donderdag 13 juni 2019

1674 Dictee donderdag 13 juni 2019 (15) dictee De coup √

Dictee - dictees [1674]

Dictee De coup

1. Nee, ik bedoel niet: een coupé zoals een stiltecoupé in de trein; ook geen coupe zoals de kleermakersterm – snit of vorm –, champagneschaaltje (champagnecoupe) of schaaltje voor ijsconsumptie (ijscoupe). En ook niet de coupe-file (voorrangskaart) en de coupe soleil (kapsel met plukjes geblondeerd haar). Er zijn heel veel woorden met *coup* zoals decouperen met een decoupeerzaag = zaagmachine waarin een smal, langwerpig zaagblad, dat aan één kant vastzit, op en neer beweegt. Ik ga ook voorbij aan de begrippen coup de force (gewelddaad), coup de foudre (plotselinge en onweerstaanbare verliefdheid), coup de fouet (zweepslag), coup de grâce (genadeslag), coup de main (overrompeling, verrassing – wel dubbel-s!), coup de maître (meesterstuk), coup de pédale (pedaaltred), coup d'essai (proefstuk), coup d'état (staatsgreep), coup de théâtre (onvoorziene wending die aan een zaak gegeven wordt, ommekeer) en coup d'oeil (vluchtige blik, oogopslag).

2. Ik wil het hebben over een 'gewone' coup, een staatsgreep (die pleeg je). Zoals hiervoor al bleek, in feite een verkorting van 'coup d'état'. In Turkije is een coup verijdeld. In het NOS Journaal (zo schrijf je dat, eigennaam, en niet zoals Van Dale: NOS-journaal – discussie mogelijk) hoorde ik de nieuwslezer zeggen 'koe' en de Turkijecorrespondent 'koep'. Ik was er heilig van overtuigd, dat alleen het laatste juist was. De waarheid is kennelijk anders: van VD mag het allebei! Daarmee ontstaat dan wel een probleem: wie 'koe' zegt, moet als verkleinwoord 'couptje' ('koetje') schrijven, wie 'koep' zegt moet coupje ('koepje') schrijven. Het Groene Boekje heeft coupje (dat gaat dus uit van de uitspraak 'koep' en niet van 'koe'). Van Dale heeft het verkleinwoord niet. Bij dictees is het dus het veiligst om de GB-vorm 'coupje' op te schrijven, wat er ook voorgelezen wordt!

3. Er zijn meer van die gevallen. Een leuk voorbeeld is 'compromis'. Dat mag je van Van Dale op het eind uitspreken als 'mihs' of als 'mie'. Bij de eerste uitspraak hoort de schijfwijze 'compromisje', bij de tweede 'compromistje'. Ook hier is weer vervelend dat Van Dale de beide verkleinwoorden niet heeft. Het Groene Boekje heeft echter beide vormen, zowel compromisje [ih] als compromistje [ie]. Hier is er geen probleem bij een dictee: goed opletten hoe het woord uitgesproken wordt en het naargelang daarvan opschrijven.

4. Er is ook nog de categorie blessure: daar mogen blessuurtje en blessuretje allebei. In dat laatste geval moet de 'uh' na de 'r' wel duidelijk uitgesproken worden! Overigens heeft GB alleen 'blessuretje', VD heeft geen verkleinwoord. Uitsmijters: crapaudje (geen t meer zoals vroeger - dt), heg, hegje, hegge, heggetje, jongen, jongetje, eau de toiletteje (altijd zó, omdat het Frans is – het gaat, zoals de Leidraad zegt, om een uitheemse woordgroep 'eau de toilette'), camping, campinkje, big, biggetje, cd'tje, café en cafeetje.

 
 



1673 Dictee donderdag 13 juni 2019 (14) dictee Vragen, vragen, vragen √

Dictee - dictees [1673]

Dictee Vragen, vragen, vragen

1. Komt *iseren voor? Ja: als trefwoord 522 [2019: 534] maal, o.a. vaarwateriseren ... En *yseren? Ja: analyseren, dialyseren, elektrolyseren, hydrolyseren, katalyseren, metanalyseren en paralyseren (het basiswoord heeft steeds al een y). En *izeren? Nee, net zoals *yzeren.

2. Zijn er woorden op *cendant? Ja: ascendant en descendant [in astrologie]. En *cendent? Ja, bnw. transcendent en descendent (dat laatste vind je niet met *cendent, alleen het mv. is trefwoord, dus wel met *cendent*). Met *cendant* verder niets, met *cendent* ook nog: ascendenten, ascendentenverdeling, ascendentie, condescendentie (neerbuigendheid), descendentie, descendentieleer, transcendent, transcendentaal (jenseitig, tgov. diesseitig), transcendentie, transcendentalisme en transcendentiegeloof.

3. Hoeveel woorden *itis staan er in Van Dale? Antwoord: 158 [2019: 162]. Veel betreffen ziektes (ontstekingen), zoals cholecystitis (galblaasontsteking), cystitis (blaasontsteking), wiiitis (gevolg van gamen met een Wii), thyreoïditis (schildklier), synovitis (gewrichtsvlies), spondylomyelitis (wervels en ruggenmerg), refluxesofagitis (slokdarm), pyleflebitis (poortader) en fasciitis (bindweefsel). Een paar leuke andere (vaak vermeende 'ziektes') zijn: aanstelleritis (aanstellerij), bibberitis (hevig moeten trillen), fitis (vogelsoort), omatitis (regelzucht oma's), reglementitis (regelzucht, ook: regulitis), scandalitis (belangstelling voor schandalen), slachtofferitis (het slachtoffer-zijn), spionitis (angst voor spionnen) en vergaderitis (alsmaar willen vergaderen).

4. En hoe zit het met *itus? Dat zijn er minder: 46 [2019: idem]. Veel met spiritus, etc., maar ook coïtus [NL] en coitus [Latijn! ***] illicitus (coitus damnatus, bloedschande), decubitus (doorliggen), diabetes mellitus (suikerziekte), introïtus, praecepto monitus = gewaarschuwd door een goede raad, praemonitus, praemunitus = een gewaarschuwd man telt voor twee (vgl. Engels forewarned, forearmed), primogenitus = eerstgeborene, radicitus = tot de wortel, geheel en al, radicaal, ritus met meervoud ritussen (en rite met meervoud riten of rites), testis auritis = oorgetuige (van horen zeggen ...), tinnitus (oorsuizen) en Titus (brief van Paulus, Bijbelboek). 
*** Heel prettig: bij zoeken kijkt VD helemaal niet naar accenten, cedilles, etc. etc. Heel handig (meestal). 

5. Komt *ibis voor? Slechts 3 maal [2019: idem]: ibis (vogel) en kaalkopibis = kuifibis. Bij de voorbeeldzinnen: heilige ibis (= nijlreiger) en rode ibis (flamingo: Eudocimus ruber). Binnen artikelen, sub lemma, vallen nog te melden: alibi (wegens mv. alibi's ! VD kijkt niet naar spaties, apostroffen, accenten, etc.), evenzo: habibi's (schatjes), de koereiger (Bubulcus ibis), de schimmelkopooievaar of Amerikaanse nimmerzat (Mycteria americana) en de tantalus, de Afrikaanse nimmerzat (Ibis ibis).

6. Denkend aan gribus (rotzooi) willen we dan natuurlijk ook *ibus weten. De oogst is 46 stuks groot [2019: 47], waaronder (een selectie): arrectis auribus (met gespitste oren), ceteris paribus ([s], als het overige gelijk is – c.p. – met name in de economie), conjunctis viribus = met vereende krachten, gibus (klaphoed), in baribus (schertsend: contant), in (puris, puribus) naturalibus = naakt, omnibus (verzamelboek, vervoermiddel), propria quae maribus = (mv.) dingen die echtelieden passen, pro viribus = naar vermogen, salvis exceptionibus = behoudens uitzonderingen, semper, ubique et ab omnibus = altijd, overal en door allen (toegepast op de geloofsstellingen van de rooms-katholieke kerk), ski-, strooi-, mini- en taxibus, totis viribus = met alle kracht, uit alle macht en ten slotte tribus = wijk, kiesdistrict in Rome.

7. Op *icis vond ik bij de trefwoorden alleen [2 stuks, ook in 2019]: in politicis, in de politiek, in politieke kwesties en sumptibus publicis = op overheidskosten.

8. Op *icus scoorde VD maar liefst 625 [2019: 677] treffers, waarbij: de homo economicus, de rector magnificus, de ijshockeyhistoricus en de testis classicus = de volkomen betrouwbare getuige.
 
 


1672 Dictee donderdag 13 juni 2019 (13) dictee Column 100 PZC afscheidstips √

Dictee - dictees [1672]

Dictee Column 100 PZC: 10 afscheidstips

Op de op een na laatste volgt de laatste column. Nummer 100. Ten afscheid een tiental tips.

1. Mijn privéblog blijft bestaan: www.leentfaarrein.blogspot.nl – er staan inmiddels 938 items op, inclusief deze blog straks 939 ... [en met deze erbij, 2019, maar liefst 1671!]. Deze blog is wel 100% op dictees gericht: mag je in het 'gewone' taalleven best informatie-technologie ter verduidelijking mét koppelteken schrijven, in dictees is dat fout en moet het per se informatietechnologie zonder koppelteken zijn. In 'café-elftal' mag en moet ook in dictees een koppelteken. Dat komt door de botsende klinkers (klinkerbotsing).

2. Heb je een korte taalvraag: die mag je nog steeds sturen naar leentfaar@zeelandnet.nl Je krijgt – als ik achter de pc zit – snel (en gratis) antwoord.

3. Je weet toch dat het Groene Boekje – helemaal gratis! – online staat? Het adres is: www.woordenlijst.org Je kunt naar de Leidraad (met alle regels!) gaan of een woord intypen. Als je 'hype' intypt, krijg je het zelfstandig naamwoord 'hype', maar ook alle vervoegingen van het werkwoord 'hypen'. Tip A: als je *schap intypt krijg je alle woorden die op 'schap' eindigen. Met *concert* krijg je alle woorden met in het midden (of vooraan of achteraan!) 'concert'. Een ster (asterisk) staat bij het zoeken voor een willekeurig aantal letters (let op: ook 0)! Tip B: met h??s krijg je alle woorden van 4 letters, beginnend met h en eindigend met s, zoals huis en haas, maar – let op! – ook 'hel' omdat binnen het lemma hel (in dat geval bijvoeglijk naamwoord) ook de verbogen vorm 'hels' voorkomt. Een vraagteken staat bij het zoeken voor precies 1 letter. Tip C: je kunt ook combinaties maken. Met h??s* krijg je alle woorden met tussen h en s twee letters en erna nog een willekeurig aantal letters. Voorbeelden: haas, haast, hals, hans, haksel, hansop, haasten, haastig, hakstuk, halster, hamster, hapsnap, hakselen, halsader, halsband, halsdoek, halslijn, halszaak, haastklus, haastwerk, hakschoen en hakselaar. Let op: ook woorden als 'aanhitsen', binnen welk lemma woorden voorkomen die aan het zoekcriterium voldoen (in het laatste geval: hits aan: ook een spatie is een 'letter'!).

4. Wie professioneel met de Nederlandse taal bezig is, moet de Dikke Van Dale kopen: wel een flinke uitgave! Het nadeel is, dat die dan niet meer wordt bijgewerkt, dat wordt de online-Van Dale wel, maar ook die kost een flink aantal tientjes per jaar!

5. De huis-tuin-en-keukengebruiker kan ook bij de gratis Van Dale terecht: www.vandale.nl en klik op 'Gratis woordenboek'. Je kunt dan een woord intypen, bijvoorbeeld 'decennium'. Je krijgt dan beperkte informatie (om begrijpelijke commerciële redenen!) Er wordt dan uiteraard verwezen naar de officiële Dikke Van Dale 2015 (op papier bijna 4800 pagina's preciezer: 4775; er is in 2019 nog geen herdruk geweest!). Met dicteeauteurs die de gratis versie gebruiken, krijg ik geheid ruzie: uit die versie blijkt bijv. absoluut niet dat de (!) Babylonische (hoofdletter!) spraakverwarring die uit de Bijbel en in Babel was, terwijl een (!) babylonische (kleine letter) spraakverwarring in elke vergaderzaal in Nederland kan optreden.

6. Iedere doordeweekse ochtend een gratis Taaltest in je e-mailbox (vier opgaven met keuze uit verschillende antwoorden)? Ga naar www.beterspellen.nl en meld je aan!

7. Door de week iedere dag (gratis) een zinnetje in je e-mailbox ontvangen waarin je uit 3 onderstreepte woorden mag kiezen, welk van die drie fout is? Ga naar www.taaldrop.be en schrijf je in!

8. Ga naar www.taaltelefoon.be en schrijf je (gratis) in voor de nieuwsbrief. Je krijgt dan elke maandag het woord van de week en een taaltip.

9. Drie maal in de week gratis taalnieuws ontvangen van het Genootschap Onze Taal? Ga dan naar www.taalpost.nl en meld je aan!

10. Nou, tabee (schrijf je dat wel goed?) dan maar, luitjes (dat ook?). Het ga jullie goed! Tot befs dan maar (= bellen, emailen, faxen, sms'en)!

 
 



1671 Dictee donderdag 13 juni 2019 (12) dictee Column 99 PZC (voorlaatste) √

Dictee - dictees [1671]

Dictee 68 Column 99 PZC : De een-na-laatste

1. Honderd columns voor de PZC is genoeg: ik stop ermee. Dit is nummer 99, waarom die dan aanduiden als de een-na-laatste? Met koppeltekens nog wel. Nou, die woorden vormen één geheel en daarom schrijven we ze als zogenaamde samenkoppeling met koppeltekens, net als de twee-na-laatste, de drie-na-laatste en de
vier-na-eerste. Dat laatste is een beetje onzinnig, zult u zeggen, en dat is ook zo: dat is gewoon de vijfde. Als je van voren af aan telt, zijn die ingewikkelde omschrijvingen niet nodig.


2. Het is nog wel grappig op te merken, dat de 'op een na laatste', de 'op vier na laatste' en de 'op vier na eerste' (dus met 'op' erbij) wél los geschreven worden. Hoezo, de Nederlandse spellingregels onlogisch? Inderdaad: die regels zijn hier en daar nauwelijks te filmen. Waarom 'klip-en-klaar' en 'up-to-date' mét koppeltekens en 'frank en vrij' [in BE ook: vrank!] en 'hemel en aarde' zonder? Wie het weet mag het zeggen. Het Groene Boekje komt ook niet veel verder dan: zoek dat maar op in een woordenboek!

3. Toch is er een wezenlijk verschil tussen de 'drie-na-laatste' en de 'op drie na eerste'. Denk in dat laatste geval maar dat je aan de finish van een wielerkoers staat. Als je op tijd bent en nummer 1 ziet finishen, is de 'op drie na eerste' gewoon nummer vier. Maar stel je ziet voor de bezemwagen uit de drie laatste (pardon: de laatste drie) renners binnenkomen, hoeveelste zijn die dan? Zelfs als je weet, dat er 100 renners gestart zijn, kun je hun positie niet met zekerheid bepalen. Immers: er kunnen onderweg wel 3, 4 of 5 (maar ook 0) deelnemers zijn uitgevallen ... Wat je zeker weet is, dat ze twee-na-laatste (op twee na laatste, ook wel: voorvoorlaatste), een-na-laatste (op een na laatste, ook wel: voorlaatste) en laatste (rodelantaarndrager) zijn.

4. Overigens blijft spelen met taal altijd leuk. Ik suggereerde hiervoor dat de 'drie laatsten' niet zou kunnen. En binnen één groep (wielrenners) kan dat ook niet: daar is er maar één de laatste. Edoch: als je verslag doet van de etappes 13, 14 en 15 hebben die wel degelijk elke 'een laatste' en als je die bij elkaar neemt, zijn dat dus wel degelijk de drie laatsten. Zo hebt u ook geleerd, dat een 'enigst' kind hartstikke fout is. Ook dat is maar betrekkelijk: als je bijvoorbeeld een gezinnetje met maar één kind hebt, is dat een 'enig' kind. In dat verband is 'eniger' en 'enigst' inderdaad onzin. Maar 'enig' betekent ook nog 'leuk'. In dat verband kun je wel degelijk zeggen: Annie is een enig kind, maar Jannie is een nog eniger kind en Tannie is van die drie het enigste kind. Zo subtiel is taal.

5. U begrijpt het al: die was mijn een-na-laatste, op een na laatste, voorlaatste column voor de PZC. Maar ik had misschien al die moeite niet hoeven doen – er waren hier immers geen 'uitvallers' – en is het gewoon nummer 99 (negenennegentig)!

6. Enfin: tot de laatste dan maar, nummer 100 (honderd), al heeft dat nou ook weer andere betekenissen, zoals 'het toilet', met name in hotels etc., daar draagt het toilet vaak (kamer)nummer 100!
 
 


1670 Dictee donderdag 13 juni 2019 (11) dictee Oefendicteetje juni 2016 √

Dictee - dictees [1670]

Dictee Oefendicteetje juni 2016

De zomer van 2016

1. Vijf maanden na de louwmaand (= januari – van looi(en)), in de wiedemaand dus [van 'weide', juni, vormvariant: wedemaand, weidemaand, weimaand], vond het Roland Garrostennistoernooi (het Wimbledontornooi moet nog komen) plaats.

2. De Serf Novak Djokovic (een serviele Servische
service
(kanon)-Serviër) versloeg in de grand-prixfinale op die grootslemmanifestatie (grandslammanifestatie) betrekkelijk demotisch [eenvoudig] en dus doodeenvoudig – simple comme bonjour = doodsimpel – Groot-Britanniës (Britannia's) Andy Murray.


3. We zagen subtiele acejes, geraffineerd serve-volleyspel (ook: service-volleyspel), eblouissante [schitterende] niet-diepdoordachte lobballetjes, game-, set- en matchpunten (ook: -points) en
ATP- [Association of Tennis Professionals] of WTA-afgevaardigden [Women's Tennis Association], crossballen, deuces, breakpoints (ook: breekpunten), passing shots, double bagels (doublebagelpartijen met 2 x 6-0), een dubbelgeslagen backhand (ook: dubbel- of tweehandige backhand – naast de eenhandig geslagen dito), mixeddoublepartijen (gemengddubbelpartijen) en slices die in de tiebreak in de tramrails [extra velddeel voor dubbelspel] eindigden.


4. Degene die de bal uit serveert, kan de partij daarmee niet uitserveren, er wel door gebreakt of gebroken worden. Kent u overigens de volgende tennistermen: kickservice(s), lawntennis, minibreak, qualifier, racket, racketlon [racketvierkamp: met vier racketsporten, nl. badminton, squash, tafeltennis en tennis], het single [enkelspel], smash, in straight sets winnen, umpire(s), volleyen, een tennisdivo [gevierd man] en een tennisprof?
 


1669 Dictee donderdag 13 juni 2019 (10) dictee Quiz Onze Taal - oplossingen √

Dictee - dictees [1669]

De antwoorden van de Quiz Onze Taal   

De opgaven staan in blogpost [1668]

Alleen het juiste antwoord staat in groen vermeld.

1. Een rollende steen vergaart geen ...
('telkens aan iets nieuws beginnen is niet goed') 
b) mos 

2. Hij droogt uit als een Harderwijker ...
('hij is heel vervelend/saai') 
c) bokking 

3. Als de vos de passie preekt, boer pas op je ...
('pas op voor huichelaars') 
d) kippen 

4. Ergens zo veel om geven als een boer om een ...
('ergens niets om geven') 
d) kers 

5. Die schoenen hebben honger, zij ...
(grapje als de neuzen van iemands schoenen kapot zijn) 
a) bijten 

6. Het stof gaat vóór de ...
(grapje als je achter iemand aan loopt) 
d) bezem 

7. Het tonnetje riekt altijd naar de ...
('je kunt niet verbergen wat je afkomst is') 
c) haring 

8. Geef die boer een ...
(grapje als iemand een boer laat) 
c) stoel 

9. Jaja, de dader ligt zeker weer op het ...
('niemand wil vertellen wie de schuldige is') 
c) kerkhof 

10. O jee, daar komt een schip met zure ...
(grapje als er een regenbui aankomt) 
b) appelen 

11. Hij is zo rot als een ...
('hij is corrupt'
a) mispel 

12. Een schip op het strand is een baken in ...
('je kunt leren van andermans falen') 
a) zee 

13. Het oog van de meester maakt het paard ...
('aandacht van een 'baas' werkt positief') 
d) vet 

14. Het grondsop is voor de ...
(grapje bij het uitschenken van het laatste restje uit een fles) 
d) goddelozen 

15. Zijn ziel in lijdzaamheid ...
('iets verdragen zonder boos te worden') 
a) bezitten

 
 



1668 Dictee donderdag 13 juni 2019 (9) dictee Taalquiz Onze Taal - opgaven √

Dictee - dictees [1668]

Quiz Onze Taal zonder antwoorden

Spreekwoorden en uitdrukkingen, vierkeuzevragen

De oplossingen staan in blogpost 1669.

1. Een rollende steen vergaart geen ...
('telkens aan iets nieuws beginnen is niet goed')
a) diepte
b) mos
c) grond
d) barst

2. Hij droogt uit als een Harderwijker ...
('hij is heel vervelend/saai')
a) speklap
b) bol
c) bokking
d) pruim

3. Als de vos de passie preekt, boer pas op je ...
('pas op voor huichelaars')
a) kalveren
b) biggen
c) eieren
d) kippen

4. Ergens zo veel om geven als een boer om een ...
('ergens niets om geven')
a) damespaard
b) servet
c) schoen
d) kers

5. Die schoenen hebben honger, zij ...
(grapje als de neuzen van iemands schoenen kapot zijn)
a) bijten
b) gapen
c) roepen
d) huilen

6. Het stof gaat vóór de ...
(grapje als je achter iemand aan loopt)
a) wolk
b) stok
c) meester
d) bezem

7. Het tonnetje riekt altijd naar de ...
('je kunt niet verbergen wat je afkomst is')
a) wijn
b) smeer
c) haring
d) kool

8. Geef die boer een ...
(grapje als iemand een boer laat)
a) krans
b) hengst
c) stoel
d) klap

9. Jaja, de dader ligt zeker weer op het ...
('niemand wil vertellen wie de schuldige is')
a) schavot
b) plein
c) kerkhof
d) doodsbed

10. O jee, daar komt een schip met zure ...
(grapje als er een regenbui aankomt)
a) matten
b) appelen
c) pruimen
d) bommen

11. Hij is zo rot als een ...
('hij is corrupt')
a) mispel
b) pruim
c) appel
d) peer

12. Een schip op het strand is een baken in ...
('je kunt leren van andermans falen')
a) zee
b) nood
c) de branding
d) gevaar

13. Het oog van de meester maakt het paard ...
('aandacht van een 'baas' werkt positief')
a) gedwee
b) kalm
c) ijverig
d) vet

14. Het grondsop is voor de ...
(grapje bij het uitschenken van het laatste restje uit een fles)
a) gekken
b) geiten
c) gluipers
d) goddelozen

15. Zijn ziel in lijdzaamheid ...
('iets verdragen zonder boos te worden')
a) bezitten
b) koesteren
c) intomen
d) hooghouden