donderdag 13 juni 2019

1662 Dictee donderdag 13 juni 2019 (3) dictee Oefendictee Breskens 2016 √

Dictee - dictees [1662]

Dictee 058 Oefendictee Breskens 2016

Bij dit invuldictee zouden de onderstreepte woorden moeten worden ingevuld.

1) Als u dit bestudeert, is het al weer Koningsdag geweest: koningin Máxima en de kids [kinderen] hebben zich met Willem-Alexander uitbundig uitgeleefd.

2) Ook het Oranjecomité hier ter plaatse heeft van zich laten horen met koekhappen, zaklopen, maar geen mastklimmen, allemaal bekende volksspelen.

3) De kinderen waren er op-en-top op gespinsd [gebrand], met een mooie palmares – volgens Van Dale: erelijst – huiswaarts te keren.

4) De grootste smaakmakers waren: laurier- en anijsdrop en daarnaast ook zwart-wit (met salmiak), tumtum, spekkies en andere confiserie [verfijnd snoepgoed].

5) Toen het kleinekinderenbedtijd werd, kwamen de senioren aan bod. In een grote partytent werd er gerock-'n-rold, getangood en speelde er een dweilbandje.

6) De kinderen uit Breskens doen ook graag aan sport: ze voetballen en nemen graag penalty's (elfmetertrappen, 11 metertrappen,
11m-trappen) en de goalies in spe [toekomstige] werpen zich voor de aanstormende midvoors en doorgebroken linksbacks.


7) Of ze zitten op turnen bij DIO (Door Inspanning Ontspanning, Breskens) en doen aan de handstand-overslag, de radslag of het bokjespringen; sommigen kunnen zelfs een spagaat maken!

8) Bij het tennissen maken ze aces, leggen ze halfvolleys neer, winnen ze game, set en match, hebben ze een racket nodig en loopt een game soms uit op een tiebreak.

9) Honkbal (baseball) kennen we nog niet in ons dorp. Maar we lezen over de derdehonkman, peanutbal (voor 6-8 jaar), een grandslamhomerun en de catcher [achtervanger voor niet-geraakte ballen].

10) Zwemmen wordt er wel veel gedaan in ons dorp: de havenrace, de borstcrawl, synchroonzwemmen, dat kunnen ze allemaal, naast bikinislank meedoen aan de pentatlon [vijfkamp].

 



1661 Dictee donderdag 13 juni 2019 (2) dictee Column: Propellor of propeller √

Dictee - dictees [1661]

Dictee Column: Propellor of propeller?

A. Wat is de juiste schrijfwijze? Met de spellingcontrole geen enkele probleem: 'propellor' krijgt een rood kringellijntje, 'propeller' niet. Statistisch heb je – situatie 2016 – ook veel minder kans met '*lor' dan met '*ler'. De eerste vorm geeft immers in VD 17 treffers (hits) [2019: idem], de tweede maar liefst 964 [2019: 1068].

B. Daarom kunnen we dat eerste lijstje (met '*lor') best integraal even doornemen: 1) bachelor: opleiding aan hogeschool of eerste deel universiteit, ook aldus behaalde graad. Aan de universiteit heb je ook nog 'master'. Gerelateerde termen: hbo-bachelor, wo-bachelor, bachelor of arts (BA), bachelor of laws (LLB) en bachelor of science (BSc), 2) counselor (adviseur, vertrouwenspersoon), 3) exitcounselor = deskundige die personen deprogrammeert om ze zo te helpen onder een dwingende geestelijke invloed van anderen, bv. sekteleden, uit te komen, 4) flor = schimmellaag op (sherry)wijn, 5) hbo-bachelor – zie eerder,

6) lor: een vod, een prul. Vergelijk: het kan me geen lor (= niets) schelen, 7) en 8) ni fallor = nisi fallor (Latijn): als ik me niet vergis, 9) Selor = in BE Selectie en Oriëntatie (selectiebureau van de federale overheid), 10) en 11) semilor = similor = (s)pinsbek en dat is een goudkleurige legering van koper en zink,

12) tailor: kleermaker, 13) technicolor (handelsnaam): procedé bij de vervaardiging van (de oudste) kleurenfilms waarbij kleuren afzonderlijk maar wel gelijktijdig zijn opgenomen, 14) tricolor (bnw.) = a) driekleurig, b) BE; niet algemeen; figuurlijk: belgicistisch, unitaristisch, 15) tricolor (znw.) = driekleurige amarant (Amaranthus tricolor), een plant dus, 16) VLOR = Vlaamse Onderwijsraad (instantie die de Vlaamse regering adviseert over onderwijsmateries) en 17) wo-bachelor – zie eerder.

C. Uit de 964 [situatie 2016] hits op '*ler' – veelal eenvoudige woorden – doen we een absoluut willekeurige greep: 1) wortkoeler = arbeider in de brouwerij die de wort laat afkoelen, 2) tweedeprovincialer = BE; sport: ploeg uit de tweede provinciale afdeling, 3) thriller = spannende sensatieroman, -film, toneelstuk vol sensatie, meestal over misdaad, 4) steepler = steeplechaser, 5) satkiller = raket waarmee satellieten kunnen worden vernietigd, die zich in een baan om de aarde bewegen,

6) quatre-mainsspeler, 7) Bijbelverteller, 8) pis-aller (Frans) = lapmiddel, pispaal, voetveeg. Een uitdrukking is 'au pis-aller', in het ergste geval, 9) mp3-speler, 10) luitspeler (!),

11) laissez-passer = het overlaten van de loop der zaken aan zichzelf = achteloosheid. NB Nu nog in VD zonder koppelteken, is fout, zal verbeterd worden, in oVD inmiddels – 2019 – akkoord. 12) kahler = de ziekte van Kahler: kanker van de plasmacellen in het beenmerg, 13)
ik-verteller = iemand die in een ik-roman in de ik-vorm vertelt (koppelteken vanwege de zogenaamde zelfnoemfunctie; vergelijk oeps-gevoel: het gaat om het woord 'oeps' zelf 2019 oepsgevoel!!!), 14) hooipeiler = iemand die hooibergen op broeien onderzoekt, 15) xylofoonspeler,


16) cd-romspeler, 17) hoekpijler = hoekpilaar, 18) heckler = iemand die voorstellingen, debatten enz. opzettelijk verstoort door te roepen of door voortdurend kritische vragen te stellen, 19) croquetspeler, 20)
xtc-dealer (ecstasydealer),


21) CO2-vervuiler, bokstriller (uit de muziek!, onzuiver, onzeker of ongelijk uitgevoerde triller = versiering bestaande in snelle afwisseling van een hoofdnoot en een bovenseconde), 22) Appenzeller kaas (= appenzeller), 23) 06-dealer, 24) aadler: in verouderde literaire taal: adelaar en 25) ankeiler = tot lezen uitnodigende tekst op de voorpagina van een krant of tijdschrift, of op een homepage.

E. En nou gaat u me toch niet vertellen, dat u hier helemaal geen lor aan vond?




woensdag 12 juni 2019

1660 Dictee donderdag 13 juni 2019 (1) dictee Oefendictee Breskens Specialisten 2016 √

Dictee - dictees [1660]

Dictee Oefendictee Specialisten Breskens 2016

Een wereldreis in 10 alinea's

1. Via via kwamen we vanaf de Italiaanse kust door het Mezzogiorno uiteindelijk in la città eterna terecht, de Eeuwige Stad (Rome). We verkasten vervolgens naar Vaticaanstad, waar bij een rondleiding aan de orde kwamen: hoe het Patrimonium Petri mede door toedoen van zoeaven uit Oudenbosch (NL) bevochten werd op het Quirinaal [de Italiaanse staatsmacht] en hoe een papabile [pauskandidaat] uiteindelijk het 'habemus Papam' [wij hebben een paus] over zich kreeg uitgeroepen.

2. Ik ben ook in Suriname geweest, maar de zin daarover is gecensureerd. Het zal later wel duidelijk worden waarom. In plaats daarvan een extra alinea over Italië. In Italië heb ik mijn geld versinterklaasd. Ik dacht even een cremona [soort viool] of een tweedehands-Amati [evt. tweedehands Amati – viool] te kopen op het Apennijns Schiereiland, maar dat liep goed mis: er waren geen Elysese velden (een soort van walhalla) – de PIGS-landen [Portugal, Italië, Griekenland en Spanje] zouden inmiddels beter de zeuro hebben ingevoerd – maar wel maffioze praktijken: men wilde ons de (scheve) toren van Pisa leveren, een soort van curaçaoënaar [grote (kunst)penis], die een cicisbeo [vaste begeleider en vriend, niet: minnaar] nooit zou mogen gebruiken.

3. Ook de originele Nederlandse zin heeft het imprimatur [verlof om geschrift te laten drukken] en het nihil obstat [er is geen bezwaar] van de censor librorum [boekenkeurder vanwege de kerkelijke overheid] (een censor morum is een zedenmeester – mv. censores) niet verkregen. Wegens res augusta domi [armelijke huiselijke omstandigheden] moet ik me met surrogaten behelpen. Als het dan toch over publicaties gaat: de samizdatliteratuur [clandestien, Oostblok] is nu gewoon bij de Wereldbibliotheek [Nederlandse vereniging met vertaalde buitenlandse lit(t)eratuur] te koop. Wie heeft de Nobelprijs voor de Litteratuur gewonnen dit jaar? Het (Russische) persbureau Itar-Tass kent u natuurlijk: Informacionnoje Telegrafnoje Agentstvo Rossii – Telegrafnoje Agentstvo Sovjetskogo Sojoeza: een hele mondvol dus ...

4. Bij mijn bezoek aan Griekenland was veel gedachtegoed terug te voeren op de Stoa poikilè [zuilengang, leerplaats van Zeno te Athene]. Het zenonische – uitgaande van een zekere chrie [behandeling van een thema naar een gegeven schema van gezichtspunten] – heeft de mensheid veel gebracht. De Orpheusmythe [zijn afdaling in de onderwereld] kent u wel. Scholieren kregen daarvan vaak een versie ad usum Delphini [gekuist, gecastigeerd] voorgelegd. Ook de afroditische [naar: Aphrodite] mysteriën zijn bijster interessant. Aan de kust zag ik de anarithmon gelasma (de eindeloze deining der zee): schoon en goed (kalos k'agathos). Ik heb een dipylon [hoge, grote grafvaas] meegesmokkeld, die staat trouwens beschreven in hendekasyllabi [enk.: -syllabe, ook: -syllabus]

5. Het Kyotodoel leidde mij naar Japan met zijn fraai bloeiende dwergkweeën [sierheester]. Ik leerde de wabi-sabikunstopvatting [sobere vormen] kennen; de ajinomoto-ve-tsinverwisseling bij een dictee leverde mij tig fouten op, ik kocht een shubunkin, een Japanse goudvis, vroeg me af of de uchiki kuri (pompoen) en de yuzu (citrusvrucht) wel te combineren zijn en merkte dat de yakuza (misdaad) al was doorgedrongen in het shinto ryu (Japanse vechtkunst met stokken en wapens; niet bedoeld is hier: het aikido = een oosterse vechtsport, verwant aan judo).

6. Uit Zuid-Amerika kan ik het volgende melden: ik kwam  ruimschoots boliviano's [munt Bolivia, BOB] tekort. Van mijn cruzeiro's [vroegere munt Brazilië, BRB, thans de real, BRR] waren er echter veel over. De candomblé-erediensten [menggodsdient] werden goed bezocht. De caboclo-indianen [halfbloed van een blanke en een indiaan in Brazilië] wonnen carnaubawas [bladwas] op de campo [grote grasvlakte] van de waaierpalm. Een pitahaja [= pitaja, drakenvrucht, cactus] heeft niet veel water nodig. Ze zijn daar nog bang voor de legendarische chupacabra, de geitenzuiger. Ik heb ook nog wat stekjes van de quillaja [zeepboom] meegenomen.

7. Overslaan kon ik God's own country [Amerika] natuurlijk niet. Ik houd van Uncle Sam [de VS], met als vlag de stars-and-stripes en als volkslied The Star-Spangled Banner (let op: dus niet Yankee Doodle = lied uit de Vrijheidsoorlog!). De trumandoctrine [Amerika verleent militaire steun aan landen waarin (linkse, communistische) rebellie plaatsvindt] en de monroeleer [geen vreemde inmenging in binnenlandse staatkunde] hebben veel goeds gebracht. Een president kan er maar 8 jaar zitten, daarna krijgt men zeker een president elect [nieuwgekozen, nog niet beëdigd]. Een variatie op 'im Westen nichts Neues' is 'all quiet along the Potomac' [stereotiepe reactie op een verzoek om informatie].

8. India stond bol van de bollywoodromatiek, toen ik er kwam. De Bhopalramp (giframp) is inmiddels verwerkt. Grappig: een kleine meid had een calicokat [lapjeskat] in een banyan [wurgvijg, worgvijg, baniaanboom, banianeboom] gehangen. De sadhoe [ook: sadhvi = rondtrekkende asceet India] reisde naar de stambha [losstaande zuil of pilaar, gedenkteken] en hing daar surahlappen [zwaar kunstzijden weefsel] aan de stoepa [boeddhistisch heiligdom]. We hebben ook nog op axisherten [lijkt op damhert] en nijlgaus [soort van antilope met korte hoorns] gejaagd: dat kostte heel wat roepies [India, INR].

9. De volgende bestemming was Turkije, het land van Kemal Atatürk. Ik heb mijn ogen uitgekeken: een türbe [graftombe] uit de tijd van de Seltsjoeken met daarop een tugra [monogram], een tekke (klooster voor soefi's), sazzers [sazspeler op de baglama], verhalen over padisjahs [sultan Ottomaanse Rijk], onder jongeren neyyuppies [bamboefluit], een prachtige külliye (bijgebouwencomplex van een moskee) en ten slotte bij een kümbet [vrijstaand islamitisch grafmonument] een aantal lavashhappers [zeker brood].

10. Op de terugweg heb ik nog even Frankrijk aangedaan, op weg naar huis. Een (!) arc de triomphe [triomfboog] heb ik daar niet gevonden. Ik danste de varsovienne [een dans, Frankrijk, lijkt op mazurka en polka] onder de klanken van een tyrolienne [jodellied]. Ook de écossaise [Schotse drie, Schotse dans, dans in de driepas, vb. van een contradans] en de danse macabre [mv. danse(s) macabres = dodendans] kwamen aan bod. Veel was toch wel tout comme chez nous [net als bij ons]. Wat de aanleiding was: je-ne-sais-quoi
[ik-weet-niet-wat: niet in woorden uit te drukken], maar er ontstond een lelijke aanvaring, die achteraf une tempête dans un verre d'eau [een storm in een glas water – een fluctus in simpulo] bleek te zijn. Ik heb toen wel een waterloo geleden en die slag verloren, maar het
shangri-la [paradijs] er niet mee gewonnen.

 
 


1659 Dictee woensdag 12 juni 2019 (12) dictee Oefendictee Breskens (aanvangers) √

Dictee - dictees [1659]

Dictee Oefendictee Breskens (aanvangers)

Oefendictee, niveau: Aanvangers (wel extra lastig) – bij dictee Breskens

1. De cliniclown wendde zich naar het afgewende gelaat van het verwende ziekenhuispatiëntje. Hij was er wel aan gewend dat zij als aanwensel had om met allerlei voorwendsels te komen. Wend u bij klachten tot de directeur, wendt u zich dan niet tot het
adjunct-afdelingshoofd. Liefst wend je jezelf helemaal tot niemand!


2. De grootte van het begrote begrotingstekort begrootte de grote boekhouder op zo'n 3 ton: er was dus [getal] driehonderdduizend dertig euro te kort. Ook vorig jaar kwamen ze bij dit aannemingsbedrijf al meerdere tonnen tekort. Daarvoor hebben ze krediet op moeten nemen. Terugbetaling? Met sint-juttemis waarschijnlijk.

3. Bij de Ronde van Breskens zag je veel vélocipèdes (velo's). Er deden heel wat flandriens mee, die vroegen: "Waar zijn hier de kasseien?". Bij veel wind viel het peloton in waaiers uiteen. Een Belgenmop: sommigen wilden een surplace maken. Het was geen veldcross, er waren veel bonificatiesprints en er werd behoorlijk gelinkebald …

4. VV Breskens wil kampioen worden. In hun klasse willen ze promoveren. Ze hebben een uitstekende goalkeeper (een echte penaltykiller!), krijgen vaak free kicks mee, de ausputzer of libero staat zijn mannetje, ze scoren vaak uit elfmetertrappen, hebben een uitstekende assistent-scheidsrechter en ze spelen beslist geen
kick-and-rush of boerenkoolvoetbal!


5. De basisschool zit in De Korre. Daar leren de élèves aardrijkskunde (Opper-Volta en Indochina), geschiedenis ([letters] Tachtigjarige Oorlog en de Slag bij Nieuwpoort, 1600), biologie (de amaryllis en de dahlia), gymnastiek (bokjespringen en apenkooien), taal en spelling (kleinekinderenbedtijd en kerstmaaltijd), al een beetje wiskunde (de stelling van Pythagoras) en maatschappijleer (gemeente, provincie en het college van B en W).

 

 
 



1658 Dictee woensdag 12 juni 2019 (11) dictee Oefendictee Het Dictee (Liefhebbers) √

Dictee - dictees [1658]

Dictee Het Dictee (Oefendictee, niveau: Liefhebbers) 

1. De of het idee 
Plato's ideeënleer zou je kunnen parafraseren als de tweewereldenleer. Enerzijds is daar idealiter de 'idea' (de geesteswereld, de idee in de zin van Plato, een categorie die divien en stereotiep is, met de anamnese: de platoonse leer dat alle intellectuele kennis memorie is) en anderszins de empirie, de ervaring als de bron van kennis – volgens Plato dus ideeëloos. Het verband tussen de twee werelden wordt gelegd doordat de continu veranderlijke afbeelding uit de waarneming deelheeft aan het oerbeeld, maar ook dat zo'n oerbeeld aanwezig is in die veranderende dagdagelijkse werkelijkheid. Het bijbehorende Griekse begrip parousie komt in die betekenis niet in Van Dale voor, wel de (Bijbelse) betekenis: verwachte terugkeer van Christus op aarde. Dit alles speelde door onze breinen, toen onze filosofische studievereniging het idee opvatte om ook eens een dictee te organiseren. Voor sommigen onzer is dat inmiddels een idee-fixe geworden, maar inmiddels blijkt het een idée reçue te zijn in ons filosofenkorps. Met deze idées de derrière la tête, gedachten die uit de achtergrond van het bewustzijn opkomen – geheel in de geest van Plato – wil ik maar duidelijk maken dat ons ideetje echt werkelijkheid geworden is. 

2. De auteur 
Primo, ten eerste, heb je dan een (liefst niet zoveelsterangs)auteur nodig. De rector magnificus wilde niet, evenmin de decaan en de pedel (ja, die van 'hora est'). Dan kom je vanzelf buiten de faculteit terecht. We hebben een rij hotemetoten afgewerkt: de dichter des vaderlands, de risee van de vaderlandse tv-elite, de éminence grise van de Hoge Raad, de preses van de Tweede Kamer, de adjunct-hoofdredacteur van 'de Volkskrant', het meest lucide [helder van geest] dochtertje van Zijne Majesteit koning Willem-Alexander en Hare Koninklijke Hoogheid, koningin Máxima: allemaal tevergeefs. Goede raad was duur. We hebben ons toen maar via Jeroens website tot de dictee-elite gewend. En zo hebben we onze ideale auteur toch gevonden. En wel niemand minder dan de in binnen- en buitenland als taalpurist bekendstaande gehuwde penny-a-liner Janneke Schrijf-Correct, die haar wenkbrauwen wel eerst moest fronsen alvorens ze op ons niet af te slane aanbod wilde ingaan. Maar eenmaal aan het idee gewend, gaat ze er vol voor. Ze broedt nu al twee en een halve maand op een tekst en meldt – ze is doctor designatus [die promoveert binnenkort] – dat ze het schrijfproduct zal afleveren als haar academische proefschrift, haar thesis, door de promotor is goedgekeurd. 

3. De tekst 
We hebben moeten negotiëren [onderhandelen], maar over het kader zijn we het eens geworden. De tekst mag niet godslasterlijk zijn, moet back to basics gaan en voor de deelnemers achteraf een peace with honour [vrede met behoud van eer] mogelijk maken. Geen instinkers dus en geen vakjargon. Houd het maar bij dt-fouten, eind-e- en
tussen-n- en -s-problemen. Werkwoorden verdienen de volle aandacht: van infinitief en participium tot conjunctief, tegenwoordige tijd en reflexieve pronomina. Diminutieven als 'aloëetjes' zijn gewenst, net als feminiene 'dégénéréetjes'. En vooral niet allerlei vreemdtalige ismen zoals een wellerisme (zeispreuk), een spoonerisme (zoals een 'blaasje gier' in stede van 'glaasje bier'), ook vooral geen sol(o)ecisme – taalfout – in het dictee, geen neologisme als 'goudenbergenbelover' en geen Duitstalige uitdrukking als 'zum Tode betrübt', geen Engelstalige uitdrukkingen als 'up-to-date' en 'face to face' (vis-à-vis). Nee, houdt u het maar bij een aangepaste oer-Middelnederlandse tekst, wat ons betreft over 'Van den vos Reynaerde' of wat dies meer zij. Kortom, we hebben de auteur op- en afgescheept met een praktisch imprakticabele dicteemissie. Mevrouw Schrijf echter staat haar vrouwtje wel en we hebben er fiducie in dat alles tekstueel en contextueel im grossen ganzen goed komt. 


4. Het voorlezen 
We hebben geprobeerd om een opera-ariazangeres à la Maria Callas te strikken, maar dat werd een fiasco. Iemand met donaldduckstem wilde wel, maar dat wilden wij weer niet. Ook een castraat, eventueel op de achtergrond een Cetti's zanger (en anders Blyths rietzanger wel), een wereldberoemde singer-songwriter, een dj-aficionado (deejayaficionado), een haute contre, meerdere mezzosopranen, een van het Eurovisiesongfestival bekende folksinger, een crooner, diverse tv-idols, een jordaanvibrato- en een leadzanger, een troubadour, een bard, een minnezanger, een reggaezangeres, een jazzzangeres, een blueszanger en een flamencozanger – eminent vertolker van duende, fado en flamingogerelateerde liederen, ze lieten het allemaal afweten. Dan kom je algauw terecht bij RTL-nieuwslezers, staatssecretarissen van Justitie of Defensie, (ex-)ministers-presidenten, iemand met argusogen en een stentorstem, een logo- of akoepediste, een t-dievegge of iemand die graag hiaatdelgers ('toen wilde-n-ie') hanteert. Maar we hebben 'het' gevonden: een transgender, tevens travestiet, die in letterlijk allerlei toonaarden en -soorten thuis is. Beetje macabere zoektocht, want we vonden de heer Piet Correct, achteraf gewoon broer van, toch? 

5. Het nakijken 
Als we veine [geluk] hebben, is het onze pietjes-precies en
jantjes-secuur gelukt om een foutloos dictee te produceren en hebben de criticasters en jantjes-contrarie geen schijn van kans met hún pietluttigheden over vermeende lapsus linguae [versprekingen] van Correct. Alles was keurig in lingua franca. Of het nu juryrechtspraak wordt of een rodepotloodsessie met zelfcorrectie, het correctiesjabloon is uitgedeeld en de rode turfjes kunnen geplaatst worden. Alle puntkomma's en dubbelepunten zijn keurig voorgelezen, ze moeten er dus ook staan, want anders is het fout. Wat, of 'sectie callgirls' ook goed is naast 'sexy callgirls'? Nee, natuurlijk niet, want de context leert dat het hier niet om een bedrijfsafdeling gaat. Ook is het een tweeënhalf (of twee-en-een-half) voor je proefwerk, en vier je een twaalf-en-een-halfjarig jubileum (25-jarig in cijfers schrijft prettiger!) en kun je al vier en een halve maand werkloos zijn. Enfin, na nog wat gejeremieer van de scribenten en wat onderling geheibei kan de stapel proefwerken in het juryonderkomen worden afgeleverd. Daar gaan ze fijntjes nog een keer eroverheen. Die ene dictee-eigenwijze die zelfs de juryruimte nog binnenloopt om zijn (eigen)wijsheden nog even te spuien – wie zou dat zijn? – , wordt er fluks weer uit gebonjourd. 


6. De prijsuitreiking 
Wie zouden de laureaten zijn? Hoe is het afgelopen? Eerst wordt de derdeprijswinnaar naar voren gehaald. Hij heeft tig fouten, een tigtal, maar ja, hoeveel is tig? Dat blijkt zeventien te zijn. Op zijn elfendertigst komt hij uit dépit [ergernis] langzaamaan naar het podium met de katheder. Sneu voor hem, maar het is niet anders. Dan had hij 'katafalk', 'janboerenfluitjes', 'labyrint', 'Jan met de korte achternaam' en 'oer-Hollands' maar goed moeten schrijven. Ja, hij staat nu een beetje voor Jan Lul, maar is daarmee natuurlijk nog geen janlul. De tweede prijs, het overduidelijke accessit (met maar veertien fouten!) ging naar de kandidaat-makelaar. Had die nu maar minstens twee van de woorden 'maître-chanteur', 'bolleboos' en 'amphigouri' goed geschreven, dan was hij eerste geweest. De uiteindelijke winnaar maakte maar 13 fouten tenslotte. Die wist dan weer niet hoe je 'een babylonische spraakverwarring', 'Trojaans paard', 'Trojan horse', 'dribbel' en 'gerecycled' moest schrijven. Uiteindelijk mocht de vicevoorzitter van de organiserende plaatselijke Rotaryclub, tevens algemeen adjunct van de dicteeorganisatie en overigens gerespecteerd adjunct-accountant de avond afsluiten. Hij hoopte dat de deelnemers veel bijgeleerd hadden en hij zag ze D.V. [Deo volente] volgend jaar allemaal graag weer terug.

 
 



1657 Dictee woensdag 12 juni 2019 (10) dictee Oefendictee De muzikante √

Dictee - dictees [1657]

Dictee De muzikante (column) 

De muzikante (een oefendictee, auteur: Rein Leentfaar) 

1. Komaf (Burkina Faso) 
In Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso, had zij heel wat instrumenten bespeeld, zoals de bratsch [driesnarige altviool], de caixa [Braziliaanse snaredrum], de c-klarinet, de cornet-à-pistons [piston, koperen blaasinstrument] en de guiro [klein slaginstrument]. Wegens een hoogoplopende ruzie met de BuZa-maffia [Ministerie van Buitenlandse Zaken] aldaar moest ze als refugiee (expatriate = vluchteling, dp = displaced person, m.: refugié) de wijk nemen naar Europa. Ze belandde als stowaway (verstekeling; 'passevolant(e)' dekt die lading niet – iemand die het getal vol moet maken, maar geen deel uitmaakt van de troep) bij de cabotage [kustvaart]. 

2. Op doorreis (Gibraltar, Frankrijk en België)
Via Gibraltar en het land van el caballero de la triste figura (de ridder van de droevige figuur, u weet wel: Don Quichot, schrijver Miguel (de) Cervantes, [knecht] Sancho Panza, [paard] Rocinante en [geliefde] Dulcinea) kwam ze in Occitanië, waar de Provence deel van uitmaakt. Ze dacht: was ik ook maar een dulcinea [beminde], reed ik ook maar op een rossinant [paard] en werd ik maar verleid door een donjuan (vrouwenverleider, casanova) van een donquichot [ijvert blindelings voor hersenschimmige idealen] in al zijn bizarrerieën [zonderling gedrag]. Frankrijk wordt verpersoonlijkt door Marianne en via via kwam ze ten slotte terecht in de Lage Landen. Aldaar terechtgekomen, werd ze gechoqueerd (geshockeerd) door le paysan du Danube [een ruwe kerel die ongegeneerd de waarheid zegt]. 

3. In Nederland 
Uiteindelijk geraakte ze als asielzoekster in een azc [asielzoekerscentrum] in Beneden-Leeuwen, alwaar de inburgering als nieuwkomer onder de wet Wi (Wet inburgering) kon beginnen: ze zou met haar cultuurcoach voor het inburgeringscertificaat gaan knokken. Een echt struikelblok vormde het vak KNS (Kennis van de Nederlandse Samenleving). Maar enfin en afijn, ook dat lukte. Haar muzikaleloopbaanplanning heeft ze daaraanvolgend [afko: dav.] weer opgevat. Haar verblijfplaats was geen vroegere wüstung [vaag zichtbaar overblijfsel van een vroeger middeleeuws dorp] en ook geen doesoen [Indië: desa, dorp], maar er waren wel hafa's [harmonie en fanfare], hafabra's [harmonie, fanfare en brassband] en een heuse bigbandgroep, waarvan de chef-dirigent in een symfonieorkest speelde. 

4. De sollicitatie 
Hij was zeg maar haar eigen cheerleader [arrangeert het gejuich van het publiek] die haar encourageerde [aanmoedigen] om te twilliciteren [solliciteren via Twitter] naar 'het betere werk'. Maar ze koos toch voor iets oudmodisch [ouderwets]: niet de fonopost [opgenomen gesproken brief], maar de epistolaire [als brief] kassavie [brief, ook: kesavie, kassaaf]. Het RFO, Radio Filharmonisch Orkest was veel te hooggegrepen voor haar. Haar aide-mémoire [kort diplomatiek briefje] zou met r.f.s.v.p. (réponse favorabel s’il vous plaît – Nederlands: v.g.a., verzoeke gunstig antwoord) bovenaan veel weg hebben van een supplicatie [smeekbede, verzoekschrift] of kyrie eleison [gezongen of gesproken smeekbede]. Bij de filharmonie houden ze van een rechttoe rechtaan antwoord, dus niet van répondre en Normand [een ontwijkend antwoord geven]. Het werd dus niet een soort jawoord voor een verbintenis van haar met het filharmonisch orkest, en le mot de Cambronne [vloek, krachtterm] kon zij niet supprimeren [onderdrukken] toen zij de missive [officieel schrijven] las. 

5. Eind goed, al goed 
Het was maar goed dat Tante Pos geen postillon d'amour [overbrenger liefdesbrief] en al geëclipseerd [verdwijnen] was, anders zou die weleens een urias- of bellerophonsbrief [brief met heel slecht nieuws voor de ontvanger] bezorgd kunnen hebben … De cold shoulder [afwijzing], de repulsie [weigering] – nog net geen refutatie [juridisch: afwijzing] – ontwrichtte haar verhoopte POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) volledig. Ook het RPhO (Rotterdams Philharmonisch Orkest), HZO [Het Zeeuws Orkest] en HBO [Het Brabants Orkest] boden haar geen so(e)laas [hielpen haar niet]. Maar eind goed, al goed: ze eindigde met een eersteviolistenbaan in de showbizzgroep van de plaatselijke café-uitbater van Tietjerksteradeel (of all places).

 

 
 



1656 Dictee woensdag 12 juni 2019 (9) dictee Dictee Zo ... als ... (2) √

Dictee - dictees [1656]

Dictee Zo glad als een aal (2)

Zo glad als een aal: uitdrukkingen met zo … als een … (2)

1. Keken [met hoge stem schreeuwen] als een mager varken. Vechten als kemphanen. Zo droog als een kempstok. Iemand kennen als je broekzak. Een huis (kamer) als een kerk. Zo arm, zo kaal, zo hongerig als een kerkrat. Zo blij, gelukkig als een kermiskind. Vloeken als een ketellapper, een ketter. Roken, zuipen als een ketter. Schrijven als een keukenmeid. De titel van een oud kookboek is: "Aaltje, de volmaakte en zuinige Keukenmeid". Zo vlug zijn als een kieviet [ook: kievit]. Kijken als een oorwurm. Zo koud (koel) als een kikker. Zo flauw, schor, blind als een kip. Praten als een kip zonder kop. Zo klaar als een klontje. Zitten als een kleermaker. Een kleur als een jongejuffrouw krijgen.

2. Klinken als een klok. Zo hard als een klinker. Zo vet als een klodder. Op iets staan kijken als een uil op een kluit. Buigen als een knipmes. Een cliché (waarheid) als een koe (lapalissade). Gegroeid als een koeienstaart. Zweten als een koetspaard. Eten als een kokmeeuw. Zo effen als een kolfbaan. Omhoogschieten als een komeet. Vlug, schuw, ongeduldig als een konijn. Zo schoon als een koningskind. Koorts hebben als een paard. Zo koppig als een ezel. Zo koud als een bot, als ijs, als een kommetje, als een steen. Hij heeft er verstand van als een kraai van een zaterdag. Zo scheef als een krab. Zo rood als een kreeft. Zo vals als een kreng. Blozen (zingen) als een kriek. Hij weert zich als een kat in de krullen. Zo doof als een kwartel. Kwinkeleren als een nachtegaal. Zo zoet als een lam, zo mak als een lammetje. Dat werkt op hem als een rode lap op een stier. Zo scheel als een lathamel. Sterk, vechten, opvliegen als een leeuw.

3. Zingen als een leeuwerik. Zo blauw als een lei zijn. Zo lek als een mandje. Zo wit als een lelie. Leven als God in Frankrijk, als een vis(je) in het water. Leven als kat en hond. Leven van de hand in de tand. Een leven leiden als een prins. Een leven als een luis op een zeer hoofd. Het loopt als een trein. Zo licht als een veer(tje), als een vogel. Hij liegt als een almanak. Hij liegt als een tandentrekker, hij liegt als een paard. Hij liegt in commissie. Het loopt als een lier, zingen als een lier, branden als een lier. Zo bleek, koud als een lijk. Wit zien als een lijk. Een gezicht als een lijkbidder hebben. Een huis als een lijnbaan. Zingen als een lijster. Zo stil als een loof (bladstil, blakstil). Lopen als een haas, de wind. Uiteenspatten als een luchtbel. Dat slaat als een lul op een drumstel. Een maag als een paard hebben. Zo mager als een hout, als een sprinkhaan, als een lat. Slapen als een marmot. Zo lelijk als een marteko (martiko = aap).

4. Lopen als een muis in een meelton. Zo dronken, zo zat als een meeuw. Hij was zo dronken als een meloet. Zo rot als een mispel. Zo moe als een hond. Zo lomp, zwijgen als een mof. Zo moedig als een leeuw. Zo blind, vet, dik, slapen als een mol. Draaien als een molen. Dat ligt me als een molensteen op het hart. Hij ziet zo zwart als een molik [vogelverschrikker]. Zo zwart als een moor. Zo sterk als een mug. Zo dom, zo koppig, zo beladen als een muilezel. Zo zot zijn als een mus. Zo vast als een muur. Zo scherp als een naald. Uitgaan als een nachtkaars. Hij maakt een leven als een naslag. Zo nat als een dweil, een vaatdoek. Zo zwart als een neger, als roet. Nijdig als een spin.

5. Het is als een druppel in de oceaan. Leven als een oester. Zo glad als een olieflesje. Zo dom als een oliekoek. Hij is omgekeerd als een zak. Een vent(je) als een onderdeur. Zo onschuldig zijn als een pasgeboren kind. Je ziet eruit als een onopgemaakt (afgehaald) bed. Je hebt een gezicht als een onweer(slucht). Benen als een ooievaar hebben. Eten als een ooievaar. Rammelen als een oordeel. Over iets oordelen als een blinde over de kleuren. Opvliegen als buskruit; opvliegen als een bosje vlooien. Opwaaien als een velletje postpapier. Ergens als een berg tegen opzien. Een stem als een orgel, een orkaan. Zo dom, slapen als een os. Zo mager als een geraamte. Zo stijf als een paal, zo vast als een paal. Dat staat als een paal boven water. Achteruitgaan als een hollend paard. Een wijf als een paard, een nicht als een paard (op-en-top homo). Hij is van geld voorzien als een pad van veren. Zo dik, zo grauw als een pad. Dat lag mij als een pak op het hart. Zo glad, kronkelen als een paling. Zo mager als een panlat.

6. Zo plat als een pannenkoek. Iets vanbuiten leren als een papegaai. Praten als een papegaai. Zo trots, zo fier als een pauw. Zo vol als een pensketel. Mager als een pers. Zo dood als een pier. Zo vol als een potje met pieren. Hij schoot vooruit als een pijl uit een boog. Zo blij als een hond met zeven pikken. Zo groot als een pinknagel. Een kleur krijgen, blozen als een pioen. Zo stijf als een plank. Zo plat als een dubbeltje, als een luis, als een botje. Van vrouwen: zo plat als een slijpplank; zo plat als een schol(letje). Hij werkt als een ploegpaard. Zo licht als een pluim(pje). Hij loopt, hijgt als een postpaard. Een gezicht als een prent. Hij is zo vlug als een spin op een presenning [zware soort van zeildoek]. Zo scherp als een priem. Leven als een prins. Gekleed zijn als een prinses. Zo naakt als een puit. Zo zwart als een raaf, stelen als de raven. Mijn keel is zo rauw als een rasp. Als een rat in de val zitten. Zo kaal als een rat.

7. Zo recht als een kaars, als een pijl, als een stok, als een spijker. Vlug, snel, schuw als een ree. Een hoofd als een register. Schijten als een reiger, afgaan als een reiger. Zich (gewestelijk) voelen als een reiger op het ijs. Als een relletje ging het door de hele stad. Iets als een relikwie bewaren. Zo rijk als Croesus. Ril (schuw) als een hert. Roerloos als een beeld. Als een roetetoeter ben je zeer dronken. Roken als een ketter, als een schoorsteen. Het leest als een roman. Zo rood als een (gekookte) kreeft, als een kalkoen. Dat werkt als een rode lap op een stier. Ontluiken, bloeien, blozen, slapen als een roos. Mijn hoofd loopt me om als een rosmolen [molen d.m.v. paard]. Hij weet er zoveel van als de kat van saffraan; hij weet er zoveel van als een koe van saffraan. Vloeken als een sappeur [militair die loopgraven aanlegt], een baard hebben als een sappeur. Zo geduldig, onnozel als een schaap. Zo bang als een scheet. Honger hebben als een schuurdorser.

8. Een slak komt er net zogoed als een kikker. Zo vet als een slak. Glad, vals, voorzichtig, listig als een slang. Slapen als een os, als een roos. Ermee slepen als een kat met haar jongen. Eten als een slootgraver. Het geheim van de smid, handen als een smid, schrijven als een smid, praten als een smid. Zitten als een snijder. Zo dronken, verkouden als een snip. Hij voelt zich als een snoek op zolder. Als een kind in de snoepwinkel. Zo glad als een aal in een emmer met snot. Iemand als een snotjongen behandelen. Gillen als een (mager) speenvarken. Blinken, glad als een spiegel. Boos, kwaad, nijdig, kwaadaardig als een spin. Drinken als een spons. Zo mager als een spook. Hongerig, onverzadigbaar als een jonge spreeuw. Hij is zo dronken als een staartmolen. Hij stond daar als een standbeeld. Zo hard, onwrikbaar als een steenrots.

9. Zo knorrig, zo kwaad als een stekelvarken. Hij is zo sterk als een paard, als een leeuw, als een beer. Sterven als een hond; sterven als een beest (in ongeloof). Loeien, snuiven als een stier, zo kwaad als een stier, het land hebben, balen als een stier. Zo stil als een muis. Stinken als een bok, als een bunzing, als de pest. Zo mager als, uitdrogen als een stokvis. Zo stom als een vis. Als een stoomwals ergens overheen gaan, denderen. Stappen als een stotershaantje. Dat staat als een vlag op een strontschuit. Dat slaat als een tang op een varken. Zo lek als een teems. Hij vordert als een luis op de teerton. Drinken, zuipen als een tempelier. Zich ergens in vastbijten als een terriër. Lopen, branden als een tierelier. Lopen als een tiet.

10. Mijn hoofd draait als een tol. Hij is zo dronken als een tol. Zo zwart, dronken als een tor. Als een witte tornado door het huis gaan. Zo zwart als een toveres. Zo traag als een slak. Drinken als een trechter. Getypecast worden als een dom blondje. Zo geil als een bos uien. Stinken als een ulk. Klinken als een trompet. Zien als een valk. Zo vals zingen als een kraai, kat of kater. Te vangen zijn als een aal bij de staart. Zo zuur zien als een var [jonge stier]. Zo moedwillig, zo koppig als een var. Zuipen als een vergiet. Hij rookt als een Vesuvius, vulkaan. Zo gezond als een vis. Opvliegen als een bosje vlooien. Hij zit erbij als een dood vogeltje. Tekeergaan als een wildeman. Een meid, een kerel, een kind als een wolk. Zo zat als een varken; zo zat als een aap. Zo zat als een meeuw; zo zat als een wiel, zo zat als een zwitser, zo zat als een Maleier. Hij staat daar als een zoutpilaar. Zo zwart als roet, inkt, kool, als git, als een raaf.