-en-goliathverhalen. Hij is niet onbesneden van lippen. Het boek van Johannes is een openbaringsboek. De Messias is de Opgang uit de hoogte. Er is maar één Oude van dagen [God].

5. Opa, waar is je davidsdeken (het woord staat niet in de Bijbel, wel in Van Dale, lees 1 Koningen 1, vers 1-4 (1:1-4) maar eens: jonge bijzit van oude man)? Deo volente (volente Deo) wordt afgekort als D.V. (V.D.). De deuterocanonieke boeken worden wel in de Kerk van Rome erkend, maar niet door de protestanten. Hij was ten dode opgeschreven. Laat de doden hun doden begraven. Egypte had drekgoden volgens Ezechiël 6. Edik is in Bijbeltaal azijn, duivenmest is een onbekende plant. Een enakskind is een reus van een kerel, een enfant prodigue is een verloren zoon [en een enfant prodige een wonderkind]. Na de epistellezing volgt normaliter een lezing uit de evangeliën. Een voorbeeld van een apocrief evangelie is het Thomasevangelie. Ga niet te snel 'de weg van alle vlees' [sterven]. De faraomier is een plaagmier. Als iets naar de gallemieze(n) gaat, moet je denken aan het Hebreeuwse woord voor kiezels, puin, gruis. In een gedenkoffer(!) kun je niets bewaren. De jehova's of Jehova's getuigen brengen het godswoord, Gods Woord.

6. Als je in je knollentuin bent, ben je in je hof van Eden. Adam en Eva hadden oorspronkelijk hun domicilie in de Hof van Eden. In Mattheus 27, vers 22 (27:22) lezen we: vandaag hosanna, morgen kruisigt hem (NBV 2015: aan het kruis met hem). Huidvraat kan melaatsheid zijn. Ik ben op het verzoek van de vrouw ingegaan en tot haar ingegaan (ingekomen). De zevendedagsadventist was helemaal into de Bijbel, maar ook into de Japanse cuisine. Itala is de benaming voor de oudste Latijnse Bijbelvertaling (later vervangen door de Vulgata; men spreekt thans van pre-Vulgaatteksten of vetus latina). Een synoniem is Vulgaat, de herziene Vulgaat of Nova Vulgata dateert uit 1986.

7. Een jobstijding maakte een einde aan het jobsgeduld van Job. Een jodengenoot of proseliet is een niet-Jood, die tot het joodse geloof overgegaan is zonder zich te laten besnijden. Hij is een echte jonas, hij kijkt altijd als Jonas in de walvis. Als 't David en Jonathan is, betreft het twee dikke vrienden. Leven als Kaïn en Abel geeft veel onderlinge strijd (en kaïnisme? = oudste uit het nest doodt de jongste). Ploegt deze dicteeauteur met andermans kalf [bij hulp van een ander, doen alsof je het zelf gedaan hebt]? Was zij een Kanaänitische [uit Kanaän]? De katharen [geen seksuele omgang] zouden geen nakomelingen moeten hebben, maar ja, het vlees, hè? [De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak – Jezus vroeg de discipelen wakker te blijven, maar ze vielen in slaap.] Gods knecht kreeg kracht naar kruis.

8. In de Bijbel staan Krethi en Plethi (een soort lijfwacht van keurtroepen) voor Jan Rap en z'n maat. Een kind van Laban is blank (het witte schaap). Vee of tuig van Laban is vee of tuig van de richel. De Leidse Vertaling is van Kuenen, Hooykaas, Koster en Oort. De letter doodt, maar de Geest maakt levend (2 Korinthe 3, vers 6 (3:6)). De leviathan is een mythisch monsterachtig waterdier. De passie is het lijdensverhaal. Van huis uit waren ze luthers. De Maker is de Schepper. Mannin is vrouw (Hebreeuwse woord: isja), ter onderscheiding van de man (isj).

9. Een bedrijvige martha is een zorgvolle drukke huisbestierster. De Zoon des Mensen, de Mensenzoon, is Christus. Het mincha is het namiddagoffer of -gebed. 'Hij ziet zo zwart als een molik = vogelverschrikker' slaat terug op het Hebreeuws. Een kind van Naboth is een stijfkop. Neig uw oor naar (de quakers zouden zeggen: sidder voor) het woord van de Heer. Heb je ergens hiervoor al een associatie met aloë's ontdekt? De oudvaders leefden voor de zondvloed. Paralipomena zijn toevoegsels aan wijsgerige geschriften. De paradijsboom is de kennisboom en de paradijsslang heeft Eva verleid. Pietluttig komt van de Bijbelse landennamen Put en Lud. Je hebt kleine, grote, vroege en late Profeten. Enkele Bijbelboeken zijn protocanoniek (van het begin af aan). Jezus Sirach echter is een deuterocanoniek Bijbelboek. Stenen tafelen zijn tafelen der wet [met de tien geboden, decaloog, decalogus].

10. Een sjofar is een ramshoorn. Lees eens wat uit het boek der Richteren. Op haar vijftigste kreeg zij een sara. Genesis is het scheppingsboek over het scheppingsverhaal. Sommige bijbels zijn in segrijn(leer) gebonden. De donder is de stem des Heren. Volgens de Liesveldtbijbel is al ons weten maar stukwerk (1 Kor. 13:9). Hoed u voor dit eenentwintigste-eeuwse sodom en gomorra. Uit de tale Kanaäns van Daniël 13 kennen we een kuise suzanna. De terafim zijn godenmaskers. De Thabor is een berg in Palestina. De Thora beslaat de vijf boeken van Mozes. Iedere protestant is een paus met de Bijbel in de hand. De Parakleet is de Trooster, de Voorspraak. Je moet niet de mug uitziften en de kemel doorzwelgen. Hij werd tot zijn vaderen vergaderd. Vrijdenkers en de franc-maçonnerie houden zich maar betrekkelijk aan de Bijbel. De taal van West-Goten (Visigoten) komt in Bijbelfragmenten voor. Dat gaat erin als Gods Woord in een ouderling. Hij liet geen zaad na. Een zebedeus is een weerloze tobber. Wat de Bijbel is voor dominees, dat is de Grote Van Dale [Dikke Van Dale] voor de overige zeurkousen [W.F. Hermans]. Na mij de zondvloed! Ken je de gelijkenis van de verloren zoon [het enfant prodigue]?

 


vrijdag 1 juli 2022

2788 Dictee maandag 04-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (624) √

Dictee – dictees [2788]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 233, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (624)

Naar vreemde talen gezocht met '*afrikaans*', '*arabisch*', Tsjechisch, Portugees en Pools

1. Namibisch betekent Zuidwest-Afrikaans. De grote ster van Afrika is een beroemde diamant van 530,2 karaat. Donker en zwart Afrika liggen in de schaduw (van wat eigenlijk?). Een Centrafrikaan is een
Centraal-Afrikaan en Centrafrika is de
Centraal-Afrikaanse Republiek. Het africano is een bonte marmersoort. De afrikanistiek bestudeert de Afrikaanse talen. Het voorvoegsel afro- in bijvoorbeeld afrobeat verwijst naar de van oorsprong Afrikaanse cultuur. De agame [uh, mv. n] is een diktongige hagedis. Het afzelia [als hout] heet ook wel doussié (apa, de boom zelf heet afzelia). Een amperbroekie is een g-string. Baba ganoush is in de Noord-Afrikaanse keuken een tapenade van gepureerde aubergine, knoflook en olijfolie. De vogel toerako is een bananeneter. De baobab is de apenbroodboom. De briouat, de bissara en de bestilla zijn ovengerechten, de braai is een
breng-zelf-wat-meebarbecue, de bobotie is een ovenschotel. De chakchouka [groenteomelet, ook: shakshuka – zelfde uitspraak, dus niet voor dictee!], de charmilla, de chermoula, de chorba en de dukkah zijn allemaal (Noord-)Afrikaanse gerechten. Op een couscousavond vinden auto- en allochtonen elkaar. Ze gebruiken dan een couscoussier [pan uit 2 delen]. Hoop dan maar dat er geen verdwaalde koeskoezen uit Artis rondlopen. Een hijsbakkie [Zuid-Afrika] is een lift.

2. De harissa is een pittige saus en de harira een gebonden soep. De gurkel is een snaarinstrument en de gnawa een muziekstijl. De (het) iboga-alkaloïde heeft een hallucinerende werking. Kefta is een gerecht van gekruid lamsgehakt. De kora is een tokkelinstrument en een kraal een dorp van onder anderen Kaffers. De krugerrand is een gouden beleggingsmunt, kwaito en kwela zijn (jazzy) dansmuziek en een kwaststaart is een stekelvarken. De loebia is een gerecht van bonen in tomatensaus. Nubisch is een Afrikaanse taal, het Numidisch juffertje een kraanvogel. De nijlgans werd als huisdier gehouden. De mbalax is een swingende muziekstijl uit Senegal, waarin traditionele ritmiek met jazz-, rock- en salsa-elementen wordt vermengd. De ngoni en de mbira zijn muziekinstrumenten. Het tedalschaap is het manenschaap (maanschaap). De marabi is een muziekstijl met invloeden van jazz en ragtime. Marokko is een van de Maghreblanden. Een luipaardman is lid van het geheime West-Afrikaanse Luipaardgenootschap. De steppezebra (quagga) is verwant aan de ezel. De quelea is een musgrote vogel, ras el hanout wordt bij de bereiding van couscous gebruikt. Een sabar is een trommel, de samoem (samoen) een wind.

3. De tantalus is de Afrikaanse nimmerzat [vogel]. De tajine is een stoofpot (of de inhoud ervan), het Swahili een Bantoetaal. De
suzanne-met-de-mooie-ogen is een slingerplant. De steppeolifant leeft in het savannegebied. Tifinagh is een synoniem van Berberschrift. De tilapia is een zoetwatervis voor consumptie, de vonkelwijn is een mousserende wijn en de zadelbekooievaar is een jabiroe. Watoessi's zijn runderen. Clitoridectomie is vrouwenbesnijdenis, zouk [oe] is een creoolse mix van dansmuziek en yohimbine is een giftig alkaloïde en een afrodisiacum.

4. Aboena's zijn priesters in Arabische landen. Saudi-Arabië (= Saoedi-Arabië), Jemen, Oman, de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar, Bahrein en Koeweit behoren tot het Arabisch Schiereiland. 'Bismillah' is een vrome islamitische uiting. Het Darija is een variant van het Arabisch. Een djellaba is een lang gewaad, de dirham is een munteenheid, een dhow [dauw] is een zeilscheepje en een derboeka (GB, VD ook: darboeka) is een trom. De Duizend-en-een-nacht (1001 Nacht) is een grote verzameling verhalen, sprookjes en spreuken. Die geeft aanleiding tot Arabische nachtvertellingen. De galabia is een uniseks kledingstuk in de Arabischsprekende landen. Het (de) gummi Arabicum is de Arabische gom. De jakobieten kom je op meerdere plaatsen tegen. Koefisch schrift is Oudarabisch lapidair schrift. Een janjaweed [dzjahn-dzjaa-wie:t] (zelfde mv.) is lid van een gewapende Arabische militie in Darfur. Een liwan is een galerij bij een moskee, een kaffiya een arafatsjaal en een kashba (kasba) een citadel (vesting). Het nasserisme is naar Nasser genoemd. De murahaleen [oe ie] zijn Arabische ruiters. De medina is een oud stadsdeel van een Arabische stad. De mudejarstijl is een Spaanse kunststijl van de dertiende tot de vijftiende eeuw. De oed [oet] is de bekende (fretloze, elfsnarige) Arabische luit.

5. Sjiieten en soennieten liggen vaak overhoop. De spahi's zijn cavaleristen in Franse krijgsdienst, turco's dito tirailleurs. Het Urdu is een dialect van het Hindi. De VAE zijn de Verenigde Arabische Emiraten. Hij had Voor-Indische souvenirtjes meegebracht.

6. Bij het onderwerp 'Tsjechië' vinden we niet veel. CZK [see-zèht-kaa] staat voor de munt koruna (= kroon = 100 heller). Er was een diakritisch teken, bestaande uit een V-vormig haakje boven een letter; van dat diakritisch teken durf ik alleen maar een beschrijving op te nemen: het h-woord zelf ga ik niet vermelden, veel te riskant dat ik het fout doe … De tijd heeft dit probleem achterhaald: het bedoelde h-woord is nu overal in VD haček! De panenka, een heel speciale strafschop, kan hier wel vermeld worden. Semtex is genoemd naar een buitenwijk van de Tsjechische stad Pardubice waar de fabriek staat, die het spul maakt. Een Sudeten-Duitser is een Duitse bewoner van de Tsjechische Sudetenlanden. De zwaan staat ook wel metonymisch voor de afbeelding van een zwaan, vooral als symbool van Luther. De Tsjechische martelaar Johannes Hus (in het Tsjechisch is een 'husa' een 'gans') deed de uitspraak, dat men nu wel een gans – hem – kon verbranden, maar dat na hem een zwaan – Luther – zou opstaan.

7. Dan maar Portugal proberen. Bij de likeur curaçao heeft het Nederlands de van oorsprong Portugese schrijfwijze overgenomen. De fado is een melancholiek, Portugees lied. De Lusitaanse kerk is de episcopale kerk van Portugal, sinds 1980 volledig lid van de anglicaanse kerkgemeenschap. De mitswa is de begrafenis bij de Portugees-israëlitische Joden. De hulpschaalverdeling, de nonius, is vernoemd naar de Portugees P. Nonius. Het Portugese oorlogsschip is een beruchte (giftige) kwal, ook wel bijdewindzeiler (zeeblaas, bezaantje) genoemd [met 30 m lange vangdraden]. Het Papiaments (Papiamento) is een mengtaal uit Portugees, Nederlands en negertalen. Het PIK [pee-jie-kaa] is het Portugees-israëlitische(!) Kerkgenootschap, overkoepelend orgaan van Sefardische joodse gemeenten in Nederland. Hun synagoges heten overigens snoges. Een telenovelle (telenovela) is een kortlopende, romantische soapserie. Piripiri is een Portugees en Mozambikaans gerecht met kip en Spaanse pepers. De namen Sao Tomé(!) en Principe zijn Portugees en betekenen 'Sint-Thomas' en 'prins'. Het melancholisch en nostalgisch getint onbestemd verlangen, dat als zodanig tot uiting komt in de fado, wordt saudade genoemd.

8. Ten slotte gaan we op zoek naar 'Pools' en 'Polen'. De baba, het Poolse gebakje met rum en vruchtensap, is door de Poolse schoonvader van Lodewijk XIV in Frankrijk geïntroduceerd. De casarca is een eendachtige, oranjebruine vogel uit Zuidoost-Europa. Het copernicanisme komt via Copernicus uit Polen. Naar hem is ook het copernicium (atoomnummer 112 en symbool Cn) genoemd. Gappen (stelen) komt oorspronkelijk uit het Pools. Bij deze zoekactie in Van Dale kom je ook de Poolster (ster aan het uiteinde van de staart van de Kleine Beer) tegen en de poolstreken. De Poolse haarvlecht is een haarziekte. De Poolse hamer is een soort van hamerschelp, die in de Indische Oceaan voorkomt. De hetman is de hoofdman bij de kozakken. De konik is een halfwild paardenras. De krakowiak, mazurka en polonaise zijn van huis uit (nationale) Poolse dansen. Een nation en deuil is het (Poolse) volk in rouw. Een scheldwoord voor Pool (Poolse Jood) is polak. De Poolse munteenheid is de zloty (code: PLN
[pee-jèh-lèhn]). Een sarras is een ruitersabel. De Sejm [seem] is de Poolse volksvertegenwoordiging. De taiga is een moerassig naaldwoud. De woiwoden besturen thans de Poolse provincies. Vroeger hoorde Polen bij het Warschaupact. Het polonium (atoomnummer 84 en symbool Po) is door Pierre en Marie Curie – Nobelprijswinnaars – naar hun vaderland Polen genoemd.

 


2787 Dictee zondag 03-07-2022 (2) – dictee Wekelijkse dicteetest 213 RL √

Dictee – dictees [2787]

Wekelijkse dicteetest 213 RL [elke zondag]

Welk van de 3 antwoorden is juist?

Oplossingen: hieronder!


Bron: Oefendictee (oud) 713


1. Ze wilde ………….. een …………. hebben.

a. coûte que coûte                                  tête-à-tête

b. coûte que coûte                                  tête à tête

c. coûte-que-coûte                                  tête-à-tête

2. Voorbeeld van een ………...: ik heb ……….. aan jou.

a. dysfemisme                              schijt

b. disfemisme                               schijt

c. disfemisme                               scheit

3. De afkorting van 3 ………... is 3 ………….

a. Beaufort                        Bft

b. beaufort                         Bft

c. beaufort                          bft

4. Hoe schrijf je ‘…………..’ en ‘…………..’?

a. re-importeren                          re-imponeren

b. reïmporteren                           reïmponeren

c. re-importeren                          reïmponeren

5. De maestro at op het ………… lekkere ………...

a. diesfeest                              paella

b. diësfeest                              paella

c. diësfeest                              paëlla

6. Een ………. is een hoogkijker en een ……….. een jonge geisha.

a. kutay                       maiko

b. kutai                        maiko

c. kutay                       mayko

7. ……….. richtten de haven ………...

a. B & W                        herin

b. B & W                        her in

c. B en W                       herin

8. In zijn verzameling zitten een …………. en een …………...

a. christusdaalder                           wilhelminatientje

b. Christusdaalder                          wilhelminatientje

c. Christusdaalder                          Wilhelminatientje

9. Met de …………. Thomas wordt ……….. bedoeld.

a. heilige                              Sint-Thomas

b. Heilige                             Sint-Thomas

c. heilige                              Sint Thomas

10. Dronk ……….. al latte …………..?

a. Machiavelli                             macchiato

b. Macchiavelli                           macchiato

c. Machiavelli                             machiato


Oplossingen [213]: zie hieronder.

 

--------------------------------------------------------------------


Oplossingen [213]

1a 2a 3b 4c 5a 6b 7c 8c 9b 10a


Contact: leentfaarrein@gmail.com

 


donderdag 30 juni 2022

2786 Dictee zondag 03-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (624) √

Dictee – dictees [2786]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 234, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (623)

Hebreeuws, Hongaars, Roemeens en Italiaans

1. Het alefbeet is het Hebreeuwse alfabet, de alef is daar de eerste letter van. De boekrollen van de Dode Zee (de Dode Zeerollen) bevatten Hebreeuwse en Aramese handschriften. JHWH
[jee-haa-wee-haa] (VD, ook: JHVH, tetragram, tetragrammaton) voor Jahweh opschrijven is een voorbeeld van consonantenschrift, schrift met uitsluitend medeklinkers. Van deuterocanonieke Bijbelboeken is er alleen een Griekse versie. Hagiografen [theologie: Hebreeuwse boeken van het O.T. die als laatste in de canon werden opgenomen (Job, Spreuken, Psalmen, Hooglied, Prediker, Ruth, Klaagliederen, Esther, Ezra, Nehemia, Kronieken en Daniël) (Hebreeuws: chetubim)] zijn als laatste in de canon van het Oude Testament opgenomen Hebreeuwse boeken. Een term als 'God der goden' is een hebraïsme; zoiets wordt je door hebraïci uitgelegd.

2. Het Ivriet, is dat Hebreeuws voor je? Veel Jiddische (Jiddisje) woorden zijn verbonden met de tale Kanaäns. Het Nederbreeuws is een met hebraïsmen doorspekt Nederlands. De oelpan (meervoud: oelpans, VD ook: oelpanim, GB ook: oelpaniem) is een intensieve cursus modern Hebreeuws. In die taal kun je het schrift puncteren (er stippen op zetten). De rabbijnse wijsbegeerte is grotendeels aan de Talmoed ontleend. De Septuagint(a) is de in Alexandrië in de tweede eeuw voor Christus uit het Hebreeuws in het Grieks vertaalde versie van het Oude Testament. Een tetragram(maton), dat zijn de vier lettertekens waarmee de naam van God in het Hebreeuws wordt aangeduid (JHWH = Jahweh of JHVH = Jehova).

3. Het Ests is verwant aan het Hongaars. De finoegristiek bestudeert de Fins-Oegrische talen. De goulash is een pittig gekruid Hongaars nationaal vleesgerecht (een soort hachee). De honved is de benaming voor de vroegere Hongaarse landweer. Het Hongaars behoort niet tot de Indo-Europese talen. Zonder Hongaars zouden we het kolbaszworstje niet kennen. Aan een Hongaars zadel kan een lepel zitten. Voor Hongaars zeggen we ook Magyaars. Een comitaat is een district in Hongarije. De Dubbelmonarchie (GB) of Donaumonarchie is de federatie van het keizerrijk Oostenrijk en het koninkrijk Hongarije tussen 1867 en 1918 (ook: dubbelmonarchie – GB, VD). Een forint [HUF] is 100 filler. In internettaal staat hu [haa-uu] voor Hongarije. De jakhals komt veel op de Balkan voor. Een magnaat is een rijksgrote in het oude Hongarije. In dat land komt ook het naakthalshoen voor. Palinka is vruchtenbrandewijn. De poesta is de grassteppe in Hongarije. Welke grassteppedieren ken je eigenlijk? De tokayer(wijn) is een zoete Hongaarse likeurwijn.

4. Het Roemeens levert maar weinig stof. Een hospodar (gospodar) is de vroegere titel van de vorsten van Montenegro, Moldavië en Walachije. In Roemenië betaal je met leis [lei = leu = 100 bani]. De pastrami is een gerecht bestaande uit magere en zoutarme runderfilet.

5. De vette lettersoort aldine (tahoma is dat ook, maar staat niet in de wdb.) is genoemd naar de Italiaanse drukker-uitgever Aldus Manutius. Carpaccio is een Italiaans voorgerecht bestaande uit flinterdun gesneden plakjes rauwe ossenhaas, gemarineerd in vinaigrette en bedekt met Parmezaanse kaas. De chamotte is vuurvast materiaal van gebakken leem. De fettunta [oe] is een Italiaans voorgerecht. Zullen we naar de italiaan, de griek, de chinees of de pakistaan gaan (GB, VD)? Lasagne is een ovengerecht met onder andere bechamelsaus. Majolica is faience (met name gebruikt voor Italiaans aardewerk in de vijftiende eeuw). Ossobuco is gestoofde kalfsschenkel in een lichte tomatensaus. Pancetta is gepekeld buikspek. Een panettone is een luxe kerstbrood. De panino (meervoud: panini) is een plat langwerpig broodje. Petrarkisme is het navolgen van Petrarca.

6. Een pizza is een deegbodem gevuld met hartige ingrediënten. Je koopt pizza's in een pizzeria. Polenta is een brij van maisgrutten (BE - maïsgrutten). Ravioli is een gerecht van op kussentjes lijkende stukjes deeg. De ricasso is een deel van de kling van een floret. Het risorgimento is het streven naar eenheid en bevrijding van vreemde overheersing in de negentiende eeuw. Scopolamine is een alkaloïde en een middel tegen zeeziekte. Tiramisu wordt gemaakt met onder meer amaretto en mascarpone. De ziegler-nattapolymerisatie is genoemd naar een bekende Italiaanse (en een Duitse) chemicus. Zuccotto is een nagerecht in de vorm van een halve bol met chocola bedekt. Een Amati [viool] moet wel door een lid van de familie uit Cremona zijn gebouwd. Ook de cremona [viool] komt uit die plaats in Italië. De bergamotcitroen is een peervormige citroensoort. De carbonarasaus is een pastasaus.

7. Een campo santo (meervoud: campi santi) is een begraafplaats. Naar Canossa gaan is zich onderwerpen. De carbonari (kolenbranders) zijn een vroeger geheim politiek genootschap. Cicerones (GB, VD kent ook nog een andere schrijfwijze voor dit meervoud – t.w. op ‘s) zijn wegwijzers, bijvoorbeeld de gidsen in een museum. Een cicisbeo is de vaste begeleider en vriend (maar niet: minnaar) van een aanzienlijke gehuwde vrouw. Het cinquecento [15xx] is de zestiende eeuw als cultuurperiode. De commedia dell'arte was een kluchtspel met figuren als Harlekijn en Colombine. Een condottiere (meervoud: condottieres, condottieri) was een huursoldaat in de 14e en 15e eeuw. De corvina is een blauwe druif, onder meer verwerkt in bardolino (een fruitige rode wijn van bij het Gardameer). De duce [doet-sjuh] was een fascistisch regeringsleider.

8. Het duecento [12xx] is de dertiende eeuw. Italië zat al in 1957 bij het Europa van de zes, de EEG [ee-ee-gee]. Een exarch is een stadhouder van de Byzantijnse keizers. De fascio is een afdeling van de fascistische partij. Het futurisme is een antitraditionele richting in de schilderkunst. De G7 [gee-zee-vuhn] is de Groep van Zeven (7), de zeven rijkste industrielanden. De gaillarde is een oude dans in driedelige maat. De Giro is de ronde van Italië. Zoons van rijke families maakten grand tours in de 17e en 18e eeuw. Een irredenta (meervoud: irredenten) is een bezet gebied. De afkorting voor informatietechnologie is IT [ie-tee]. Alea jacta est, de teerling is geworpen. De lambrusco is een rode wijn uit de streek
Emilia-Romagna. De Sint-Jan van Lateranen is de pauselijke basiliek in Rome. De kusten van
Klein-Azië behoren tot de Levant. De lire [ITL] was tot 2002 de munteenheid van Vaticaanstad (en Italië). Het macigno is een grauwgroen kalkgesteente in de Alpen.

9. De bouwmaffia, de seksmaffia en de Russische maffia zijn de bekendste van alle maffia's. Virgilius (Vergilius) is de Mantuaanse zwaan. De Hollandse mediëval is een drukletter. Het Italië bezuiden Rome heet Mezzogiorno. De Militia Christi (het leger van Christus) was een geestelijke ridderorde. Hij zei: "Eerst Napels zien en dan sterven". De omber [zeker pigment] komt uit Umbrië (het omber is van Spaanse oorsprong – kaartspel of zekere speler daarbij). Een osteria is een herberg, een logement. De pelorus [ronde schijf met draaibaar vizier] kan samen met een kompas de positie van een schip bepalen. Een podesta is een stadsbestuur(der). De prunel is een kleine, gekonfijte of gedroogde witte pruim. Het quattrocento is de vijftiende eeuw [jaren 1400 = 14xx]. Aan de Italiaanse Rivièra is het goed toeven.

10. Julius Caesar trok de Rubicon (Latijn: Rubico) over. De scudetto (schildje) is het voetbalkampioenschap van Italië. Je zult maar tussen Scylla en Charybdis geraken. Het seicento is de zeventiende eeuw [16xx] en het settecento de achttiende eeuw [17xx]. De sirocco is een zeer hete en droge zuidoosten- of westenwind (deze omschrijving is dubieus: raadpleeg een meteoroloog! – nu aangepast in VD – zeer hete en droge zuidelijke wind, die hete en droge lucht uit de Sahara naar het noorden voert) in het Middellandse Zeegebied. De tarantula (tarentel) is een wolfsspin. De Apulische tarantel is echter een jachtspin. De terra firma is bij Venetianen het vasteland van Italië. Tifosi (enkelvoud: tifoso) zijn fanatieke (voetbal)supporters. Het trecento is de 14e eeuw [13xx].

11. Een voorbeeld van een Triple Alliantie is die tussen Duitsland, Oostenrijk en Italië van 1882. Vaticaanstad is een soevereine staat. Ook Giethoorn is het (een) Venetië van het Noorden. De zecchino [meervoud: zecchino's, zecchinen] was een oude gouden munt, onder meer in Venetië. De pauselijke zoeaven [enkelvoud: zoeaaf] waren een vrijwilligerskorps ter verdediging van de Kerkelijke Staat tegen de poging tot annexering door Italië. Noord- en Zuid-Italië zijn delen van het land, maar genitaliën [weet de zoekmachine bij '*italie*' veel] hebben er niets mee te maken. De italiek is een cursieve drukletter, ook al ontworpen door – u kent hem reeds – Aldus Manutius.

 

 


woensdag 29 juni 2022

2785 Dictee zaterdag 02-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (622) √

Dictee – dictees [2785]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 235, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (622)

Russisch en Surinaams

1. Het akmeïsme (adamisme) is een stroming in de Russische dichtkunst. Een alkali is een Russische distel. Astatki is een residu van Russische petroleum als vloeibare brandstof voor stoomketels. De balalaika is een snaarinstrument. De barzoi (GB, VD ook: borzoi) is een hazewindhond. Als een haas een wind laat is dat een hazenwind. De ziekte van Bechterew (kortweg: bechterew) is genoemd naar een neuroloog, de beilsteintest naar een Russische chemicus van Duitse komaf. Het bolsjewisme (leninisme, communisme) staat tegenover het mensjewisme [gematigde sociaaldemocratie]. De Wit-Russische
[Wit-Rusland, Belarus] roebel heeft de aanduiding BYR
[bee-jie-grèhk-èhr].

2. Een datsja is een buitenverblijf van Russische welgestelden. Een domra is een driesnarige luit. De Driekeizersslag is de slag bij Austerlitz. Russisch dril dient met name als tentlinnen. Enterzaad (revelaar) is de eerste oogst van lijnzaad. De grootvorst-troonopvolger was de Russische kroonprins. De delfstof ijssteen wordt ook wel kryoliet genoemd. Het imaginisme is een stroming in de poëzie. De imperiaal is een oude gouden Russische munt van 15 roebel. Een inkarnaatklaver heet ook wel Franse of Russische klaver. Itar-Tass is een persbureau. De kalasjnikov is een pistoolmitrailleur. Een kibitka (kibitke) is een rijtuig zonder veren of een tent van dierenhuiden bij de Tataren en Kalmukken. De kondratieffcyclus is een economische cyclus van circa vijftig jaar. Een kopeke (GB, VD ook: kopek) is het honderdste deel van een roebel.

3. Het korsakovsyndroom is een hersenbeschadiging bij alcoholisten. Erich von Däniken heeft het boek 'Waren de goden kosmonauten?' geschreven. Het Kozakkenkorps diende onder de tsaren. De Sovjetmacht werd metonymisch met 'het Kremlin' aangegeven. De Krimoorlog was [vroeger!] een Russisch-Turkse oorlog. De kwas is een alcoholhoudende brooddrank. Een laika is een eskimohond. Lait russe betekent in het Belgisch-Nederlands koffie verkeerd, net zo'n uitdrukking als patat met. Lomografie verwijst naar Lomo, een merk van goedkope snapshotcamera's. Machorka is minderwaardige (soldaten)tabak. Een MiG [A. Mikojan en M. Goerevitsj] is een gevechtsvliegtuig. Een moezjiek is een kleine boer. Moussorgsky heeft 'Een nacht op de kale berg' gecomponeerd. De NEP, de Nieuwe Economische Politiek, is in 1921 door Lenin geïnitieerd. Oblomovisme is extreme lamlendigheid. De Oktoberrevolutie begon op 7 november(!). De oosterse (orthodoxe) [GB ook: oosters-orthodoxe] kerken komen ook voor (voorbij) bij het aan de orde zijnde land.

4. Een oudgelovige is aanhanger van een in de 17e eeuw ontstane afsplitsing van de Russisch-orthodoxe kerk. Het perm is de jongste periode van het paleozoïcum. Het poed is een handelsgewicht, iets meer dan 16 kg. Een pope behoort tot de lagere wereldlijke geestelijkheid. Een potemkindorp is niet meer dan een façade. De Russische inval in 1968 in Tsjecho-Slowakije maakte een einde aan de Praagse lente. Het przewalskipaard is de laatste vertegenwoordiger van de wildepaardensoorten. Radikalinski is een pseudo-Russische schertsnaam voor radicale actievoerders. Raskolniken (roskolniken) zijn leden van alle sekten die zich van de Russische kerk hebben afgescheiden. Een raspoetin (intrigant) is iemand die te veel en ongewenste invloed heeft op een organisatie. Let er trouwens op dat je changeant, exigeant en sergeant anders schrijft. Het mendelevium, een element, heeft atoomnummer 101 en symbool Md [èhm-dee].

5. Methodacting [speler vult rol in vanuit eigen ervaringen en achtergrond] is geïntroduceerd door de regisseur Stanislavski. De Russische roulette is niet zonder gevaar. De aanduiding voor de Russische roebel is RUB [èh-ruu-bee]. Rusleer is juchtleer. Het russificeren is Russisch maken. Hoe doe je het ook alweer op zijn Russisch [tussen de borsten neuken]? Maak de borst dus maar nat, als je daar na de borsjtsj nog zin in hebt. Een russofiel is een Russenliefhebber. Dat neigt algauw tot russomanie [blinde ingenomenheid met alles wat Russisch is of uit Rusland komt]. Samboworstelen is een vechtsport (combinatie worstelen en judo). In een samowaar (samowar = toestel) kun je thee zetten (Van Dale ook: theezetten). Een scudraket kan een chemische lading dragen. Een solotnik is een gewicht van vier gram. Een sovjet is een raad van arbeiders en soldaten. De Opperste Sovjet was het hoogste
Sovjet-Russische bestuursorgaan.

6. Een spetsnaz is een sabotage-eenheid in het Russische leger. De SS-20 [2 x èhs Sovetski Sojoez 20 Sovjet-Unie 20 ] is een middellangeafstandsraket. Het stachanovisme is een systeem van officiële erkenning van prestaties die de opdracht overtreffen. De starets is een oudere, in het geestelijk leven gevorderde religieus die als geestelijk leidsman fungeert. De struvietsteen, een niersteen veroorzaakt door ontstekingen, is genoemd naar een Russische diplomaat. De theosofie is een mystiek-filosofische stroming, ontwikkeld door de Russische occultiste H.P. Blavatski.

7. De theremin is een elektronisch instrument dat bespeeld wordt door de handen in een elektromagnetisch veld te bewegen. De aanduiding 'tolstojaans' betekent: in de geest van Tolstoj. De trepak is een Russische volksdans. Je schrijft: vadertje tsaar, vadertje Stalin, Vadertje Staat, vadertje Cats en Vadertje Tijd. Een ulaan was een lansier. Warmwaterpolitiek is met name Sovjet- of Russische politiek en erop uit havens aan open, dat wil zeggen ijsvrij, water te verkrijgen of te behouden. Een werst is een oude afstandsmaat, iets meer dan een kilometer. Zilverbisam is het bont van de watermol.

8. We verplaatsen ons werkgebied naar het Surinaams-Nederlands. Een aboma is een anaconda. Traditionele Afro-Surinaamse muziek verwijst naar de zwarte bevolking. Aguma en amsoi worden als bladgroente gegeten. De kattenstaartamarant met donkerpurperen bloemen wordt bij ons als sierplant gekweekt. Een angisa is de traditionele hoofddoek gedragen door creools-Surinaamse vrouwen. Een awara kun je eten, een awari is een buidelrat. Een bakabana is een beignet met bakbanaan. Een bamboritahemd is een boelewaaihemd. Een bijlegfuif is een American party. Een bonuman is een sjamaan van de godsdienst winti.

9. DA91 [dee-jaa] is een Surinaamse politieke partij, DNP2000
[dee-jèhn-pee] ook. Een djak is een krik. Een dyogo is een literfles met of voor bier. De egraz is een strijkinstrument. Frangipanes zijn een soort van Franse gebakjes, maar zijn ook sierboompjes, fayalobi's zijn sierheesters [Ixora macrothyrsa]. Filariasis (filaria) is een tropische ziekte. De her(i)heri is een eenpansgerecht, de hoogkijker (kutai) een vissoort. Een ijzerhart [t – lucht] is een zekere loofboom (en de ijzerhard dan? – d, grond, plant). Kalina is het Caraïbisch (Caribisch) zoals gesproken in Noord-Suriname. Een kankantri is een wilde kapokboom. De kaseko is de traditionele creools-Surinaamse dansmuziek.

10. De kawina is een cilindrische trommel. Kukaleisi [koe-kaa-lih-sie] is snelkookrijst. De kotomisi is de creoolse vrouwendracht. Krawkraw [2 x kraa] bestaat uit chips van de cassave. De krobia en de kwikwi zijn vissen. Een leriman is een zendeling en een makaperi is een zeker sieraad. De markusa [mahr-koe-saa] is de passievrucht. Een mati is een lesbienne. Moksaleisi [mohk-saa-lih-sie] is een eenpansgerecht van rijst met groente en vlees of vis. Een monkimonki is een doodskopaapje. Een obia is een voorwerp met magische kracht. De ograi is het boze oog, dat weer je af met een ograikraal. Een ouma is een grootmoeder.

11. Padie is rijst, pagara is vuurwerk van rotjes, een piaiman (GB, VD) is een indiaanse sjamaan. Een pipa is een Surinaamse pad. Een porknokker is een zelfstandige goudzoeker [SR]. De roti is een gerecht. Een sabaku is een kleine reiger. Samosa is een pasteitje, saoto een zekere pittige soep en een sarasara een garnaal. De scag is Surinaamse heroïne. De schudbus is een ritme-instrument. De siksiyuru is een soort van zingende cicade. De skratjie (skraki) is een soort trommel. Een sodafountain is een bar waar frisdranken en ijs verkocht worden.

12. De sopropo is een bittere komkommer. Sranantongo (GB ook: Sranan, VD verder nog: Sranang, Sranangtongo), takitaki en Surinaams kun je op één hoop gooien. Een swipi is een zweepslang. Een surined is in de jaren zeventig naar Nederland geëmigreerd. Een suriprof is een betaaldvoetbalspeler uit Suriname. De tjauwmin is een soort van dunne bami, op Chinese wijze bereid. Een twatwa is een zwarte bisschop.

 

 


2784 Dictee vrijdag 01-07-2022 (1) – dictee Dictee van de dag (621) √

Dictee – dictees [2784]

Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com

Oefendictee OUD 236, geheel herzien naar situatie 2022

Dictee van de dag (621)

Beroepen (1): de kleermaker en de metaalbewerker

1. De bassinwijdte is de broekmaat over het zitvlak gemeten, althans volgens de kleermaker. Zitten als een boeddha (in boeddhahouding, onbeweeglijk) is in kleermakerszit (lotushouding). Een bukskinwerker is een soort van grootwerker (werkt met reeds uitgesneden onderdelen). Er zijn confectie- en maatkleermakers. De coupe is de snit (vorm) van een kledingstuk. De coupeur en de coupeuse nemen je de maat. Is je colbertje (zijn je colberts) nu – je hebt toch meer dan een colbert? – al versleten? Een lummel is een stalen veer die een kraag strak houdt. De legerkleermaker is een non-combattant, een niet-strijder. Zonder kleermakersfournituren kan de kleermaker (tailleur, tailleuse, tailor) niet werken en zonder foerage [levensmiddelen] kan hij niet leven. Tegen Pasen moeten kleermakers vaak overwerken: iedereen wil op zijn paasbest zijn. Een paspel (passepoil) is een smalle omboording van knoopsgaten. Deze pompier [oh, ie, ook brandweerman!] werkt in een confectiemagazijn. Soms werkte de ridder van de schaar rechtdraads [volgens de scheringdraad], maar soms ook dwarsdraads [dwars op de draad]. De sartor resartus (meervoud: sartores resarti) is de mens die door alle eeuwen heen hetzelfde is, maar steeds een andere mode omarmt. Een snijder heet gewestelijk ook wel schreur [kleermaker]. Ze gebruiken Spaans krijt (kleermakerskrijt, Venetiaans krijt – om af te tekenen). Dat geldt evenzo voor Chinese speksteen (beeldsteen, agalmatoliet, pagodiet, wassteen, steatiet – met speksteen teken je op glas). Bij strossen gebruik je de tafellakensteek (negsteek,
ik-en-jijsteek, overhandse steek – om zelfkanten te verbinden
). Een tailormade is een damesmantelpak, gemaakt door de kleermaker. De vestiarius (meervoud: vestiarii) werkt in het klooster [zorg voor kleren, misgewaden, etc.]. Een zwartwerker [maakt gelegenheidskleding voor heren] kan heel goed ook witwerker [betaalt legaal belasting] zijn.

2. Metaalbewerkers kunnen heel wat materialen aan: albionmetaal (lood met een dunne laag tin), Algerijns metaal (witte legering van tin, koper en antimonium of antimoon), antifrictie- [wrijving verminderen] en babbittmetaal [witte tinlegering met antimonium, lood en koper], bathmetaal (zink en geelkoper), brittanniametaal (brittanniazilver = zilverwitte legering van tin met messing, antimonium, lood of bismut – let op: Britannia), christoffelmetaal (verzilverd nieuwzilver = verzamelnaam voor legeringen van koper, zink en minimaal 5% nikkel), goudmetaal (een goudkleurige alliage), halsmetaal (lagerbrons – voor lagers – ook legerbrons!), hardmetaal (een metaalcarbide (carbide = verbinding van koolstof met een metaal of met silicium) voor snijdende randen), konelmetaal (legering van kobalt en nikkel met wat ferrotitaan), half- (kijk bij het lemma 'zilver', daar thans niet meer 'halfedel' – wel halfedel i.v.m. adelstand) en onedele metalen, monelmetaal (nikkel, koper en ijzer), mumetaal (ijzer met nikkel en een weinig molybdeen, koper of chroom), ook niet-metalen als chloor, een non-ferrometaal (bevat geen ijzer); prinsmetaal (prinsrobertsmetaal, koper en zink) lijkt op goud, reclametaal is geen metaal, rosemetaal (tin, lood en bismut, voor clichés), speculum (spiegelmetaal, koper en zink), amalgama (amalgaam, stereotypiemetaal – metalen letterplaten), sterrometaal (smeedbare koper-zinklegering), widiametaal (vooral wolfraamcarbide in een kobaltmatrix) en woodsmetaal (bismut, tin, lood en cadmium), dat een laag smeltpunt heeft.

3. Een metaalbarometer (doosbarometer) is een aneroïdebarometer. Sommige voorwerpen krijgen een tefal- [thermoplastische kunststof, vergelijk teflon] of metaalcoating. Werkt hij in de groot- of in de kleinmetaal(industrie)? Roest is een soort gehydrateerd ijzeroxide. Een metaalplastiek is een metaalsculptuur. Metaalbeits is een vloeibare stof en tast de oppervlakte van metalen aan. Tetra-ethyllood is een voorbeeld van een organoloodverbinding (een klopmiddel). Het aes triplex is een sterke wapenrusting. Engelse aarde is een donker-asgrauwe of bruinachtige delfstof. Met een acetyleenbrander snij(d) ik metaal. Een alcoxide is een alcoholaat. Anataas is een dioxide van titanium. Een guts is een beitel (holijzer). Het biljoengoud is een goud- of zilveralliage. Het blanchement is de plaats waar de te munten metaalschijven vooraf mechanisch of chemisch gereinigd worden. Boor (borium) met atoomnummer 5 en symbool B is een niet-metaal. Een verbinding ermee is een boride. Boulewerk is inlegwerk van dunne reepjes of blaadjes metaal in hout. Een bracelet is een armband van edelmetaal (GB, VD alleen bij edel nog edel metaal = edelmetaal!). Een bracteaat is een munt uit de middeleeuwen, maar ook een plant: voorzien van bracteeën (= schutbladen).

4. Werken voor een braspenning is voor een minimale beloning. De oorspronkelijke braspenning werd geslagen door Jan zonder Vrees. Brokaat is gekleurd papier met figuren in metaalpoeder. Een broots is een trekfrees. Calx is een poedervormig residu uit metaaloxiden. Een chelaat is een verbinding met in de molecule een ligand(e) (= aan een centraal atoom gebonden). Ken je de chinhydronelektrode = een metaal in een verzadigde oplossing van chinhydron in water? Cloisonné [van email: verhoogd] en champlevé [verdiept] zijn antoniemen. Met een cachet-crampon (crampon = sluitplaatje) sluit je een brief. Wat doe je met een drijfbeitel [metaalbewerking]? Ebaucheren is een model in was of klei maken voor een beeld in marmer of metaal. Het EDTA [ee-dee-tee-jaa] is
e
thyleendiaminetetra-azijnzuur [om metaalionen te verwijderen]. Bij de fischer-tropschsynthese [productie van vloeibare en gasvormige koolwaterstoffen] worden metaalkatalysatoren gebruikt. Een flightcase [zware met metaal versterkte koffer] gebruik je voor kwetsbare apparatuur.

5. Ftalocyanine is het tetra-azatetrabenzoderivaat van porfyrine, toch?. Het groengoud gebruik je als bladmetaal. Een haloïde is een metaalzout van een halogeen. Heavy metal is harde hardrockmuziek. IJzerniobaat is columbiet. Hobben is bewerken met een hobstempel. Hydrothermale modder tref je aan in onderzeese groeven. Een ingot (baar) is een blok metaal. Inlegwerk (synoniem: intarsia, marqueterie) is een mozaïek van metaal. Een inro (netsuke) is een zegeldoosje (ook: gordelknoop). Jingles zijn bijgeluiden (nee, dit betreft niet: het zoemen!) van mechanische muziek. Karatering (witte, rode of gemengde) is vermenging van goud met een ander metaal. Kanonspijs [kanonmetaal, geschutbrons] kun je niet eten. Kathodoluminescentie is uitstraling van licht. Een kornnagel is een keurnagel (center, centerpons voor putjes in metaal). Je hebt klinkklaar goud, klinkklare boter en klinkklare onzin. Een metaal kan koudbros [na gloeien wel goed smeedbaar] zijn. Een kristalliet is een microscopisch klein, imperfect gevormd kristal. Legeren is alliëren (amalgameren).

6. Het (de) lurex is goud-, zilver- of bronskleurig garen uit metaal. Het lustre is metaalglazuur op keramiek, bijvoorbeeld in een lustre jasje. Mercantilisme meet rijkdom aan edelmetaal. Kwikzilver heette ook wel mercurius. Metalliseren is tot metaal maken, een metallo is in het Belgisch-Nederlands een metaalarbeider. Mica is glimmer. Nichroom bestaat hoofdzakelijk uit nikkel en chroom. Het niëllo is graveerwerk in blanke metalen. Oxaalzuur (ethaandizuur, zuringzuur) is een kristallijne stof, die meestal als een dihydraat in veel planten voorkomt, dikwijls als monometaalzout.

7. Het PAN [pee-jaa-èhn] is het peroxyacetylnitraat, maar ook een personal area network. Het pyridylazonaftol (symbool, ook: PAN) is een indicator bij titraties van metaalionen. Metaalcomplexen van porfyrine komen in de natuur voor. Het peruzilver heeft weinig zilverwaarde (2%). Dit piccolootje is een fluitje van metaal (maar niet: van een cent!). Pleet is metaal met een laagje edelmetaal overdekt. Een arts gebruikt een plessimeter bij indirecte percussie = erop kloppen. In België staat pmd [pee-jèhm-dee] voor plastic flessen, metaalverpakkingen en drankkartons. Pyriet is zwavelkies (erts: één atoom ijzer met twee atomen zwavel). Het repoussé is een decoratietechniek voor plaatmetaal (achterzijde inhameren = voorkant in reliëf).

8. Robineren is geeletsen [glas overtrekken met poedervormige verfstof]. Rodium heeft symbool Rh en atoomnummer 45. Met een roulette maak je stippellijnen in metaal (vooral bij de crayonmanier = etstechniek: effect van krijtlijnen en vlakken). Rubidium (Rb, 37) en ruthenium (Ru, 44) schelen in atoomnummer zeven plaatsen. Radiolampen schoperen (scoperen) is ze vlamspuiten. Schroot is staal- of ijzerafval. De seizing is een reep pakkingstof tussen twee metaalvlakken. Shredderafval ontstaat bij gebruik van een shredder [mokermolen voor autowrakken, ook: papiervernietiger]. Een
sla-emmer aan de arm hebben is met een meisje gearmd lopen. De smeetang (smeedtang) is de tang der smeden. De stem van Stentor (hij was een van de Grieken voor Troje) klonk als metaal en zo luid als die van vijftig anderen; daarnaar is de stentorstem dan ook genoemd. Bij de sterkearmschaafmachine staat het werkstuk stil [beitel aan het uiteinde van een arm – voor klein werk]. Sterlingzilver (standaardzilver) bevat 92 procent zilver.

9. Strontium, een zilverwit onedel metaal, heeft atoomnummer 38 en symbool Sr. Thermiet is een mengsel van metaaloxiden en aluminiumpoeder: vergelijk het thermietprocedé [aluminium als reductiemiddel voor metaaloxiden]. Tinol is een metaalmengsel van tin, lood en een vloeistof, direct gereed voor solderen. Transmutatie is het veranderen van een metaal in een edeler (doel van de alchimisten of alchemisten). Het uranyl is de atoomgroep UO2 [uu-woo-twee] (U, uraan, 92). De voltameter (geen voltmeter!) wordt in dezelfde context gebruikt als de coulombmeter (meten elektrische stroom). De wervelstroom is een door een bewegend magnetisch veld in een stuk metaal geïnduceerde stroom, de stroom van Foucault (ook: Eddy). Met een wijer wordt het gat in de steel van een pijp geboord. De man was witgloeiend (witheet) en het metaal was ook witgloeiend; men liet het in koud water schrikken. Zaponvernis is een dikvloeibare oplossing van cellulosenitraat in amylacetaat met aceton. Zeefdruk wordt ook serigrafie genoemd. Zijgen van gestold vloeibaar metaal wordt ook segregeren [ontstaan van plaatselijke verschillen in de samenstelling] genoemd. Zilver is een chemisch element uit de elfde groep van het periodiek systeem, atoomnummer 47, een edelmetaal (eigenlijk: half edel = (VD) halfedel – maar dat alleen m.b.t. de adel) met het hoogste geleidingsvermogen voor warmte en de kleinste soortelijke weerstand van alle metalen (symbool: Ag [aa-gee]).