vrijdag 16 oktober 2020

1941 Dictee vrijdag 16 oktober 2020 (4) dictee Oefendictee (1) oktober 2020 √

Dictee - dictees [1941]

Oefendictee (1) oktober 2020

1. Je moet ‘consanguiniteit’ en ‘contiguïteit’ wel goed schrijven, hoor! Een crémaillère is een heugel. De bedauwdheid zou hem een laatste d(o)uwtje geven. Er volgt nu een ex aequootje, een ex-aequotest. Mijn doño [baas] is een coño [schoft]. De Spaanse doña correspondeert letterlijk en figuurlijk met de Italiaanse (prima) donna. Weet jij een ezelsbrug, een pons asinorum, voor ‘epididymis’ en syfilis’? Ik wel:
y helemaal achteraan of vooraan!
Heerlijk: escabeche [koud gerecht van gebakken vis] met croquembouche [kegelvormige toren van gevulde soesjes] na! Met ‘forza (Juventus)’ wens je de club bij een wedstrijd in SR forsa (kracht) toe. Probeer ‘futhark’ maar eens goed uit te spreken! [/fu­θɑrk/] Sla de hoorn(s) des overvloeds maar over: cornua copiae of cornucopiae. Is er veel verschil tussen cyclo-
[manisch-depressieve psychose] en dysthymie [chronisch depressieve stemming, mal américain]? Eén ding wil ik nog wel eraan toevoegen.

2. Bij dataprocessing moet ik altijd aan EDP, electronic data processing denken. Ippes is ibbus: leuk, fijn [emmes, immes]. Een femcee is een vrouwelijke mc. “Ik ben maar klein”, zei die fdc [first day cover - eerstdagenveloppe] van een postzegel tegen zijn broertje, de grote FDC [fleur de coin - maagdelijke munt, nog niet in omloop geweest]. De juiste uitspraak van ‘alpaca’ is ‘ahl-paa-kaa’. Gevederde dieren hebben een gevederte. Ondanks de gribus kon er toch nog een ‘gratias’
[dank u, tw.] af. Daar heb je die fausses dévotes, die huichelaarsters, weer! Hé, zit hij ook bij de francs-maçons [vrijmetselaar]? Dat is gebrouwt, één brouwsel (bier - brauwen bestaat niet, wenk(brauw) wel). De ontaarde kunst of entartete Kunst kon niet dienstbaar gemaakt worden aan de nazipropaganda. Chy
mus (chijm) zit in de maag [spijsbrij], chylus of chijl dus in de darm [vet bevattende lymf(e). Ook voor het Gezelschap van het Goddelijke Woord [een congregatie van missionarissen] is het goddelijke Woord [de Bijbel] leidraad. De hocker [voetenbankje] paste nog net in de locker [kluisje]. Die tv-reclame is een lokkertje. Hodierno die [op de dag van heden] viert het hodiëcentrisme [gerichtheid op het heden] hoogtij. Wij zijn homines erecti [enkelvoud: homo erectus, de rechtop gaande mens, wel: rechtop staan en rechtopstaand].

3. Devies van Gent: hou en getrouw. Flecterende talen kennen flexie [verbuiging, vervoeging], welke door deflexie [verloren gaan buigingsuitgangen] ongedaan gemaakt kan worden. Die arbitrageant is een intrigant. Kleine Job, Joppie, is weer het kind van de rekening. Kaffiya = keffiyeh = kufiyyah = mani = arafatsjaal = palestijnensjaal = palestinasjaal = Palestijnse sjaal. Een kemenche is een Turkse viool. Ik ben me het habbiebabbie geschrokken, toen ik die habibi [straattaal: schatje] zag. Toppunt van behendigheid: met heely's [sportschoen, wieltje, rolschaatsen] aan wheelies [voorwiel omhoog] en stoppy’s [achterwiel] maken. Een jappie is een jonge, ambitieuze professional en een yuppie een young urban professional. Het leplazarus is het lebbes. Schrijf goed: libellennet, giraffennek en antilopejong. De verkleinvorm ‘marctje’ verklapt, hoe je ‘marc’ uit moet spreken
(
wel met ‘aa’ dus - maar).

4. Mijn kompel [mijnwerker, ook: koempel] kreeg ten onrechte een compel [juridische aanmaning]. Alles van komsa [groot, die er zijn mag] is toetmem [geheel hetzelfde]. Paulus richt zich in de zendbrieven
1 en 2 Korintiërs [VD fout: Korintiërs 1 en 2] tot de inwoners van Korinthe. Cr
ude [oe:] is gewoon kroet [ruwe aardolie]. Volgens hem schrijf je ‘référé’ [kort geding NL, kortgeding BE] met één accent, volgens haar met twee accents aigus (ook: accent aigu’s). Een kroeskop- of bol is een kroeze kop. Tijdens het barbecueën begon de haan te kukelekuen. De RKSP was de Rooms-katholieke Staatspartij. In het land van de helse Bruegel was er een breugelkermis. Is de lanciers [mv., oude dans] een dans van lansiers [lansdrager, BE: tanktroepen]? Niet per se. Het lijdt geen twijfel, dat dit tot weifel leidt. Lusinghiero is lusingando (vleiend). In de zoo zagen we een schattig magotje [berberaap, ook: spaarvarkentje]. Die Maleier lijdt aan latah [dissociatieve stoornis] en eet zijn dagelijkse lavash [zeer dun, rond brood - lavas = maggiplant]. Een lamyai is een longan, een soort van lychee.

5. Daar heb je die oetlul met zijn oed [luit] weer. Het Malagasi is de Malagassische taal [Madagaskar]. Hij verpoosde bij het manihotje [oo] (geslacht van heesters en kruiden). Met zijn matelotje [ronde strooien hoed] op keek hij naar het marti/ekootje [aap, lelijkerd]. Wat is de mattheaanse visie daarop [Mattheus, eerste evangelie]? Alles met mate, niets te veel, ne quid nimis: mèden agan
[
VD: mee-dèhn-aa-gahn]. Een ménagère [huishoudster] bestiert geen menagerie [beestenspel]. Een mesdjid is hetzelfde als een masjid [moskee]. Zo is een missigit een mesigit [ook: moskee]. En tik is (crystal) meth. De metteurs en scène, zijn die verantwoordelijk voor alle mises-en-scène (mise-en-scènes, enk. mise-en-scène)? NB Niet voor alle mise-en-place [gereedzetten voor bereiding gerechten,
mise-en-plis = watergolf
] dus! Een
MP is member of Parliament. De MiG [Russisch gevechtsvliegtuig] is genoemd naar Mikojan en Goerevitsj. Wie ‘himmelhoch jauchzend’ [tz] goed schrijft, zal dat ook wel met ‘weizenbier’ doen (en schnauzer!). De student onderging het novitiaat gelaten. De afkorting brt is die van bruto registerton, brt. die van bruto. Niet iedere nimf is een nymfomane [manziek-zijn, andromanie]. Er speelden twee oboe d’amore()s mee. Oebies zijn yamswortels. Het is ‘oftewel’ en ‘ofte niet’. De mansoir behoort tot het mannelijk oir. Die olla podrida is een olipodriga/o [allegaartje].
Op-en-duit is op end’ op [geheel en al, op-en-top]. Je kunt er donder op zeggen dat hij de krant gaat opzeggen. Een Oranjespeler of oranjehemd speelt in het Oranjeshirt.

6. Overdresste personen zijn overdressed. Wij noemen pâté de foie gras gewoon paté. En wat is preparé trouwens? Filet américain. Reciproque zijn is een kwestie van reciprociteit [wederkerig, van getallen bijv. 15/7 en 7/15]. In het al eerder genoemde rijtje passen ook: schizothymie en schizofrenie [tz]! Gelieve niet te verwarren: powwow (bijeenkomst indianen) en pawpaw (boom, vrucht)
[
uitspraak: 4 x au - en sawpaw = bapao, een snack]. Okidoki, toedeledokie dan maar! O Nederland, let op u saeck (uit: Valerius’ Gedenckclanck). Een sandalwood is een sandelhoutpaard. Correctie: niet honderdendrie [correct, honderd en drie is fout], maar duizend en drie [ook duizend drie]. Waar is dat fetisje [voorwerp van afgodische verering] gebleven? Een vis-à-visgesprek vindt face to face [persoonlijk, recht tegenover elkaar] plaats. Weed is wiet en wied is onkruid. Een Gabonees is een Gabonner. De eersteklasreiziger, hij zat dus eerste klas, kreeg een eersteklas behandeling door conducteur en conductrice. Een palimpsest is een afgekrabd stuk papyrus.

7. Rome is de Stad van de Zeven Heuvelen. Het meervoud van ‘enfant terrible’ is ‘enfant(s) terrible(s)’[of]. Woorden uit het Maori: haka (ceremoniële dans), hoki (kabeljauwachtige vis), kakapo (uilpapegaai), kauri (naaldboom), kea (papegaaiensoort) en kiwi (loopvogel, vrucht). De Maori (volk, mv.) bestaan uit Maori(‘s). Verdere woorden: moa (uitgestorven reuzen- en loopvogel), moko (op tatoeage lijkende gezichts- of lichaamsversiering), neuskus = begroetingswijze, takahe [ee] (zeldzame niet-vliegende vogel), tribal [bnw.] = geënt op de cultuur van mensen die in stamverband leven, zoals de Maori’s, Aboriginals e.d., tribal [znw.] = tatoeage en tuatara [toe-waa-taa-raa - ook: tuatera] = brughagedis. Een hookah [hoe-kaa, Arabisch] is trouwens een waterpijp en een Peelstadje of Peeldorp ligt in de Peel. Een oeloe is een vis-, een oehoe een ooruil.

8. Die zoetemelkse kaas is lekker. De cockneys spreken Cockney, het Cockneydialect. Een dalísnor is zo genoemd naar Dalí’s snor. Een dalit is in India een paria. Het antoniem van ietsisme is niks- of nietsisme. Een bieleman is het lid van de schutterij dat vooroploopt bij optochten en processies en dat eventuele blokkades opruimt. Chouchous zijn lievelingetjes, choucroute (GB) is zuurkool. Je moet (benzo)chinon, een chemisch goedje – denk bv. ook aan 1,4-naftochinon – niet verwarren met een chignon, een haarwrong of knoet. 14/10/2020: nieuwe update VD, 389.594 lemma’s (was 389.415). Pro bono (publico) is voor het algemeen welzijn. De koetei (zee-egel) en de kutai (hoogkijker) kwamen elkaar tegen. Een wijgeschenk is een ex voto [votiefbeeld, wijbeeld]. Irideeën zijn irisachtigen. Iridectomie is operatieve verwijdering van de iris en een wij-gevoel is prettig.

 

 


1940 Dictee vrijdag 16 oktober 2020 (3) dictee Achtste online BeNeDictee 2020-08 √

Dictee - dictees [1940] 

Achtste online BeNeDictee 2020-08

De 80 vet en onderstreepte woorden of woordgroepen moesten worden ingevuld (+ 10 in shoot-out).

Taaldier (auteur: Huib Boogert)

1. Mijn leven lang heb ik over anderen geschreven. Nu moet ik enig proza in elkaar timmeren over mezélf. Maar ik houd niet zo van
ikke, ikke, ikke. Mezelf blootgeven is niet mijn sterkte, eerder mijn zwakte. Maar met een lichte degout [de-woord] zal ik toch een poging wagen.

2. Het grootste deel van mijn journalistieke leven, t.w. 38 van de 47 jaren, was ik onder de pannen bij Neerlands grootste dagblad. Verslaggever in algemene dienst, dus altijd en overal inzetbaar. Met standplaats Rotterdam, de grootste havenstad ter wereld, toen nog alleszins. Toen ik met emeritaat ging, werd het iets minder …

3. Rotterdam was als zodanig het venster op de wereld. Afgezien van het Zuidpool(gebied) (Antarctica) * [GB ook nog + VD alleen: kleine letter = gebied rond de magnetische zuidpool] heb ik op alle continenten ’s heren wegen en luchtroutes intensief bereisd, in opdracht van de baas. Dat krijg je, met de haven in je portefeuille.

* VD:  Zuidpool = zuidpoolgebied.

4. Maar ook politie en rechtbank waren mijn deel. Aan gruwelijke misdaden geen gebrek in een wereldstad. Te veel om op te noemen, en vaak ook te bloederig. Opgeloste misdrijven bereiken uiteindelijk ook de rechtbank. Daar heb ik honderden wandaders voor het hekje zien staan. Bij de meervoudige strafkamers (een soort
hof van assisen [BE: meerdere; echter één Hof van Cassatie …], maar dan zonder jury) heb ik volgens mijn eigen telling minstens 1100 à 1200 ernstige misdrijfzaken verslagen. Soms rijpt daarbij het eelt op je ziel.

5. Komt een mens dan nog aan hobby’s toe? Nou, beperkt. Ik fotografeer graag, ik kan het aardig, ik win ook weleens een prijsje. Die reuzeleuke hobby is me overigens in het werk vaak van pas gekomen. Immers, de krant stuurde op reportage niet altijd een fotograaf mee.

6. Afgezien van mijn impetueuze [onstuimig, luidruchtig] werk heb ik nóg een paar hobby’s. Ik ben bijvoorbeeld ook gek op treinen als werkwoord. Ik mag van de Nederlandse Spoorwegen zeven hele dagen per jaar gratis kriskras door het land toeren [een tour = een tournee maken]. In een volle trein mag ik ook graag een cryptogrammetje volmaken (vol = vullen).

7. Nóg meer hobby’s? Nou, wat dacht je van de liefde voor de achterban? Met moeder de vrouw, mijn [Sprookjes van]
Moeder de Gans, de knapperd, woon ik intussen weeral (alweer) bijna vijftig jaar onder één dak. Wij hoedden tot pakweg 2005 twee mooie kinderen (jongens), die – na vele jaren van nestkleverij – uitvlogen en nu op hún beurt elk een clubje van drie kinderen bestieren.

8. Als pensionado (sinds 2011) kalk ik in het hier-en-nu [znw., GB, maar VD: zonder koppeltekens = ook bijwoord - hic et nunc, onmiddellijk] de site van mijn plaatselijke atletiekvereniging vol. De berichten voorzie ik van eigen foto’s. De camera met die 400mm-lens [400 mm] heb ik tóch. En verder manage [ww. managen] ik al het
pr-werk voor die club.

9. Tot slot mijn grootste liefde, mijn troetelkind: de taal. Die liefde uit zich in cryptogrammen, woordherkomsten, tekstschrijverij, naamkunde, dictees, etc. Vijftien jaar lang had ik een eigen taalcolumn in mijn krant. Circa 150 van die columns zijn gebundeld in drie boeken. Ze zijn overigens alle drie [ook alle twee, wel: allebei] uitverkocht. Dus: vraag je er in de winkel toch naar, dan lijk je Jan Joker [sukkel, slappeling] wel.

10. De mooiste exercities zijn natuurlijk de wedstrijddictees. Om mijn winstkansen te maximaliseren heb ik een moeilijkewoordenlijst opgemetseld met zo’n 12.000 lemma’s. Ik pretendeer ze allemaal vanbuiten te kennen. Poe-ee! Opschepper!

11. In 1999 won ik bij een taal-, etymologie- en spellingmarathon over 40 weken de hoofdprijs, een wereldreis, uitgeloofd door Dagblad De Stem. Op de grote finaleavond stond ik bij verrassing tegenover Marc de Smit, ons allen bekend als meervoudig winnaar van het Groot Dictee. We waren beiden in de [ook: the] winningmood. Het
pièce de résistance [mv. s s - of] werd uiteindelijk het woord patchoeliolie, dat hij fout spelde en ik goed. Bingo!

12. De gewonnen wereldreis van drie weken (met m’n twee jongens) voerde langs exotische bestemmingen als Indochina, het Groot Barrièrerif en preolympisch Sydney. Tijdens die reis ontmoetten we onder anderen ook – geloof het of niet – een Lesbische man [van Lesbos!] , die ter plekke als practical-joker [practical joke, poets, prank] bekendstond en die ons cordiaal [hartelijk] uitnodigde voor een bezoekje aan zijn Griekse geboorte-eiland in de Egeïsche Zee. We hebben beleefd bedankt: hij kwam ons íéts te promiscue [ook voor man: -e, altijd dus] over. Een echt pateeke [deugniet - ook gebakje], die trouwens plotseling ribbedebie [foetsie] was.

13 We liepen er, tussen al die aussies, ook een Sevilliaanse dame tegen het angelieke (engelachtig) lijf, afkomstig van het
Iberisch Schiereiland. Met haar aten we bij een warong keliling (een venter met een rijdende winkel) het lokale naanbrood met
filet americain [preparé], bestrooid met anijspeper. In de Blue Mountains hebben we geprobeerd dieren te spotten als babiroesa’s [hertzwijn], ais [ai, ook aai, andere uitspraak = drietenige luiaard] en ayeayes [vingerdier]. Vergeefs echter. Met meer succes hebben we samen gesupt [suppen = peddelen op surfplank] in de haven van Sydney. Toch leek het wijfie [wijfje, vrouwtje - die Sevilliaanse dame!] ons een beetje het afschrabsel [‘afschraapsel’ heeft andere uitspraak] van de samenleving.

14. Volgens mij heb ik jullie nu im grossen [ook: und – niet voorgelezen] ganzen een ruimhartig inkijkje gegeven in mijn leven als taaldier, hoewel die Griek en die Spaanse gefantaseerd zijn. Wat jullie ermee opschieten? Geen idee! Zo prakticabel ís het allemaal niet. Maar in elk geval wordt je nieuwsgierigheid een beetje bevredigd. En jullie weten nu ook: als journalist kom je nog eens ergens, maar als dicteewedstrijddeelnemer zeker ook!

Shoot-out

We eindigen dit dictee met het Inuktitut. Deze taal is volgens
in- en indomme non-valeurs een van de idiosyncrasieën [taalgebruikeigenaardigheid] van de Eskimo’s, omdat er geen vertalingen zouden zijn voor woorden als indierock [= indie, stroming popmuziek] en indycars [type raceauto], terwijl het volgens mij juist een idée reçue [algemeen aanvaard idee - mv. s s +] is van verstandige mensen zonder ingénuekapsels [met lange pijpenkrullen, ook in dictee Terneuzen 8-10-2020!] en zonder irascibiliteit [prikkelbaarheid]. Je zou ze ik-weet-niet-wat doen, die ithyfallische [met opgericht lid - ook: ithyfalle, andere uitspraak] domkoppen.

[Nulfouter …]

 


1939 Dictee vrijdag 16-10-2020 (2) - dictee Wekelijkse dicteetest 124 RL √

Dictee - dictees [1939] 

Wekelijkse dicteetest 124 RL [elke zondag]

 

Welk van de 3 antwoorden is juist? 

Oplossingen: hieronder! 

Bron: Oefendictee (oud) 623

 

1. Hij was een …………..., maar wel een echte ………………...

a. popehater                            popi popiejopieaanhanger

b. popenhater                          popipopiejopieaanhanger

c. popenhater                          popi popiejopiaanhanger


2. Die kei in ………. verbleef in een ………....

a. portretschilderen                    portakabin 

b. portretschilderen                    portokabin

c. portret schilderen                   portacabin


3. De ……………. theoloog genoot van zijn

……………………..

a. pre-eminente                           preëmeritaat

b. preëminente                            preëmeritaat

c. preëminente                            pre-emeritaat


4. Een ………… is een …………...

a. zonnevis                             petrusvis

b. zonnevis                            Petrusvis

c. zonnenvis                          petrusvis

 

5. Lodewijk XIV was de …………. …………....

a. alombekende                          zonnekoning

b. alom bekende                        Zonnekoning

c. alombekende                         Zonnekoning


6. Vlamingen noemen de ………… een ………....

a. filé américain                                preparé

b. filet americain                               preparé

c. filet américain                               préparé

 

7. ………… is …………..

a. Fustein                               bombazijn

b. Fustein                               bombazein

c. Fustijn                                bombazijn

 

8. Die vent is ………..., hij lijdt aan ………....

a. promiscu                              promiscuiteit

b. promiscu                             promiscuïteit

c. promiscue                            promiscuïteit

 

9. ………... plus dertienenhalf maakt …………...

a. Achttien                           twee en dertig

b. Achttien-                          tweeëndertig

c. Achttien                            twee-en-dertig


10. Ze nuttigden een …………… en een

…………....

a. Hoegaarden                          kir-royalfantasie

b. Hoegaarden                         kir royalfantasie

c. hoegaarden                          kir royalfantasie

 

Oplossingen [124]: zie hieronder.

--------------------------------------------------------------------

Oplossingen [124]

1a 2a 3c 4a 5b 6b 7a 8c 9b 10a

 

Contact: leentfaarrein@gmail.com



1938 Dictee vrijdag 16 oktober 2020 (1) dictee Verslag Terneuzen 2020 √

Dictee - dictees [1938]

Verslag Terneuzen ...

 



zaterdag 10 oktober 2020

1937 Dictee zaterdag 10-10-2020 (3) - dictee Wekelijkse dicteetest 123 RL √

Dictee - dictees [1937] 

 

Wekelijkse dicteetest 123 RL [elke zondag] 

Welk van de 3 antwoorden is juist?

Oplossingen: hieronder!


Bron: Oefendictee (oud) 624

1. Die Joseph …………. zou ik niet graag als ………… gebruiken.

a. Prud'homme                                 prud’homme

b. Prudhomme                                  prud’homme

c. Prud'homme                                 prudhomme

2. In die ……….. zaten veel mensen met ………....

a. p-trein                                       zielsziekten

b. P-trein                                       zielsziekten

c. P-trein                                        zielziekten

3. De ………. treedt op in de ………....

a. puberteid                                      pubertijd

b. pubertijd                                      puberteit

c. puberteit                                       pubertijd

4. Dat ………… is een soort van ………..

a. peridootje                                  olivijn

b. peridotje                                    olivijn

c. peridotje                                    olivein

5. Het misera contribuens ………. is weer de ………..

a. plebs                                              sjaak

b. pleps                                              sjaak

c. plebs                                               jacques

6. …………. (bestanddeel teer) is iets heel anders dan ………… 

(vitamine B6).

a. Piridyne                                         pyrodoxine

b. Piridine                                          pirodoxyne

c. Pyridine                                         pyridoxine

7. ………… is Turkse brandewijn en een ………… een katoenen

 armband.

a. Raki                                         raki

b. Raki                                         rakhi

c. Rakhi                                        raki

8. Een …………. kan wel aan …………. likken, omgekeerd niet!

a. koeskoes                                      coucou

b. couscous                                      koeskoes

c. koeskoes                                      couscous

9. Het ging er van ……….. en ………....

a. rats-boem                                     pats-boem

b. rats boem                                     pats boem

c. rats boem                                      pats-boem

10. Hij ……….. veel schepen die veel ……….. aflegden.

a. reedde                                          redenbezoeken

b. reede                                            redebezoeken

c. reedde                                           redebezoeken


Oplossingen [123]: zie hieronder.

--------------------------------------------------------------------

Oplossingen [123]

1b 2b 3c 4b 5a 6c 7b 8c 9a 10a

 

Contact: leentfaarrein@gmail.com