Dictee – dictees [2460]
BeNedictee 2021-10
De vetgedrukte woorden moesten worden ingevuld. Blauw is toelichting.
Een frightnight voor vips [deel 1] (auteur: Birgit Kuppens)
1. Heb je last van hippopotomonstrosesquippedaliofobie [ziekelijke angst voor lange woorden – vgl. sesquipedalia verba – ellenlange woorden]? Drink dan nog snel wat côtes du Rhône [rhônewijn - mv. + s], yquem [witte bordeauxwijn] of sjampie [champagne]. Als je het dictee niet foutloos schrijft, beschouwen we je niet als tararaboemdijeefiguur [schertsfiguur] of lulletje lampenkatoen [lampenpit, rozenwater – v. = tepeltje taptemelk].
2. Hier gaan we dan …
Dit
jaar valt Halloween samen met de museumnacht in het Museum voor
Natuurwetenschappen. Daar stonden ze allemaal,
entre
chien et loup
[in
de avondschemering, inter canem et lupum, uur tussen hond en wolf],
de
vipgenodigden
[very
important
person],
die als eersten
[personen!]
naar binnen mochten.
3. Meneer Vijvermans stond vooraan bij de deur, vergezeld van zijn echtgenote en zijn dochter Lily. Beroepshalve was hij zelfstandig beleggingsadviseur. Zijn clientèle vond hij voornamelijk in het nabijgelegen rvt (rust- en verzorgingstehuis). Veel vrije tijd had hij niet, want vaak moest hij een hapje gaan eten bij een verkoopgesprek. Zijn lievelingsgerecht was taart. Versgebakken of al wat oudere … Mevrouw Vijvermans had het nog veel drukker dan manlief. Terwijl haar man behoorlijk wat geld binnenbracht, moest zij ervoor zorgen dat het gezin die rijkdom ook uitstraalde.
3. Wat verderop stond onder meer apotheker Marcus D. M. Martens, de beste vriend van de heer Vijvermans. De apotheker was gespecialiseerd in het mithridatiseren [wennen aan gif door steeds groter doses] van zijn medemens, en daarom nam zijn beste vriend hem maar al te graag mee naar zijn zakendiners.
4. Natuurlijk was er ook nog de heer De Coster. Hij was een pakkenman [betreft kleding, pakkeman = boeman, ww. pakken], die zich vooral op zondag opkleedde, wanneer hij als lector steevast aanwezig was in de mis. Als laatste in de rij van de belangrijke genodigden stond Evita, de bekendste operazangeres van het dorp. Het clubje vips hield zich ver op afstand van hun medemensen die zij als boertjes van buut’n [plattelanders] beschouwden.
5. Eindelijk mochten ze naar binnen. Daar werden ze eerst getrakteerd op een toespraak van Blanche, de directrice van het museum. Terwijl zij een taedieuze [langdradige] speech hield over de KPI’s [key performance indicator] van het museum, lonkte meneer Vijvermans al naar het buffet met meerdere croquembouches, moelleuxs [ook witte wijn, hier: gebakje] en de fiadu [stevige cakeachtige koek – SR - mv. 's]. Hij hoorde nog net dat Blanche, Evert, de ad-interimboekhouder de laan had uit gestuurd en hem had vervangen, door Jules, haar cicisbeo [vaste begeleider en vriend, niet: minnaar]. Deze man was jager, richtte zijn pijlen vooral op Thaise olifanten en zou het museum helpen met het uitbouwen van een slagtandententoonstelling.
6. Na de speech werden de gasten getrakteerd op een lichtalcoholisch aperitiefje en kregen ze een rondleiding over de benedenverdieping. De rondleiding werd georganiseerd door een deskundige in de chasmologie [geeuwkunde], genaamd Klaas. Vaak moest de man zijn stem verheffen, omdat Lily weleens in Morpheus’ armen [diepe slaap] belandde. Terwijl hij langwijlig [langdradig] lamijnde [mekkeren, zeuren], liep hij met de genodigden onder meer langs een tafel van scagliola [imitatiemarmer] waarop een shimeji [beukenzwam] lag.
7. Deze modderfokker [klootzak, van: motherfucker] met vooral veel nixfactor [totaal ontbreken van uitstraling] kon Lily echt niet boeien. De tiener behept met je-m’en-foutisme [BE: onverschilligheid] had tijdens de rondleiding al de hele tijd naar drillrap [rapmuziek, straattaal, wapens] geluisterd, gewinozd [ww. winozzen – waar was ik naar op zoek? – bij surfen – vgl. wilfen – what was I looking for?] en gephubd [phubben: tijdens gesprek in de weer met de smartphone]. De reden om aanwezig te zijn bij dit protserig vertoon, was omdat zij hier haar tinderdate zou ontmoeten. Plots whatsappte [ww. met kleine letter, verder W/w, F/faceboekpagina, etc.] deze laatste haar dat hij zich schuilhield op de kelderverdieping van het museum. Lily wist aan de aandacht te ontsnappen en haastte zich naar de lift. Beneden gingen de deuren open en kwam Lily terecht in een aquifer [ondergronds waterbassin] waarbij het invallend maanlicht werd tegengehouden door een mashrabiya [houten rooster tegen invallend zonlicht]. Ze voelde zich een beetje op haar ongemak in het duister, maar gedroeg zich liever niet als een zeiklijster [zeurkous], in de veronderstelling dat haar date in de buurt was. Ze zette enkele passen naar links, hoorde plots een dof gestommel en draaide zich om.
8. Daar was hij dan … Tetterettet [klanknabootsing trompet]! Hij blies uit volle borst op zijn bassax [saxofoon]. ‘Hu [uitroep van afschuw]!’ riep Lily. Ze verstijfde van angst. Ze had al jaren last van coulrofobie [angst voor clowns], maar wat ze nu zag, tartte alle verbeelding. Zijn bontgekleurde blotebillengezicht werd zichtbaar in de schemering. Deze clown was ongetwijfeld een bekend subject uit het zwacriregister [zware criminaliteit]. Hij ritste zijn paarse pofbroek naar beneden en siste ‘Als je bang bent in het donker, moet je fluiten’. ‘Allemachies,’ [allemachtig] riep Lily uit. Bij het zien van het innette [heel erg net] lichaam van deze laideron [hier: lelijkerd, ook: lelijk meisje], werd ze spontaan overvallen door een vlaag van gymnofobie [angst voor eigen of andermans naaktheid].
9.
Intussen waren de andere genodigden onder leiding van Klaas
aangekomen bij een trois-quarts
[half
van voren, half van opzij]
van de Roi-Soleil
[Zonnekoning,
Lodewijk XVI].
Voor het schilderij stond een zuil met daarop het diëncefalon
[tussenhersenen]
van
een
kodkod
[nachtkat].
Terwijl
Klaas ab
acia et acu
[in
geuren en kleuren, haarfijn]
uitlegde wat het verband was tussen het staatshoofd en deze
hersenstructuur, zag hij vanuit
zijn
ooghoek dat Evita een stap naar voren deed. Iedereen kende haar als
een teutige dame met een
mise-en-pliskapsel [mise-en-plis al -,
watergolf]
en een deshabilléachtig
[nachtkleding - wel: en déshabillé]
gewaad, die vermoedelijk leed aan het moederteresasyndroom
[Moeder
Teresa – dwangmatig helpen en verzorgen van anderen].
Plots sloeg zij bleek uit en haar gelaat vertoonde een vreemde
grijns. Ze begon wild met haar armen te slaan, alsof ze neurotisch
werd. Ze hief een hoge la aan, waardoor de omstaanders een acute
anakoesie
[absoluut
gehoorverlies]
ervaarden. ‘Ach,
du lieber Augustin
[formule
om uiting te geven aan droefenis, teleurstelling of schrik]!’
riep Klaas uit en hij deinsde met
grote vreze
achteruit. Is het nu echt nodig om een opéra
bouffe
[mv. s s +, opéra
comique mv. s s +, opera buffa ('s), luchtige opera over het alledaagse]
op te voeren terwijl ik probeer om jou iets bij te brengen?’ ‘Dit
is een klassiek geval van lykantropie
[lykantroop
= weerwolf, mens in wolf veranderd, ‘s nachts op roof],’
zuchtte apotheker Martens zelfgenoegzaam. ‘A
la bonne heure
[het
zij zo, vooruit dan maar – tegenwoordig mag ook: À – een
bonheur(-du-jour) is een salonkastje met bovengedeelte met
spiegelglas],
ik zal het maar weer oplossen. Een beetje angélique
[ook
muziek en luit, hier: engelwortel]
zou
kunnen helpen, of misschien wat theofylline
[in
theebladeren, gebruikt als geneesmiddel]’.
Aangezien hij dat toevallig niet op zak had, gaf hij de poesjenel
[marionet,
opgedirkte vrouw, akelig mens]
een tramadol
[opiaat
als pijnstiller]
en
bracht haar zo tot bedaren.
10. Toen Klaas de genodigden meetroonde naar de zaal met de mirtenstruiken en mirrebomen, de banianebomen [ook: waringin, baniaanboom, banyan, wurgvijg, worgvijg] en de jatropha [plant uit wolfsmelkfamilie], verzon Blanche snel een pieskapee [smoesje, ook: pieskopee] om ertussenuit te kunnen knijpen. Vervolgens haastte ze zich naar het buffet. Ze speelde twee flammkuchen [zekere koek uit de Elzas] naar binnen, een schoteltje met orecchiette [Italiaans: oortjespasta] en als dessert een koegel [Jiddisch, Jiddisj: zoet gebak]. Ze dacht plots aan wat er die middag gebeurd was.