maandag 15 februari 2021

2103 Dictee woensdag 17-02-2021 (1) dictee Dictee van de dag (122) √

Dictee – dictees [2103]

Oefendictee 735 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (122)

1. We gaan naar de kinderboerderij: naar de gapen [geit x schaap] en scheiten [schaap x geit]. Kijk, dit is nu een jambenvers [ook: jambus – mv. jambi]. In gadogado zitten o.a. tahoe [= tofoe] en tempé [sojabonen, vleesvervanger]. Een gaffelbuis is een Y-buis [ei]. Dat is een mooi sileneboeket [n/s, anjerfamilie]. Wist je dat een gaganaut een vyomanaut is [Indiase ruimtevaarder]? Een kind is een gage d'amour [blijk van liefde]. De gans waggelde en gaggelde (gakte, gakkerde). Een gai is een gemeenschappelijke antenne-inrichting. Met gêne toonde hij zijn gaine [gèh-nuhg van goal, elastisch buikkorset]. Falderappes is gajes. Galago's zijn bushbaby's [halfaapje, nachtactief = nocturnaal]. Rond een sawa-afdeling [nat rijstveld] loopt een smalle gale/angan (smal dijkje). Galanga is laos [Zuidoost-Aziatische keuken]. De middeleeuwse provençalen, maar ook de negentiende-eeuwse Provençalen bezongen de provenceolie al. Cholecystitis is galblaasontsteking. De galapagosvink komt van de Galapagoseilanden, volgens VD [GB kent alleen de accentloze galapagosschildpad – 2020: nergens meer á]. Een Italiaanse gentleman is een galantuomo.

2. Ze hebben hem behoorlijk geagaceerd [prikkelen, irriteren]. Het woord 'agadir' komt uit het Berbers en betekent: opslagplaats voor graan en goederen. De Aga Khan is het hoofd van de nizari's [sjiitische stroming binnen islam – alleen sub lemma in VD]. Een agami is een trompetvogel, de agamie is dat niet [ongeslachtelijke voortplanting]. Deze stok heeft een agaten [geen n uitspreken] [van agaat, zwart agaat = git] knop. Legt de agathologie [leer van het hoogste goed] ook uit wat kalos k'agathos [schoon en goed, Griekse cultuurideaal, substantief: kalokagathia] inhoudt? De agave is niet een altijdgroenende [= altijdgroen], maar een slechts eenmaal bloeiende plant. Daar waren ze dan: oom agent en Tante Pos. Ze zit in het agentes(se[n])verblijf. Het Latijnse 'Agnus Dei' betekent 'Lam Gods'. Aguma [bladgroente uit nachtschadefamilie, SR] en agoeti's [onderfamilie van de waterhazen] kun je eten. Na de bevalling à terme [op de uitgerekende datum] was er champagne à gogo [in overvloed, naar believen]. Wat doen agrégés in Frankrijk [lesgeven in mo = middelbaar onderwijs]? Aguardiente is eau de vie [aquavit, brandewijn, vgl. pereneau-de-vie]. De afkorting A.H. staat voor anno Hegirae: in het jaar van de islamitische jaartelling [AH is Albert Heijn]. Met de Wandelende Jood wordt overduidelijk Ahasverus bedoeld.

3. Welke rol speelt Ahriman in de leer van Zarathoestra? A.H.S., anno Humanae Salutis, betekent: in het jaar van het heil der mensheid (= christelijke jaartelling). Ik ga het project '*loog*' en '*logie*' toch maar aanpakken, wel in kleine porties. Er is heel wat te 'leren': acaralogie (mijten), aerologie (lagere luchtlagen), aeschrologie (bezigen vieze woorden), agathologie (hoogste goed), agenttechnologie [ee – software die beslissingen neemt], agologie (opvoeding), albanalogie (Albanese cultuur), algologie (algen en wieren), ampelologie (druivenstokken), anesthesiologie (narcose), anthologie (bloemlezing), angiologie (bloed- en lymf(e)vaten), angelologie (engelenleer), apidologie (bijen), arachnologie (spinnen), aristologie (eten), artrologie (gewrichten), assyriologie (Assyrische oudheden, taal), auto-ecologie (individuele plant, soort), axiologie (waardeleer – n/s).

4. Zo, dat was de a. Verder vanaf de b: balneologie (genezing door badkuur), battologie (stotteren, woordherhaling), bibliologie (het boek), biocoenologie (leer van de biocoenose [ee]: levensgemeenschap), bloembiologie (bestuiving), boeddhologie (boeddhisme), brachylogie (stijlfiguur, zinsdelen weglaten, voorbeeld: jong geleerd, oud gedaan), bromatologie (voedings- en dieetleer), bronchologie (luchtpijpen), bryologie (moskunde), campanologie (klokkenkunde), cancerologie (= oncologie: kanker), carcinologie (krabben en kreeften), cariologie (cariës), castellologie (kastelen), cecidologie (gallenkunde), celpathologie (cytopathologie: ziekelijke veranderingen van cellen), cetologie (walviskunde), chasmologie (geeuwen), chirologie (handspraak, vingerspraak), chorologie (verschijnselen aardoppervlakte), christologie (de theologie van Christus).

5. Verder: codicologie (handschriftkunde), coleopterologie (kevers, nee, niet die [VW]!), comitologie (EU-besluitvorming op grond van adviezen van comités bestaande uit nationale ambtenaren), conchologie of conchyliologie (schelpenkunde), coprologie (feces), craniologie (schedelleer), crenologie (letterkundig bronnenonderzoek), cryobiologie (invloed van zeer lage temperaturen op levende organismen) en cytologie (celbiologie). Dan komt de 'd': dactylogie (vingerspraak doofstommen), demologie (demografische – bevolking – structuren), demonologie (demonen), dendrochronologie (jaarringenonderzoek), dendrologie (boomkunde), deontologie (filosofische plichtenleer), diabetologie (suikerziekte) en ook nog didaxologie (didactiek).

6. Ook nog: DNA-technologie, doxologie (lofprijzing), dravidologie (cultuur Dravida's), dysteleologie (geen of verkeerde doelgerichtheid), ecclesiologie (kerkleer), econologie (ecologisch verantwoorde economie), egyptologie (cultuur Egypte), endocrinologie (hormonologie), endodontologie (endodontie: tandheelkundig specialisme), epistemologie (wetenschapsfilosofie), eremologie (woestijn), esthesiologie (zintuigen en gewaarwordingen), ethologie (gedragsleer, ethos!), etiologie ((ziekte)oorzaken), etnologie (volkenkunde), etruskologie (cultuur Etrusken), eulogie (loflied), fenologie (moeilijk vak – klimaat), fenemenologie (idem! – niet met rationele kennis), flebologie (bloedaderen), fracturologie (fracturen), fraseologie (gebruik van holle frasen), frenelogie (schedelleer), fytologie (botanie) en de fytopathologie betreft plantenziekten.

7. Vervolgens: gastrilogie (buikspreken), gastrologie (maag),
gastro-enterologie (maag en darm), gemmologie (edelstenen), genologie (kunstgenres), gerodontologie (gebit ouderen), glaciologie (gletsjerkunde), gnathologie (kauworganen), gnoseologie (kenleer), god-is-doodtheologie, grotteologie (speleologie), helminthologie (wormziekten), hematologie (bloedziekten), heortologie (kerkelijke feesten), hepatologie (leverziekten), heresiologie (ketters), herpetologie (reptielen, amfibieën), histologie (weefselleer), hodologie (zenuwverbindingen), hortologie (tuinbouwkunde), hygrologie (luchtvochtigheid), ichtyologie (viskunde), irenologie (bewaren van vrede), karyologie (celkernen), keltologie (keltistiek) en ook nog kinesiologie (fysiologische bewegingsleer).

8. Hij heeft sudeck, het syndroom van Sudeck [complex regionaal pijnsyndroom]. We vervolgen: kremlinologie [Kremlin], kretologie [ongefundeerde leuzen en wensen], kynologie (fokken van rashonden), labyrintologie (heeft niets met Kreta van doen! = doolhof in het oor!), lepidopterologie (vlinders), lichenologie (korstmossen), limnologie (zoetwaterbiologie), lithologie (nu: petrografie), logie (droogschuur – voor stenen), malacologie (weekdieren, geen dagvlinders), mammalogie of mastozoölogie (zoogdierkunde), martyrologie (martelaren), metrologie (maten & (en) gewichten), molinologie (molenkunde), mycologie, mycetologie (schimmels, zwammen), myiologie (muggen), myrmecologie (mieren, daar wordt men wijs), oenologie (eu/ui vinologie, wijnkunde), nematologie (rondwormen), nesologie (eilanden, niet die van Langerhans), ofiologie (slangen), oftalmologie (oogheelkunde), oneirologie (ee – dromen) en ontologie (zijnsleer).

9. Verder: onomatologie (naamkunde), oölogie (eierkunde), ornithologie (vogelkunde), orologie (gebergteleer), palynologie (pollenkunde), papyrologie (papyrus), par(o)emiologie (spreekwoorden, bij ‘oe’ is de uitspraak: eu/ee), pathofysiologie [lichamelijke functies van de zieke organismen of organen], pinkstertheologie [pinksterbeweging], pneumologie (longziekten), pomologie (vruchten), psefologie (verkiezingsuitslagen), pteridologie (varens), pyrologie (vuur), rabdologie (rekenen met staafjes), reflexologie [reflexen], religiologie [godsdienstwetenschap], reologie (stromingsleer: panta rhei, alles stroomt), runologie (runen), scatologie (uitwerpselen), seks(u)ologie, semasiologie (woordbetekenis), sindonologie (lijkwade van Turijn), sinologie (cultuur China), sit(i)ologie (voedingsleer), soteriologie (christologie), splanchnologie (ingewanden), strip(t)ologie (stripkunde, nee niet die van de striptease!) en ook symmorfologie (vormleer van plantengemeenschappen).

10. En ook nog: synchorologie (verspreiding planten), synchronologie (ontstaan planten), syndesmologie (ligamenten = band van bindweefsel om een gewricht), thaumatologie (wonderen), thracologie (Thracische oudheid), tocologie (baringsproces), trichologie (haarziekten), ufologie (ufo's), venerologie (geslachtsziekten), vexillologie (vlaggenkunde), virologie (virusziekten), vulkanologie (vulkanen), xylologie (houtsoorten), zombiologie (biologie van de 'zom', nee, zombies!), zoölogie (dierkunde), zymologie (werking van enzymen), zythologie (bier(brouwen)), uranologie (sterrenkunde), turkologie (cultuur Turkije) en ten slotte tetralogie (zoek maar op). De tetralogie van Fallot is een aangeboren hartafwijking zoals bij 'blauwe baby's' bestaat.

11. Bestaat die nog: een antiqua homo virtute ac fide: een man van ouderwetse deugd en trouw? Een antimycoticum is een antischimmelmiddel. Het clothogen is het antiverouderingsgen. Dat is een protestants begrip: anni gratiae [enk.: annus gratiae, collega's van overleden predikant werken een jaar voor diens vrouw en kinderen].

 


zondag 14 februari 2021

2102 Dictee dinsdag 16-02-2021 (1) dictee Dictee van de dag (121) √

Dictee – dictees [2102]

Oefendictee 736 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (121)

1. Coulrofobie (nog niet in de woordenboeken – 2019 wel) is clownangst (en ook voor Zwarte Piet). De AID [Algemene Inspectiedienst] zit nu in de NVWA [Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit – samen met vm. VWA en PD = Plantenziektekundige Dienst]. De aanduiding 'aids' staat voor 'acquired immune deficiency syndrome'. Het hiv-virus (hivvirus, uitspraak!) is het human immunodeficiency virus. Zit een ailanthusvlinder vaak in de hemelboom [= (ook) ailanthus]? Een aileron is een rolroer. Ailurofilie is een grote voorliefde voor katten. A(b) incunabilis is van de wieg, van kindsbeen af. Het zij zo: ainsi soit-il. Stond hij me daar toch met een air d'importance [het zich gewichtig voordoen] … Een airshot is een whiff [misslag, golf]. Lust jij ajam roedjak [kip in pittige saus van rode pepers]? Of wil je ajam smoor [kip in zoete ketjapsaus]? Nou, ajuussies, hoor! Akathisie is het onvermogen tot stilzitten. Piet aka (alias – also known as) 'de sloper' ging weer flink tekeer. Van Aken tot Pasen is van Maastricht tot Allerheiligen [nooit, dus]. Leren ze zelfs de F'jes al akka's [bepaalde schijnbeweging bij voetbal]? Een godsakker is Gods of 's Heren akker [kerkhof, begraafplaats].

2. De akkercijns is de korentiend(e) [10% van gebruiker naar eigenaar grond]. Zou professor Akkermans [type bij Van Kooten en De Bie] die politieke baan ambiëren? Een arpeggio is een gebroken akkoord [tonen na elkaar]. De akkoordiek is de samenklank van tonen (met akkoordtonen dus). Beschrijf het akmeïsme (adamisme) als dichtkunst eens [taal voor alledaagse zaken]. Een akoe is een geluidsalarm. Zijdekapok heet ook akon. Het volgende college bespreken we de Akte van Harmonie (onverenigbaarheid van het kapitein-generaalschap met het stadhouderschap, 1668-1670), de Akte van Consulentschap (geheime overeenkomst, 3 mei 1766, waardoor de hertog van Brunswijk als adviseur van stadhouder Willem V bleef optreden na diens meerderjarigwording) en de Akte van Navigatie (besluit van de Engelse regering van 1651 over het binnenvaren van buitenlandse producten). Het was Oranje boven al!

3. A.L., anno Lucis: in het jaar van het Licht (in het (zoveelste) jaar van de christelijke jaartelling). Dat meisje werd à la barbe de [ondanks] Jean weggekaapt. Die Belgische regering was à la belge [op z'n Belgisch: na langdurig onderhandelen en met veel geven en nemen] tot stand gekomen. Zoek de betekenis op: à la belle étoile [onder de blote hemel], à la bonne heure [dat zij zo, vooruit maar], à la carte [volgens de menukaart – vgl. à-la-carterestaurant], à la crème [met room], à la façon (op de manier van), à la façon de Venise [kristal, op de manier van dat Venetiaanse glaswerk], à la fanfare [boekbinderij: met een patroon van sierbanden en daartussen spiralen en lauriertakken], à la fortune du pot [zoals de pot schaft], à la guerre comme à la guerre [je moet je naar tijd en omstandigheden weten te schikken], à la jardinière [culinair: met groenten opgemaakt], à la meunière [voor het bakken door de bloem gehaald], à la minute [onmiddellijk, terstond], à la mode [volgens de heersende opvattingen], à la nage [van schaal- en schelpdieren: in het kookvocht opgediend], à la page [bij, op de hoogte van de laatste ontwikkelingen], à la recherche du temps perdu [herbeleving van een lang voorbije tijd, vooral door triviale aanleidingen], à la rigueur [desnoods, als het beslist moet], à la sardine [zoals je een sardineblikje – s – openmaakt ook: sardienen], à la tartare [met pikante saus], a latere [aa-laa-tuh-ree – van een kardinaal-legaat: volledige bevoegdheid tot onderhandelen hebbend] en à la veille d'un grand événement [aan de vooravond van een grote gebeurtenis]. Alba Longa is de oudste stad in Latium, de moederstad van Rome (dat schrijft VD tenminste – sub lemma 'Albaans'). De Albanese munteenheid is de lek (ALL). Een albertijnse bas heet ook albertibas. Napoleon maakte gewag van het perfide [trouweloos, vals, verraderlijk] Albion. Een boek met losse vellen is in albis [ingenaaid, noch gebonden]. Deze alfa is een malta [aardappel].

4. Een alcazar is een kasteel, burcht in Moorse stijl, een alcazaba is een Moorse citadel en een alcarraza is een aarden kruik om dranken in koel (koel in) te houden. Albus in albis: wijs onder de wijzen. Wat is nou toch aaisykjen [kievi(e)tseieren zoeken – Friesland]? ALD (adrenoleukodystrofie) is een hersenziekte. Ik wens je nog veel alcyonische dagen (een gelukkige tijd) toe. Het FAS is het foetaal alcoholsyndroom [baby via moeder]. Hij is bij de AA, de Anonieme Alcoholisten. Alere flammam: de vlam, het vuur voeden (m.b.t.
studie-ijver
). Alfastralen zijn a-stralen. Wanneer zijn de Algemene Beschouwingen [in de Tweede Kamer]? Het tussenwerpsel 'alhamdullilah' betekent: alle lof en dank zij Allah. Niet alle

Midden-Oostenbewoners zijn alibaba's [scheldwoord, Midden-Oosten, Noord-Afrika, vanuit gezichtspunt: misdadiger]. Ik noem een wulp alievogel. Je bent alienatus a se: niet (goed) bij je hoofd. Je moet niet aliena vivere quadra: klaplopen (ik loop klap: nee, dat gaat mooi niet: ik klaploop).

5. Dat was a limine [onmiddellijk, van het begin af] duidelijk. Het devies van de Académie française is: à l'immortalité [aan de onsterfelijkheid]. Hij moest à l'improviste [onvoorbereid, voor de vuist weg] een toespraak houden. De jongen piepten à l'instar [naar de wijze van] de ouden. Aliquis in omnibus, nullus in singulis: iemand die een beetje thuis is in alles, maar niets geheel beheerst. A little more than kin and less than kind: iets meer dan verwant en minder dan bevriend. Aliud et idem: iets anders en toch hetzelfde, alius et idem: een ander en toch dezelfde. Hij hield een lezing à livre ouvert [waar je het boek ook opent, zonder voorbereiding]. All'antica is op de antieke manier. Het allantoïs [ah] is de embryonale urineblaas. Alla prima schilderen is nat-in-nat. Adagium van een platte organisatie: all chiefs and no Indians? Nee, juist niet, dus. Een unus judex is een alleensprekende rechter.

6. Welke zou Rome met de Alleenzaligmakende Kerk bedoelen? De kerk van Rome, natuurlijk. Hoezo, oecumene [ui/eu]? De oproep luidde 'alle hens (all hands) aan dek', maar dat was geen allehensje [voor iedereen bestemd]. 'Alle Lust will Ewigkeit / will tiefe, tiefe Ewigkeit' (Duits, citaat uit 'Also sprach Zarathustra' van Friedrich Nietzsche). Een allemansgeheim is een secret de Polichinelle. 'Alle Menschen werden Brüder' is een passage uit de 'Ode an die Freude' van Friedrich von Schiller, tevens de tekst die wel wordt gezongen bij het, eigenlijk instrumentale, Europese Volkslied. Lodewijk XVI voerde als eretitel: Zijn Allerchristelijkste Majesteit. De Bataafse en de Franse Republiek zijn niet te vergelijken met de (allerdoorluchtigste) republiek Venetië [epitheton (ornans) = vaste verbinding zoals ook: de rozenvingerige – ook roosvingerige dageraad]. De voormalige Portugese koningen voerden als eretitel 'Allergetrouwste Zoon der Kerk'. Mijn mama is de allerallerliefste mama van de hele wereld

7. Hij is op allerheiligendag, 1 november, de dag waarop we de Allerheiligenvloed herdenken, jarig (zijn broer trouwens op Allerzielen, allerzielendag, 2 november). Allerkinderen en allerkinderendag verwijzen naar Onnozele-Kinderen (onnozele-kinderendag). Het epitheton van Maria in de litanie van de Heilige Maagd is Allerreinste Moeder. Après tout, après coup [tenslotte, welbeschouwd], heeft die periode ons veel voordeel opgeleverd. Aut omnia, aut nihil: alles of niets. Een Kaapstatter denkt gauw: alles sal regkom [alles komt goed (gezegd om een bezorgde persoon gerust te stellen)]. Niets nieuws onder de zon: alles schon da gewesen. Een alliancering [verloving] kan een alliantie [verbintenis, verbond] bezegelen. Bespreek de Triple [1668, ook: 1882], de Quadruple [1718] en de Heilige Alliantie [in 1815 door Rusland, Oostenrijk en Pruisen gesloten bondgenootschap]. Wilders heeft niks met allo's [allochtonen]: terug naar Allochtonië met hen! Im Westen nichts Neues: all quiet along the Potomac [geruststellende berichten vanuit een afschuwelijke oorlog]. Allspice is jamaicapeper van de pimentboom. Deze vakantieaanbiedingsprijs is all-in (een all-inprijs dus).

8. Een ATB is een allterrainbike, alleterreinfiets. Eind goed, al goed: all's well that ends well. All the perfumes of Arabia: een hyperbolische formule met de waarde 'niets ter wereld'. Dodekop is colcothar, caput mortuum. Wil je die aloëetjes even uit de zon halen? Alopecia is pleksgewijze kaalheid. Alpacawol schep je niet met alpaca [legering, nieuwzilver] lepels op. In het Alpengebied (een alpenlandschap met de nodige Alpenpassen) vind je veel alpinisten en alpengletsjers. Er is veel Alpentoerisme naar de Alpentoppen, maar daarbij zul je aan alpenseks (tirolerseks) nauwelijks toekomen. ALS is de amyotrofische laterale sclerose (een bepaalde dodelijke spierziekte). Epateren of épater le bourgeois is overdonderen. De mitnagdim [mv. – VD!] vormen een achttiende-eeuwse stroming van orthodoxe joden in Litouwen [grondvester: rabbi Elijah ben Solomon Zalman]. De kidoesj is de sabbatswijding

9. De eerste drie woorden van een leesplankje waarvan het derde plaatje een cyperse poes voorstelt, zijn: aap, noot, mies. Zo'n leesplankje wordt ook wel een aap-noot-mies (GB – znw.) genoemd. Ze zijn op en tenden [doodop]. Baby's behoeven tender loving care [liefderijke en toegewijde verzorging]. Een mierenneuker is een pietlut. Een papadum is een Indiase pannenkoek. Het achtervoegsel 'MSc' staat voor 'master of science'. Tzatziki is een Grieks gerecht. Deze schrijver heeft zijn pen in alsem [scherp of bitter schrijven of spreken] gedoopt. Ik hou niet van als-vragen. Dat Altaar is wel heel hoogverheven [sterrenbeeld zuidelijk halfrond]. Wat is het Heilig sacrament, het sacrament des altaars? Verandering van brood en wijn in lichaam en bloed van Christus. Waar kan ik zo'n alt-A-hypotheek krijgen? Tendinitis is peesontsteking, tendovaginitis peesschedeontsteking. Alterum tantum: nog eens zoveel. Alta mente repostum: diep in de ziel bewaard. Voor mijn kinderen koop ik regelmatig kidlit [kinderlit(t)eratuur]. Ze kickt op alta moda, haute couture [beide: geen mv.].

10. Het verstand is de altera pars Petri (secunda Petri). Een viola da braccio is een altviool. Odin [noordse mythologie] of Wodan [Germaanse] wordt ook wel Alvader genoemd, net als God trouwens. Afkortingen: am (internet: Armenië), a.m. (ante meridiem – v.m.), a.m. (amica manu – door vriendenhand (bezorgd)), Am (americium), Am. (Amerika), AM (tweeletterige ISO-landcode: Armenië), AM (amplitudemodulatie), am (attometer), A.M. (Ave Maria) en A.M. (anno Mundi – sinds de schepping van de wereld). Amada was 'Alle Macht aan de Arbeiders' (Belgische marxistisch-leninistische politieke partij). Au pairs uit lagelonenlanden worden met amahs aangeduid. Amai, tjongejonge, nounou. A main armée is gewapenderhand.

 


zaterdag 13 februari 2021

2101 Dictee maandag 15-02-2021 (1) dictee Dictee van de dag (120) √

Dictee – dictees [2101]

Oefendictee 737 OUD, geheel herzien naar situatie 2021

Dictee van de dag (120)

1. A minore ad majus [van klein tot groot] kom je alleen door eerst a majore ad minus [van groot naar klein] te geraken. De amarilsteen moest vanonder de amaryllissen tevoorschijn gehaald worden. Amasake [èh] is zoete Japanse rijstwijn. Een amarellenvrucht is een wijnkers. Hoe zouden de Amazonen [mythisch volk van strijdsters!] als volk kunnen voortbestaan? Zijn die mede bekend door de amazonezit [amazone + n/s – strijdster]? Naast haar amant attitré [officiële minnaar] had zij nog diverse andere amants de coeur [geliefde]: amantes amentes [verliefden zijn hun verstand kwijt, een verliefde is een dwaas]. In het Amazonegebied leeft ook de hoatzin [hoo-waht-zihn – de enige soort van de zigeunervogels, familie van hoendervogels – overigens een vogel die er prehistorisch uitziet]. Een zilveraap is een mico, een microfoon een mike. Amaxofobie is wagenvrees. De AMB is de Acht Meibeweging. Hij neemt een sabbatsmaand (een twaalfde van een sabbatical year). 'Levend dood' is een oxymoron. Een djoeroetoelis was in Indië een klerk. Crambe bis cocta, crambe recocta of crambe repetita is oude koek, opgewarmde kost.

2. Kreeg ik, janstramme [bastaardvloek, jandomme, janverstramme], nog een lekke band ook. Amber is ook storax, grijze of zwarte amber is ambergrijs, witte amber is spermaceti en gele amber succiniet. Heeft iedereen die amber alert [sms bij vermissing kind] ontvangen? Zij vindt jou een ambetanterik [vervelend persoon]. Zij beheerst het ambtenarees tot in de perfectie. Zijn ambidexters [links- én rechtshandig] de beste pianisten? Ambigrammen zijn op meerdere manieren te lezen: 'nou' (180 graden draaien = verticaal spiegelen) en (met hoofdletters) 'TOT' (horizontaal spiegelen). Ambient is zekere housemuziek, ambient intelligence moet je maar opzoeken [interactie tussen mens en elektronica]. Karel is een echte ambrasmaker [ruziezoeker]. Wat is ambushmarketing [reclame bij een evenement van concurrent]? Is a.m.c. (a mundo condito) strijdig met iets wat u eerder las [A.M. = anno Mundi]? De ame is de atomaire massa-eenheid. Jullie zijn âmes de boue (verachtelijke wezens). Uit het basketbal: bucket, vrijeworpgebied onder de basket, zonder de aansluitende halve cirkel, driepunter [score van meer dan 6, 25 m, ook: gewonnen voetbalwedstrijd met 3 punten], (slam)dunk [van bovenaf in de basket], guard [spelverdeler], jumpshot [sprongschot], lay-up [opspringend], pleintjesbasketbal, pointguard [spelverdeler in centrum], quickbreak [snelle tegenaanval], slambal (lijkt op basketbal, met trampolines) en vrijeworplijn.

3. Ook nog: rebound [terugspringende bal] en tip-in [net intikken van de van het bord terugspringende bal]. De alley oop (een soort vlieger, zoals bij handbal) staat helaas nog niet in de woordenboeken. Amelie is het ontbreken van een of meer ledematen. Blijft America's Creed [een regering van het volk, door het volk, voor het volk] vooralsnog een American dream [paradijs, iedereen schatrijk]? De duurste merken van sumatratabak worden als amerikaans aangeduid (en slechte tabak is amersfoort of amersfoorder). Een amerikanisme is gevormd naar het Amerikaanse Engels (ook: Amerikaans-Engels). Op '*troop': ametroop of emmetroop (bij- of verziend), azeotroop (homogeen vloeistofmengsel), cybernantroop (robot), gonadotroop (geslachtsklieren regulerend), hypermetroop (verziend), lykantroop (weerwolf), texotroop (van lijm: stroperig), thaumatroop (draaibaar schijfje in ring), thixotroop (dikvloeibaar) en zoötroop (fenakistiscoop – met door een trommel kijken).

4. Die laatste is trouwens een optisch apparaat met een draaischijf. Amfibrachische verzen stoelen op de amfibrachys [kort-lang-kort]. Vergelijk de apo- [voortplanting zonder bevruchting] en de amfimixis [met versmelting van twee geslachtscellen] eens met elkaar. Een amfion is een toonkunstenaar en een amfiprostylos een zekere Griekse tempel. Waar spreken ze Amhaars [Semitische taal, in Ethiopië]? Leve de amigocratie [bestuur met vriendjespolitiek]. Amica manu: door een vriendenhand bezorgd. Ik schenk je dit uit amicitiae causa [uit vriendschap]. Wat zijn een amicus curiae [belangeloos raadgever in rechtszaak], een amicus humani generis [allemansvriend] en een amicus usque ad aras [bereid zich voor een vriend op te offeren]? De amish [ee/aa-mihsj] leven van de landbouw. Dit sta ik ammenooitniet af, van zijn lang zal ze leven niet. Een amoebe [mv. n/s] is een eencellig eukaryoot micro-organisme. Amoed(mv. -im VD) zijn lessenaars voor voorgangers in de synagoge. Een amorce is een klappertje. De amorboog is een figuur bij het schoonrijden.

5. Die plant zal nog wel wortel schieten [lemma aanslaan – lijkt aaneen fout in VD]. Die vrouw moest lang wachten, het leek wel wortelschieten. Hij is amor et deliciae generis humani: de lieveling van de mensheid. Amor fati: zeg maar ja tegen het leven. Hoe rijker, hoe groter de hebzucht: amor habendi, maar het kan nog erger: de vuige hebzucht is de amor sceleratus habendi. Een amortisseur is een schokbreker, een amortiseur iets anders [amortiseren is o.a. een schuld delgen door regelmatige aflossing]. Is amour du blâmable [liefde, voorliefde voor het berispelijke, voor de onderwereld, de misdadigers] aangeboren? Zo'n amourette, affairetje, betekent niet veel. Een ampèreseconde (As – niet in wdb.) is een coulomb (C). Wat zijn amphigouri‘s [oe] ook weer [goed klinkend – zoetklinkend, maar nietszeggend gedicht]? Die Japanner logeerde in Amsterdam. Met een japanner [auto] werd het amsterdammertje [paaltje] stuk (VD – stukrijden alleen znw., stukrijder = veldartillerist) of kapotgereden. Een amuse(-gueule) is een appetizer [amuse-bouche, aperitiefhapje]. Met amusie [toondoofheid] ben je mogelijk ook amuzisch [onmuzisch, onkunstzinnig]. Wat voor soort militair is een stukrijder? Zoals gezegd: een veldartillerist.

6. In mijn praktijk heb ik relatief veel ana's [anorectica]. Een buttplug [anaalplug] is een soort dildo, kunstpenis, godemiché. Hij is anabolengebruiker [geen n lezen]. Wie waren de Franse [dichter Pontus de Thiard (1521-1605), ook wel P. Laujon (1727-1811)] en de Perzische Anacreon [dichter Hafis (14e eeuw)]? Produceerden die ook anacreontische poëzie [over wijn en liefde]? Zalmen zijn anadroom [rivier opzwemmend], dus niet catadroom [af-]. Winden op een berghelling zijn anabatisch [stijgend] of katabatisch [dalend]. Is elke analist een goed analyticus? De platoonse leer dat alle verstandelijke kennis herinnering is, wordt anamnese genoemd. De anaptyxis is de svarabhaktivocaal ['melluk']. Een anastatica is een roos van Jericho (VD), een jerichoroos. Het anarithmon gelasma is de eindeloze deining van de golven der zee. Heeft de ANBO [Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen] ook de anbistatus [NL: algemeen nut beogende instelling]? De ancilla theologiae is de wijsbegeerte. Ten andere heeft hij ook niet betaald. Eenmaal, andermaal, derdemaal … verkocht! Het Andesvolk jaagt op andesganzen.

7. Andouillette [geen 'te' uitspreken] is een zekere worst. Anerytropsie is roodblindheid. Hij is opmerkelijk goed angejiddeld [gebruikt Jiddisch/je woorden goed]. De angélique [engelwortel] kan groeien, de angelica ook wel [maar is ook vox angelica – orgelregister, engelenstem – of luit]. De Angelsaksen spreken Oudengels. Stenocardie is angina pectoris [hartkramp, hartbeklemming]. Het moet morgen af: we zijn in angina temporis [tijdnood]. De high church is de anglokatholieke kerk. De Atlantikwall was opgericht tegen een
Anglo-Amerikaanse invasie. Een angwantibo [halfaap] of beermaki is een loriachtige. Anhidrose is het ontbreken van zweetsecretie, een anhinga (Tupi) is een slangenhalsvogel. Hoeveel ångström is dat [10−10 meter (symbool: Å)]? Anhydriet (karsteniet) is een zeker anhydride. Anijs- of szechuanpeper [Chinese peper] heeft weinig met indiapaper [Chinees papier, dundrukpapier, o.a. voor bijbels] te maken. Met een anima candida (zuiver gemoed, zuiver karakter) kom je meestal heel ver. Hij is een animae dimidium meae: boezemvriend, van me. Hij is een animal disputax [redetwisten om te redetwisten].

8. Hebben we dat allemaal: de anima naturaliter christiana, van nature christelijke ziel? Die moord was animo deliberato [juridisch: met voorbedachten rade]. Animus domini: de wil eigenaar te zijn, animus injuriandi: opzet om te beledigen, animus nocendi: opzet om schade te berokkenen, animus novandi: de wil om een schuldvernieuwing tot stand te brengen en animus possidendi: de wil van de bezitter om als eigenaar te worden aangemerkt. Alle à-niveaukruisingen zijn gevaarlijk. Het is daar een sjonnies-en-anita's-camping
(johnny's-en-marina's-camping). Een anyumara is een zekere zoetwaterroofvis. Ankylostomiasis is – u wist het – de mijnwormziekte. Anno aetatis suae: in zijn (haar) zoveelste levensjaar, anno passato: verleden jaar, anno regni Caroli I decimo: in het tiende regeringsjaar van Karel I. Er werden meerdere anime [zelfde mv., Japanse, sterk op strips gebaseerde animatiefilm] vertoond. Hij was gelijk (aan) een dolend zieltje, een animula vagula.

9. Het Rampjaar (1672) was een annus horribilis [rampjaar]. Voor de uitspraak zijn an- [beginklank, w van wereld] en auslaut [eindklank, d van wereld] heel belangrijk. Zij zongen hun anthems [lied met symbolische betekenis zoals "Geen woorden maar daden"]. Bij gebakken vis (met gebakken peren) kun je antiboise [garnituur van schijven tomaat] serveren. Daar heb je weer zo'n antifa [antifascistisch, bnw., streber, antifastreber, znw.] (streber: wil niet kieskeurig zelf vooruitkomen). Wat is antifouling [au] (verf of coating die de aangroei van organismen op scheepshuiden en offshoreconstructies tegengaat)? Wat is het bijzondere aan een monoklonaal antilichaam [gemaakt van een en dezelfde kloon]? Antimoonoker is cervantiet [een natuurlijk antimoontetroxide (Sb2O4) = antimoonoker].

10. We schrijven alche/imie en amimie. Dat is [medisch] de uitdrukkingsloosheid van het gezicht. Ook: atimie (eerloosheid), boulimie (boulimia – eetbuienstoornis), hypermimie [overdreven] en hypomimie [karige mimiek], maar antonymie [= antoniem(!) van synonymie], antroponymie (naamkunde), athymie (geen thymus = zwezerik), cyclothymie of -frenie (manisch-depressieve psychose), dysthymie (depressieve neurose), heteronymie [in connotatie verschillend zijn = gevoelswaarde, bijgedachte], hodonymie [leer straatnamen], homonymie [vorst = staatshoofd + vriezend weer], hydronymie [leer waternamen], hyperonomie [woord sluit ander woord in], hyperthymie [ziekelijke vrolijkheid], hypothymie [duurzame depressieve stemming], metonymie ['Couperus lezen'], parathymie (verstoring gevoelsleven), schizothymie (gespletenheid van gemoed), synonymie en toponymie (plaatsnaamkunde). Woorden op '*yteit' komen helemaal niet voor.