Dictee - dictees [1941]
Oefendictee (1) oktober 2020
1.
Je moet ‘consanguiniteit’ en ‘contiguïteit’ wel goed
schrijven, hoor! Een crémaillère is een heugel. De bedauwdheid zou
hem een laatste d(o)uwtje geven. Er volgt nu een ex aequootje, een
ex-aequotest. Mijn doño [baas]
is een coño [schoft].
De Spaanse doña correspondeert letterlijk en figuurlijk met de
Italiaanse (prima)
donna. Weet jij een ezelsbrug, een pons asinorum, voor ‘epididymis’
en syfilis’? Ik
wel:
y helemaal achteraan of vooraan!
Heerlijk: escabeche [koud gerecht van gebakken vis] met croquembouche [kegelvormige toren van gevulde soesjes] na! Met ‘forza (Juventus)’
wens je de club bij een wedstrijd in SR forsa (kracht)
toe. Probeer ‘futhark’ maar eens goed uit te spreken! [/fuθɑrk/] Sla de
hoorn(s)
des overvloeds maar over: cornua
copiae of cornucopiae.
Is er veel verschil tussen cyclo-
[manisch-depressieve psychose] en dysthymie [chronisch depressieve stemming, mal américain]? Eén ding wil ik nog
wel eraan toevoegen.
2.
Bij dataprocessing moet ik altijd aan EDP,
electronic
data
processing
denken. Ippes is ibbus: leuk, fijn [emmes, immes]. Een femcee
is een vrouwelijke mc.
“Ik ben maar klein”, zei die fdc [first day cover - eerstdagenveloppe] van een postzegel tegen zijn
broertje, de grote FDC [fleur de coin - maagdelijke munt, nog niet in omloop geweest]. De juiste uitspraak van ‘alpaca’ is
‘ahl-paa-kaa’.
Gevederde dieren hebben een gevederte. Ondanks de gribus kon er toch
nog een ‘gratias’
[dank u, tw.] af. Daar heb je die fausses dévotes, die
huichelaarsters, weer! Hé, zit hij ook bij de francs-maçons [vrijmetselaar]? Dat is
gebrouwt, één brouwsel (bier - brauwen bestaat niet, wenk(brauw) wel). De ontaarde kunst of entartete Kunst kon niet dienstbaar
gemaakt worden aan de nazipropaganda. Chymus
(chijm)
zit in de maag [spijsbrij],
chylus of chijl dus in de darm [vet bevattende lymf(e).
Ook voor het Gezelschap van het Goddelijke Woord [een congregatie van missionarissen] is het goddelijke
Woord [de Bijbel] leidraad. De hocker [voetenbankje] paste nog net in de locker [kluisje]. Die tv-reclame
is een lokkertje. Hodierno die [op de dag van heden] viert het hodiëcentrisme [gerichtheid op het heden] hoogtij. Wij
zijn homines erecti [enkelvoud: homo erectus, de rechtop gaande mens, wel: rechtop staan en rechtopstaand].
3.
Devies van Gent: hou
en
getrouw.
Flecterende talen kennen flexie [verbuiging, vervoeging], welke door deflexie [verloren gaan buigingsuitgangen] ongedaan gemaakt
kan worden. Die arbitrageant is een intrigant. Kleine Job, Joppie, is
weer het kind van de rekening. Kaffiya = keffiyeh = kufiyyah = mani =
arafatsjaal = palestijnensjaal = palestinasjaal = Palestijnse sjaal.
Een kemenche
is een Turkse viool. Ik ben me het habbiebabbie geschrokken, toen ik
die habibi [straattaal: schatje] zag. Toppunt van behendigheid: met heely's [sportschoen, wieltje, rolschaatsen] aan wheelies
[voorwiel omhoog] en stoppy’s [achterwiel] maken. Een jappie
is een jonge,
ambitieuze
professional
en een yuppie
een young
urban
professional.
Het leplazarus is het lebbes. Schrijf goed: libellennet, giraffennek
en antilopejong. De verkleinvorm ‘marctje’ verklapt, hoe je
‘marc’ uit moet spreken
(wel
met ‘aa’ dus - maar).
4.
Mijn kompel [mijnwerker, ook: koempel] kreeg ten onrechte een compel [juridische aanmaning]. Alles van komsa [groot, die er zijn mag] is
toetmem [geheel hetzelfde]. Paulus richt zich in de zendbrieven
1 en 2 Korintiërs [VD fout: Korintiërs 1 en 2] tot
de inwoners van Korinthe. Crude
[oe:]
is gewoon kroet [ruwe aardolie]. Volgens hem schrijf je ‘référé’ [kort geding NL, kortgeding BE] met één
accent, volgens haar met twee accents aigus (ook:
accent aigu’s).
Een kroeskop- of bol is een kroeze kop. Tijdens het barbecueën begon
de haan te kukelekuen. De RKSP
was de Rooms-katholieke
Staatspartij.
In het land van de helse Bruegel
was er een breugelkermis.
Is de lanciers [mv., oude dans] een dans van lansiers [lansdrager, BE: tanktroepen]? Niet per se. Het lijdt geen twijfel, dat dit
tot weifel leidt. Lusinghiero is lusingando (vleiend).
In de zoo zagen we een schattig magotje [berberaap, ook: spaarvarkentje]. Die Maleier lijdt aan latah
[dissociatieve stoornis] en eet zijn dagelijkse lavash [zeer dun, rond brood - lavas = maggiplant].
Een lamyai
is een longan, een soort van lychee.
5.
Daar heb je die oetlul
met zijn oed
[luit] weer. Het Malagasi is de Malagassische taal [Madagaskar]. Hij verpoosde bij het
manihotje
[oo] (geslacht van heesters en kruiden).
Met zijn matelotje [ronde strooien hoed] op keek hij naar het marti/ekootje [aap, lelijkerd].
Wat is de mattheaanse visie daarop [Mattheus, eerste evangelie]? Alles met mate, niets te veel, ne quid nimis: mèden agan
[VD:
mee-dèhn-aa-gahn].
Een ménagère [huishoudster] bestiert geen menagerie [beestenspel]. Een mesdjid is hetzelfde als
een masjid [moskee]. Zo is een missigit een mesigit [ook: moskee]. En tik is (crystal)
meth. De metteurs en scène, zijn die verantwoordelijk voor alle
mises-en-scène (mise-en-scènes, enk. mise-en-scène)?
NB Niet voor alle mise-en-place [gereedzetten voor bereiding gerechten,
mise-en-plis = watergolf] dus! Een MP
is member
of Parliament.
De MiG
[Russisch gevechtsvliegtuig] is genoemd naar Mikojan
en Goerevitsj.
Wie ‘himmelhoch jauchzend’ [tz]
goed schrijft, zal dat ook wel met ‘weizenbier’
doen (en
schnauzer!).
De student onderging het novitiaat gelaten. De afkorting brt is die
van bruto registerton, brt. die van bruto. Niet iedere nimf is een
nymfomane [manziek-zijn, andromanie]. Er speelden twee oboe d’amore(‘)s
mee. Oebies zijn yamswortels. Het is ‘oftewel’ en ‘ofte niet’.
De mansoir behoort tot het mannelijk oir. Die olla podrida is een
olipodriga/o [allegaartje].
Op-en-duit is op end’ op [geheel en al, op-en-top]. Je kunt er donder op zeggen dat hij de
krant gaat opzeggen. Een Oranjespeler of oranjehemd speelt in het
Oranjeshirt.
6.
Overdresste personen zijn overdressed. Wij noemen pâté de foie gras
gewoon paté. En wat is preparé trouwens? Filet américain. Reciproque zijn is een
kwestie van reciprociteit [wederkerig, van getallen bijv. 15/7 en 7/15]. In het al eerder genoemde rijtje passen
ook: schizothymie
en schizofrenie
[tz]!
Gelieve niet te verwarren: powwow
(bijeenkomst
indianen)
en pawpaw
(boom,
vrucht)
[uitspraak:
4 x au - en sawpaw = bapao, een snack].
Okidoki, toedeledokie dan maar! O Nederland, let op u saeck (uit:
Valerius’ Gedenckclanck).
Een sandalwood is een sandelhoutpaard. Correctie: niet honderdendrie [correct, honderd en drie is fout],
maar duizend en drie [ook duizend drie]. Waar is dat fetisje [voorwerp van afgodische verering] gebleven?
Een vis-à-visgesprek vindt face to face [persoonlijk, recht tegenover elkaar] plaats. Weed is wiet en
wied is onkruid. Een Gabonees is een Gabonner. De eersteklasreiziger,
hij zat dus eerste klas,
kreeg een eersteklas behandeling
door conducteur en conductrice. Een palimpsest is een afgekrabd stuk
papyrus.
7. Rome is de Stad van de Zeven Heuvelen. Het meervoud van ‘enfant terrible’ is ‘enfant(s) terrible(s)’[of]. Woorden uit het Maori: haka (ceremoniële dans), hoki (kabeljauwachtige vis), kakapo (uilpapegaai), kauri (naaldboom), kea (papegaaiensoort) en kiwi (loopvogel, vrucht). De Maori (volk, mv.) bestaan uit Maori(‘s). Verdere woorden: moa (uitgestorven reuzen- en loopvogel), moko (op tatoeage lijkende gezichts- of lichaamsversiering), neuskus = begroetingswijze, takahe [ee] (zeldzame niet-vliegende vogel), tribal [bnw.] = geënt op de cultuur van mensen die in stamverband leven, zoals de Maori’s, Aboriginals e.d., tribal [znw.] = tatoeage en tuatara [toe-waa-taa-raa - ook: tuatera] = brughagedis. Een hookah [hoe-kaa, Arabisch] is trouwens een waterpijp en een Peelstadje of Peeldorp ligt in de Peel. Een oeloe is een vis-, een oehoe een ooruil.
8. Die zoetemelkse kaas is lekker. De cockneys spreken Cockney, het Cockneydialect. Een dalísnor is zo genoemd naar Dalí’s snor. Een dalit is in India een paria. Het antoniem van ietsisme is niks- of nietsisme. Een bieleman is het lid van de schutterij dat vooroploopt bij optochten en processies en dat eventuele blokkades opruimt. Chouchous zijn lievelingetjes, choucroute (GB) is zuurkool. Je moet (benzo)chinon, een chemisch goedje – denk bv. ook aan 1,4-naftochinon – niet verwarren met een chignon, een haarwrong of knoet. 14/10/2020: nieuwe update VD, 389.594 lemma’s (was 389.415). Pro bono (publico) is voor het algemeen welzijn. De koetei (zee-egel) en de kutai (hoogkijker) kwamen elkaar tegen. Een wijgeschenk is een ex voto [votiefbeeld, wijbeeld]. Irideeën zijn irisachtigen. Iridectomie is operatieve verwijdering van de iris en een wij-gevoel is prettig.