Dictee – dictees [2397]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee 519 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (338)
1. Gezocht op '*aod*": cacaodrank en laodiceeër (lauw, onverschillig mens, zonder opgewektheid of geestdrift). Brood, solo en cadeau bevatten eenzelfde foneem ['oo', kleinste klankeenheid]; de grafemen [de gezamenlijke letters die één foneem aanduiden – oo, o (2x) en eau] daarbij zijn echter verschillend. De letters 'l' en 'r' zijn vloeimedeklinkers (liquidae, enk.: liquida). Bij de uitspraak van 'tseetseevlieg' en 'roetsjbaan' is er sprake van gemengde medeklinkers (affricaten – taalkunde: klank die als explosief begint en als spirant eindigt, bv. pf). In 'zoet' is er sprake van een digraaf [combinatie van 2 letters, hier: oe]. Hoeveel sjahs heeft Perzië ooit geteld? De stationschef gaf het vertreksein. De Goese watersportvereniging en de Overmase ruiters hielden gelijktijdig een wedstrijd. De poshte [chicste] buurt had iets Jiddisj (Jiddisch – Joods). Wie beheert het Duin-en-Bossche (niet in wdb.) grondgebied? Ik zal je een leidraad geven voor de behandeling van dit rijdier. Het was een bont gezelschap: Doetinchemmers en Edegemmenaren, Hattemers en Rekemers, Arnhemmers en Bornemmenaren. In deze questionnaire [vragenlijst enquête] komt 'crime passionnel' [passiemoord] voor. Dit is vet cool, supervetcool!
2. Zijn vader was een grove vent, maar hijzelf is nog grover (VD – in spreektaal ook: wel: groffe of grovve, groffer of grovver). De man met bochel is ontgoocheld. Let bij de Guineese [Guinee] woordenschat op de Guinese (ook: Guineese – van Guinea of Guinee) biggetjes. Welke markiezin bestierde vroeger dit markizaat? Diverse bovs [bewust ongehuwde vader] hadden de bof [ziekte]. Met pilav (GB, VD ook: pilau) wordt rijstenat bedoeld. De sicav is een Frans aandoend beleggingsfonds: société d'investissement à capital variable. Hij verbrodt [verbrodden, verknoeien] die zaak aantoonbaar. Het magdalénien is de voorlaatste periode van het paleolithicum [héél lang geleden]. Kan een kauw kouvatten, een koutje vatten? Ja. Een copaïva is een witte balsemboom (Copaifera). De boomgaard was vol beplant. Volgefourneerde aandelen zijn volgestort. Een onzinzin: dit heeft copperfieldiaanse [Copperfield], om niet te zeggen copernicaanse [Copernicus] trekken. Twee coups de théâtres [of – onvoorziene wending, ommekeer] in één kwestie? Bij het cottagesysteem horen cottages [loon, waarbij fabrikant voor woonruimte zorgt]; bij cottages ornés [+] [villa of klein landhuis in landelijke stijl] kun je cottagecheese [hüttenkäse] kopen. Hij sloop op toneellaarzen [cothurn(e)] met een cothurnengang door het bordeel.
3. De verkorting coth [koht] staat voor cotangens hyperbolicus [wiskunde]. Het coyotegehuil [+ s of ‘s] was mijlenver te horen. Cranberry's zijn donkerrode besvruchten van de lepeltjesheide. Ik heb hem krediet gegeven, hem gecrediteerd, maar hij heeft mij alleen maar gediscrediteerd [in diskrediet brengen: verdacht maken]. De creep [engerd] beleefde een creepy [griezelig] avontuur. Gecrêpt papier is crêpepapier. Omschrijf: crêpe de Chine [licht zijden crêpeachtig weefsel], crêpe georgette [enk. – kunstzijden of kamgaren weefsel] en crêpe suzette [flensje, mv. crêpes suzettes [of]. Crepeergevallen creperen. Bot over kraakbeen geeft crepitatie [een knetterend geluid]. Decrepiteren is afknappen en een discrepantie is een tegenstrijdigheid. Je hebt crêpestof (znw. – ww. crêpen) en matcrêpestof (matcrêpe stof). Het (de) seersucker lijkt op krip. Een crêperie is een pannenkoekenhuis. Het paard is krepel [kreupel]. Hij krept zijn haar, hij kroest het. Gaat de afdeling contentieux [geschillen van bestuur] van de Raad van State (RvS) ook over de contentieuze jurisdictie [rechterlijke tussenkomst bij geschillen]? Nee. De stopperspil [voetbal] at consciëntiestoppers [aardappelen]. De ziekte is contagieus [besmettelijk].
4.
Gezocht op '*uum*': bonum et aequum (wat
recht en billijk is), caput
mortuum (dodekop),
compascuum (meent,
zoals in
Emmer-Compascuum),
computatio graduum (berekening
van de graden van verwantschap),
(dis)continuüm,
cuique suum (ieder
het zijne), adams- en evakostuum,
in perpetuum (voor
altijd), meum et tuum (het
mijn en dijn), mutuum
(verbruikleen),
per obliquum (op
slinkse wijze), ruimte-tijdcontinuüm, triduüm (periode
van drie dagen) en een politiek
vacuüm. De conveyer [transporteur]
huurde een convoyeur [begeleider]
voor het konvooi in. Een conveniencemaaltijd is een kant-en-klaargerecht, kant-en-klaar dus. Is er verband tussen
contiguïteit
[guu-wie
– het in samenhang zijn met elkaar]
en consanguiniteit [gwie
– bloedverwantschap]? Nee,
dus. 'Gouden oorijzer' behoort tot de contradictiones [enk.:
contradictio] in adjecto
[tegenstrijdigheid
in het bnw.]. Gisteren bereidden
de cordon(s)
bleus (VD,
koks) meerdere cordon(s)
bleus (vlees).
Gij vondt een boek, laast het, gingt naar de politie en hadt bijna
een uitgebreid pv
(proces-verbaal)
aan uw broek.
5. Ik had geen flauw idee wat unoën is. Dan maar even gegoogeld. Grappig: 3 hits, waarvan 1 op een oud oefendictee van mezelf (nummer 269; nu in deze grote verzameling op te zoeken!). Het is uno (een spel) spelen en de vervoeging is: ik uno, jij unoot, wij unoden (nee, niet: wij noden u) en we hebben geünood [allemaal niet in wdb.]. Bottlenecks bij de spelling zijn vaak: de gesleede [van sleeën, ook: geslede, ww. sleden] afstand en het geshampoode haar. Hebben jullie nog gesafaried? Zijn jullie op safari geweest? Ik vermoedde al, dat de vermoede(lijke) dader gevlucht was. We hebben gebaseballd, daarbij werd er gepasst. Geef mij maar een slivovitsje [drank]. Uit de spreektaal noemen we: wijfie, moesie, ijsie en Willempie.
6. Na zijn déjà vuutje uitte hij een cheeriootje [prosit]. In 'gewezen' zitten twee sjwa’s, sjwaatjes [uitspraak aa!]. Dit 'gelach' schrijf je met een ch'tje. In een Christusmonogram (christogram, chrismon) zitten een chi'tje en een rho'tje [X, P]. Een gekookt 'eitje' schrijf je met een ei'tje. Je neemt iemand in het 'ootje' met twee o'tjes. Elektronisch betalen doe je tegenwoordig via iDEAL [niet in wdb.]. Wat is de rest als je honderd(en)zes deelt op tweeduizend (en) zeven? Reken maar na: quotiënt 18, rest 99. Sjwarts is bij joden orthodox en een versjwartster nar is een dwaas, een idioot. Hij woont in een faubourgtje [g niet uitspreken] van Parijs. De negentiende-eeuwarchitectuur is negentiende-eeuws. Hij droeg een chemise-enveloppeje [e niet uitspreken]. Crusaten (crusado's) zijn oude Spaanse of Portugese munten. Een cryptand is een kooivormig ligand dat in zijn centrum (als cryptaat) een ion of molecule kan complexeren (in de chemie is een complex zoals bekend een samenstel van ongelijksoortige moleculen of ionen). Bent u er nog?
7. Plagioklaas is een mengsel in verschillende verhoudingen van albiet en anorthiet [stoffen ...]. Onder deze kerk ligt een cryptestelsel (n/s = ‘hoofdvorm’ – wel: crypt + en, crypta, geen mv.). Bij Ajax is het cruijffiaanse cruijffeffect goed merkbaar. De kynoloog [hondenkenner] was vaak in het cynodroom [s] [hondenrenbaan] te zien. Een cummerband (GB, VD: cummerbund) hoort bij herenavondkleding [band die het vest vervangt]. Achterelkaar is in spreektaal direct erop volgend, ogenblikkelijk. Zogenaamde 'blauwe baby's' lijden aan de tetralogie van Fallot [aangeboren hartafwijking]. De receptie en het daaropvolgende (dov.) diner waren zeer geslaagd. Met een curveschaar knip je profielen. Het cyrillische [o.a. bij Russen] schrift moet je niet verwarren met het glagolitische (oudste Kerkslavisch, Oudkerkslavisch, via het Servo-Kroatisch). De Dáil (Éireann) [parlement] vind je in Ierland. Wat is een daniellelement [galvanisch element, 1,1 volt]? De darcy (D) is de eenheid van permeabiliteit. Struisvogel en emoe zijn ratieten [kan niet vliegen]. Een romusha is een Indonesische dwangarbeider. Ik, uw dienstwillige servus [knecht].
8. Naast anorthiet [zie eerder] kennen we nog: lopen als een tiet, thortveitiet [mineraal met scandium] , tektiet [glasachtige steen, meteoriet?], steatiet (speksteen), stalactieten [lucht] en stalagmieten [grond], smaltiet (spijskobalt), petroklastiet [explosief zachte gesteenten], migmatiet [menggesteente], magnetiet [magnetisch ijzererts], pegmatiet [grofkorrelige gesteenten uit zure restmagma's], kobaltiet [glanskobalt], hydroxylapatiet [niet af te breken keramische (ook: c) stof], hematiet (bloedsteen), galactiet (melkjaspis), elatiet [versteend dennenhout], cervantiet (antimoonoker), ceratiet [fossiel hoornsteen van een koppotig weekdier], cementiet (ijzercarbide), celestiet [wit of blauwachtig mineraal, SrSO4], biotiet [delfstof: glimmersoort] en apatiet (calciumsulfaat). De kezebloem (keesbloem, beide niet meer in VD) fungeert als volksnaam voor schermbloemige planten. Is er nog afschmink- en demaquillagecrème? De gecreneleerde [van schietgaten voorzien] kasteelmuur ligt er nog goed bij. Een fouetté is een verlengde pirouette, niet te verwarren met crème fouettée [slagroom]. Crèmesoep is soep à la crème [met room]. Dat craqueléschilderij (craquelé schilderij) [vol kleine barstjes] is te koop. De afkorting cred. [krèht] staat voor credit of credunt [tegoed van een ander]. Creabea's zijn vrouwen met een creatieve hobby. We kregen een crème-ei [met crème gevuld]. Cromlechs (dolmens) zijn laatneolithische steencirkels. Hij gaf een crosspass [in diagonale richting]. Een webloid staat niet meer in VD: web + tabloid.
9. Cricoïd is ringvormig kraakbeen in het strottenhoofd. Ik wil een croque(-monsieur) [tosti] . Dat gerecht is en croûte [met knapperig korstje] gebakken. De verleden tijd van crowdsurfen [crowdsurfte – crowdsurfde] ligt (niet) geheel vast. De sansculotten (leden van een sansculottegroep + n/s) droegen culottes [alleen s – kniebroeken]. Trouwens: culots (culotjes) hebben met een smeltkroes te maken [en culot hebben is lef hebben]. Cuesta's [kwèh-staas] zijn steilwandige geologische reliëfvormen. Het cushingsyndroom veroorzaakt overproductie van cortisol en (dus) een vollemaansgezicht. De cyperse kat verstopte zich achter het Cypriotische cypergras. Cyanocobalamine [vitamine B12 – in eieren en melk] is nu eenmaal geen cyaanamide [irriteert de huid; ontstekingen]. Als je daarvanaf bent, zul je beter af zijn. Doe niet alsof je er niets vanaf weet: je hebt het gewoon laten afweten. Daar kan ik wel in komen. Ja, dáág, de dag-en-nachtevening is nog ver weg [altijd los]. Het daedalische (labyrintische) zoeken ging nog dagenlang door. Op de dag des Heren rust(t)en we uit. De tiende maand: december [jaar begon bij de Romeinen op 1 maart]. Hij is een soi-disant [zogenaamd] profeet.
10. Celluloid is celluloïde [stof] en colloïd is colloïde [idem]. Floid is een kunststof (voor buitentennisbanen). Haploïd is één stel chromosomen per cel bezittend. Wat is allopolyploïde [n/s, heeft met chromosomen te maken]? Helicoïdaal is schroefvormig. Bij mono-ideïsme word je beheerst door één bepaald idee. Sangfroid is koelbloedigheid. Mucoïd is slijmachtig. Hij is een man van poids (aanzien) [pwah]. Acute myeloïde leukemie betreft het been- of ruggenmerg. Labroïden zijn lipvissen, lanthanoïden zeldzame aarden (uit de zeldzameaardegroep – n/s).