Dictee
– dictees [3620]
BeNeDictee 2024-05
-----------------------------------------------------------------------
De cursieve
gedeelten (genummerd met Romeinse cijfers – de dicteetekstdelen zijn ‘gewoon’
genummerd met Arabische cijfers.) waren intermezzo’s. Die werden voorgelezen
door Albertien van Dijk-Milatz, de eega van Bob. Ze hoorden niet bij het
dictee. De
79 vet en onderstreepte genummerde items moesten
worden ingevuld. Er zijn ook enkele meerkeuzevragen. In dat geval moesten
foutief geschreven items worden doorgestreept (hieronder: rood!) en correct geschreven items omcirkeld
(hieronder: groen!). Toelichtingen en
commentaar in blauw.
---------------------------------------------------------------------
Neuzenvreugd
en geurterreur (auteur: Bob van Dijk)
I ‘Veilig
achterop’, een lied van Paul van Vliet
Veilig
achterop, bij vader op de fiets. Vader weet de weg, en ik weet nog van niets.
Veilig achterop, ik ben niet alleen. Vader weet de weg, vader weet waarheen. Ik
weet nog hoe het rook, ik weet nog hoe het was: met m'n armen om 'm heen, m'n wang tegen
z'n jas. Vader weet de weg, en ik weet nog van niets. Veilig achterop, bij
vader op de fiets.
1. Herken
je zo’n oude geur die herinneringen 1 evoqueert [voor de geest roepen, ook: evoceert, andere uitspraak],
een memoiroma zoals Ruud Hendrickx en Rick de Leeuw het benoemen in hun ‘Grote
Ontbreekwoordenboek’? De geuren van 4711 [lastig zo
afdwingbaar, daarom geen invulwoord] en 2 boldoot [soort van eau de cologne], het Keulse water van je
3 moedersmoeder [grootmoeder van
moederszijde], haar 4 lijflodderein [soort van damesreukwater, eau de la reine] en heel
5 chic de friemel [iets gewoons dat
men er chic wil laten uitzien]? Of het bouquet van de 6 oblong
[= liggend, landscape ]
7 sedecimootjes
[sedecimo = kleinste boekformaat, 16 bladen of 32 pagina’s
per vel, afkorting: 16o of 16mo] bij de 8 bouquiniste [handelaar
in tweedehandsboeken, eind-e niet uitspreken] in dat mistige Londense 9 glupje
[smal doodlopend steegje, ook: glop, vgl. slop]?
Of de heumige zweetkakkiesmeur in de kleedkamer van je middelbare school, van
al die 10 trempé [doornat van zweet,
Indië] jongenslijven die 11 sterkriekend geuren naar
tenenkaas ten gevolge van dezelfde bacterie als die in 12 port‑salut
[Franse trappistenkaas], 13 bel paese [Italiaanse
kaas] en 14 rommedoe [Limburgse
kaas], ook bekend als Herfse kaas [dat niet
in GB/VD] of 15 hervekaas [GB;
VD: Hervese kaas, van Herve of uit het Land van Herve, provincie Luik, BE]
II De
naamgeving van Boldoot en 4711
Boldoot
is vernoemd naar de uitvinder, de apotheker Jacobus Boldoot. In de volksmond heette
zijn populaire reukwater ‘odeklonje’ en ‘onjeklonje’, in Tilburg zelfs
‘Valdoot’. 4711 is vernoemd naar het huisnummer van het Keulse pand waar het
gemaakt werd: Eau de Cologne und Parfümerie Fabrik Glockengasse 4711 gegenüber
der Pferdepost.
2. Hoe
komen geuren bij ons, mensen, eigenlijk binnen? Zeventienduizend ademhalingen
per dag bereiken ze
16 una serie [onafgebroken,
in één reeks, Latijn – uitspraak oenaa-see-rie-jee]
de 17 ciliën [cilie = trilhaar]
in de achterste neus, gaan via de 18 olfactoire [reuk betreffend, voorgelezen toor, mag ook naast twaar – vgl. olfactorisch]
zenuw per direct naar het limbisch systeem – het hersencentrum van gevoel,
begeerte en creativiteit – en doen meteen hun werk. Het effect is onmiddellijk
en wordt niet vervormd door taal, gedachte of vertaling. Een geur kan
overweldigend nostalgisch zijn (dat heet het
Proust-effect), omdat indringende
beelden en emoties tevoorschijn worden getoverd vóór we de kans krijgen ze bij
te poetsen. 19 Amygdala [hersendeel –
begin zin],
20 ammonshoorn / ammonshoren (GB
allebei, VD alleen de eerste vorm) [hersendeel]
en 21 hippocampus [uitsteeksel
zijventrikels hersenen] zijn medeverantwoordelijk in dit anatomische
proces.
III Uit ‘Nirwana’, de
laatste bestseller van Tommy Wieringa
Hijzelf bewaarde ook
stompjes potlood in zijn zakken, en bic‑pennen * die altijd lekten. Van Liesbeth
kreeg hij op een dag een groot schetsblok en Caran d’Ache‑potloden * die in vervloeiende
kleuren in de doos lagen. De geur van een vers geslepen potlood bracht hem nog
altijd terug naar die dagen van beginnersgeluk … Hij rook aan de vers geslepen
punt van het potlood in zijn hand en zei: ‘Zeg nou zelf,’ wat ruikt er nou
lekkerder dan dit?’ [* 2
maal: streepje = bij dictee fout]
3. Geuren
kunnen bekoren: parfum wordt reeds millennialang ingezet om te verleiden,
terwijl feromonen ongemerkt hetzelfde doen. Parfumcomponisten – allen
22 emunctae naris [over
een fijn onderscheidingsvermogen beschikkend] – zetten de geurtonen
van hun 23 aartsmoeilijke parfumorgels in om [schrijven als in VD!] 24 mit heißem Bemühn
[met vurige
ijver!] kostbare lokstofcreaties te mêleren uit
25 walraat
[vette vloeistof uit de schedelholten van potvissen]
van de walvis, 26 desmanmuskus [desman
= soort mol, muskus = musk = sterkriekende stof] van de watermol en 27 aarskliercivet
[aars = anus, poepgat] van de gelijknamige
poes [civetkat]. Per microliter uitgevuld in
fraai vormgegeven 28 fiolen [fraaie
flesjes] komen zo exorbitant dure 29 femme‑fatalegeuren
/ femme‑fatalesgeuren / femmes-fatalesgeuren [eerste meest logisch, maar Taaladvies keurt ook 2(d)e en 3(d)e vorm goed] op
de markt van Chanel en Hermès voor maar liefst € 5.000 per 30 [afkorting opschrijven van ounce] oz oftewel
31 troyounce [dat met name bij goud],
dat is 28-31 gram.
IV Zou
geld trouwens ook een geur hebben?
Uit de
Volkskrant: Pecunia olet! “De eigenaren van parfumerieketen Douglas ruiken
geld. De verkoper van luchtjes, lippenstift en crèmepjes gaat de beurs in
Frankfurt op.” Tot zover de krant. Geld ruikt dus toch! Crimineel geld ‘stinkt’
zelfs, ‘er zit een luchtje aan’. Maar keizer Vespasianus was een andere mening
toegedaan met zijn ‘pecunia non olet’ [geld stinkt
niet].
4. Mannen
komen er iets bekaaider 32 van af
[GB:
er bekaaid van afkomen] met Old Spice, Tabac en op zijn best een luchtje
met de geur van Braziliaanse 33 maté [boom
voor thee] of een Surinaamse 34 alcolade
[SR-geurwater tegen muggenbeten]. Vaak echter
plegen de
35 efeben [efebe mv. n: jonge
militair in het Oud‑Griekse Athene] en chippendales van onze
multiculturele samenleving in de openbare ruimte geurterreur met hun
36 zwaar
aangezette, goedkope drogistenluchtjes met een zweem van 37 skunk
[stinkdier, USA, Mexico], 38 smack
[rottend afval, als die van heroïne – uitspraak: smèhk] of 39 scatool
[uitspraak oo, karakteristieke geur menselijke excrementen, poepgeur,
ook: scatol,
andere uitspraak: oh]. 40 Parfum de
crise [crisissfeer – begin zin] op
straat! Overigens: ‘Chippendales’ is afkomstig van de
41 Disneyeekhoorns [D kan nooit een soortnaam zijn, wel verwijzen naar Disney,
vgl. Philipslamp] 42 Chip en Dale
[VD, geen and dus!]. Knabbel en Babbel dus.
V Mannen
en hun geurwater: een lastig probleem
Uit de
Volkskrant: Extreemrechtsemannenstank “Partijleider Thierry Baudet van de FVD
heeft zijn ‘energieke, charismatische persoonlijkheid’ vertaald naar een ‘sterk
en ongetemd’ mannenparfum voor alfamannen: Eau de Thierry, met ‘topnoten’ van
Italiaanse mandarijn en pepermunt, is te koop in kleine flesjes van 44 euro. De
opbrengst van de geurtjesverkoop vloeit niet in de partijkas van de FvD. Wat er
dan wel mee gebeurt, blijft onduidelijk”
5. Geuren
kunnen ook waarschuwen. Denk aan de
43 ranse
/ ranze [GB/VD] rotte‑eierenlucht
bij een aardgaslek door het toegevoegde H2S. Of aan de Schotse vrouw
die met 95% zekerheid kan ruiken wanneer iemand sidderverlamming oftewel 44 parkinson
[ziekte van Parkinson] heeft. Of de 45 mechelaars
[hond] van de politie, 46 Mechelse
herders [idem] dus, die 47 poes
[designerdrug 3‑MMC = 3‑methylmethcathinon] en
48 meowmeow
[uitspraak: miauw 2 x – 4‑MMC = designerdrug mephedrone] opsporen.
En niet te vergeten de kanarie in de kolenmijn die – door te stoppen met zingen
– waarschuwde voor 49 koolstofmono‑oxide [zelfde als koolmonoxide, CO].
VI Uit
het boek ‘de Joodse kanarie’ van Margot Vanderstraeten, prominentenwinnaar van
het Groot Dictee 2003
“Wij,
joden, wij zijn zoals de kanaries in de koolmijn. Wij hebben verscherpte
zintuigen. Wij ruiken de maatschappelijke veranderingen jáááren voor de
goegemeente ze ruikt.”
6. Over
joods gesproken: soms worden geuren 50 tacheles [doelgericht, Jiddisch/Jiddisj] aangewend.
Warenhuizen zetten bewust outdoormuzak aan op de afdeling
51 canyoning
[soort van sportklimmen] en sproeien met
braai- en 52 grillluchten via 53 aromadiffusors
[diffusor: sproeier, vernevelaar, sprayer].
In Den Haag wordt 54 citronellal [chemische
stof ruikend naar citroen, niet: citronella = citronellaolie] gesprayd
bij vuilstortcontainers voor een goede 55 deponiemindset [deponie = stortplaats, mindset = denkpatroon]. En
boer Jos Leenders deponeerde in het Brabantse Heusden wetens en willens een
grote hoop stinkende 56 muls [laag
organisch materiaal over aanplantingen, ook: mulch, andere uitspraak, beide: geen mv.] en 57 champost [champignonteelaarde als bodemverbeteraar],
op de grens van zijn perceel. Hij hoopt daarmee de bouw van een wooncomplex
voor gastarbeiders uit de 58 dunbevolktste
/dunst bevolkte / dunstbevolkte
Europese landen te voorkomen op grond van de 59 Hinderwet
/ hinderwet [GB resp. VD] en de Wet
Milieubeheer.
VII Dat
geuren tactisch kunnen worden ingezet, blijkt wel uit het volgende. Uit het
boek ‘Neuswijzer’. Militaire geurartillerie
Reeds
in de zeventiende eeuw werden bij belegeringen zogenaamde ‘stinckpotten’ afgeschoten,
gevuld met kruit, zwavel, proppen textiel, teer, nagels van muilezels, haren en
onwelriekende kruiden zoals duivelsdrek en stinkende lis. Het effect was
psychologisch bedoeld: de rottende geuren en zwavelstank werden geassocieerd
met de hel, en paniek brak uit: wegwezen dus! Het Nederlandse woord ‘stinckpot’
is overigens in de Engelse taal overgenomen.
7. Bij
sommige beroepen is het hebben van een goede ‘neus’ een must. De sommelier moet
ermee kunnen ruiken of die 60 allersecste [sec, seccer, secst – droog]
61 meursault
[bourgognewijn] meurt naar 62 felleem
[(kurk)weefsel]
– door de Fransen zo fraai omschreven als goût de bouchon. De parfumier kan
geen 63 anos- [anosmie = reukverlies],
64 paros- [geur waarnemen die er niet
is] of 65 kakosmie [neutrale
geur als stank waarnemen] gebruiken in zijn metier (ook hier heeft Ruud
Hendrickx in zijn eerdergenoemd boekje een mooi nieuw woord voor: anaroom,
zonder aroma). Zou hij toch nieuw ruikgoed ontwerpen, dan is dat 66 in
silvam ligna ferre, hout naar het bos dragen oftewel water naar de zee
dragen [FVD-adepten: uilen naar Athene dragen],
zoiets als in geuren en kleuren iets vertellen aan een kleine
67 langecovidpersoon
[vanwege dat ‘kleine’ was niet de persoon lang,
maar de covid: long covid = lange covid] met 68 fantosmie [betekenis onduidelijk, parosmie? – zie 64] en 69 daltonisme
[kleurenblindheid] – het laatste overigens
zoals gediagnosticeerd met de 70 ishiharatest [test op kleurenblindheid]. Vergeefse moeite dus,
zinloos: 71 Aethiopem dealbare [de
moriaan wassen, Erasmus], zoals Caesar al sprak.
VIII Nu
we toch in Noord-Afrika zitten: informatie van wijnhandel ‘de Moriaan’ in
Middelburg over ‘kurk’ in wijn. ‘Kurk' (in het Frans goût de bouchon) is een
onaangename geur en smaak die het eigenlijke karakter van de wijn overheerst en
hem daardoor onaangenaam maakt. De oorzaak is meestal de kurk zelf die de
wijnfles afsluit en door onbedoelde bacteriegroei de stof TCA (trichlooranisol) bevat. Er
is maar heel weinig van nodig om wijn muf te doen ruiken: als je slechts twee
theelepeltjes TCA in één miljard liter water doet – dat zijn 400 olympische
zwembaden – meurt dit water naar ‘kurk’.
8. En
hoe zou het zitten met koks? In principe heb je – zo wordt aangenomen – zowel
een goede neus als verfijnde smaakpapillen nodig om echte 72 preparé
[BE: filet americain] met 73 martinosaus
[martino = broodje met 72] of een mooie 74 vol‑au‑vent
[ragoutpasteitje, BE: koninginnenhapje] te
bereiden, of een
75 shakshukaschotel /
chakchoukaschotel [beide met zelfde uitspraak: Noord‑Afrikaanse omelet] met – als globaliserend grapje uit de
wereldkeuken – een
76 chimichurri [zekere
saus bij gegrild vlees] erbij. Moet een kok wiens reukvermogen
gereduceerd is dus afscheid nemen van zijn vak? Neen! U hebt hedenmiddag daarvan
het bewijs gezien en geproefd toen u lekker hebt zitten dikkedakken [smullen] van de lunch die geserveerd werd door de
echtgenote van schrijver dezes (tevens intermezzosopraan), wier reukvermogen
reeds enige jaren voor de coronapandemie door 77 ‘s mensen handen
verdween. Zoals de parfumier het parfumorgel bedient, zo hanteert zij de 78 kruidencimbaal
[cimbaal: 2 koperen of bronzen schijven] –
zij het dat ze instinctief nog altijd even haar neus 79 erboven
steekt …
IX Er
is uitgebreid gebruikgemaakt van de kennis in het recent verschenen boek
Neuswijzer, geuratlas van de Lage Landen van Inger Leemans & Caro Verbeek
(uitgeverij Boom, 2023). De alinea’s over het limbisch systeem en de geurartillerie
zijn er – met toestemming van een der autrices – zelfs grotendeels op
gebaseerd, met enige dicteeëske toevoegingen.