vrijdag 14 juni 2019

1676 Dictee vrijdag 14 juni 2019 (2) dictee Tiereliereliere √

Dictee - dictees [1676]

Dictee Tiereliereliere

1. Soms krijg ik de meest wilde ideeën, ze ontstaan als een tierelier: lopen als een tierelier is zeer goed lopen, branden als een tierelier is zeer fel branden. Tiereliere is gek (dat werk is om er tiereliere van te worden) of dronken. Tierelieren (ww.) = 1) een eenvoudig en opgewekt muzikaal geluid doen horen (= kwinkeleren): de vogels tierelieren, de orgels zijn aan het tierelieren en 2) niet algemeen: pret maken, aan de zwier gaan.

2. Maar waar het me om te doen was: ik wilde weleens kijken wat '*iere' bij VD opleverde. Allereerst de Italiaanse woorden (zonder accent grave): condottiere (mv. -i of -es) = aanvoerder van huursoldaten, m.n. in het Italië van de 14e en 15e eeuw, consigliere (mv. -i) = 1) raadsman van de maffia, 2) ongunstig: raadsman in het algemeen, gonfalonniere (mv. -es) = 1) drager van een gonfalon (rooms-katholiek: aan een dwarsstok hangend kerkvaandel met twee of drie slippen), 2) burgemeester, (hopfalderiere = hopsasa en een kanseliere is een vrouwelijke kanselier), piere – alleen in de verbinding: (uitdrukking) in zijn dooie piere eentje = helemaal alleen; vergelijk: zo dood als een pier = aardworm, schmiere = rondtrekkende troep toneelspelers van lage klasse en triëre = oorlogsschip in de oudheid, galei waarin elke riem door drie roeiers gehanteerd werd.

3. De meeste woorden met accent grave komen uit het Frans. Simpele woorden als carrière, volière en barrière laat ik weg. Interessante woorden en uitdrukkingen zijn: à la jardinière = (culinair) met groenten opgemaakt, à la meunière = van vis, ook wel van schelp- en schaaldieren voor het bakken door de bloem gehaald: tong, mosselen, tarbot, schol, rog, forel, visfilet à la meunière, avant-première = voorpremière, blitzcarrière, bloed-hersenbarrière, bonbonnière = o.a. bonbondoosje,

4. boutonnière = in het knoopsgat gedragen bloem of teken van een ridderorde, brassière = beha of jumper, cafetière = koffiepot waarin koffie wordt gezet door grofgemalen koffie met heet water te laten trekken en het koffiedik vervolgens met een filter naar de bodem te verplaatsen, waarna de koffie uitgeschonken wordt, caissière = kassière, cantinière = 1) marketentster, 2) kantinehoudster, kantinemedewerkster, caponnière (kippenhok) = een term uit de vestingbouw,

5. chambrière = rijzweep, soepele stok met een leren riem aan een uiteinde, gebruikt bij het africhten van paarden in de manege, chiffonnière = hoge ladekast, corsetière = korsettenmaakster, costumière = kostuumnaaister, derrière = achterste, billen, douairière = weduwe van adellijken of aanzienlijken huize, en arrière = achterwaarts (antoniem: en avant), ferronnière = zeker voorhoofdssieraad, filière = (handel) reeks van contracten bij termijnaffaires,

6. garçonnière = vrijgezellenwoning, vrijgezellenkamer, garderobière = garderobejuffrouw, gouttière = (grafische industrie) dubbele, parallel lopende haarlijntjes, jardinière = o.a. meubel met een kostbare bloemenvaas of -bak, lavallière = gestrikte das met breed uitlopende einden, ménière = de ziekte van Ménière, molière = lage (heren)schoen met vetersluiting, montgolfière = luchtballon die door verwarmde lucht opstijgt (ook: windbuil),

7. pépinière = boomkwekerij, plafonnière = lamphouder, lampvoet onmiddellijk tegen het plafond, plombière = portie ijs van twee of meer soorten (waarbij vruchtenijs) met gekonfijte vruchten, portière = zwaar gordijn voor deuren of ramen, soms door een koord opgenomen, printanière = (stofnaam) met jonge groenten bereide soep,

8. Salpêtrière = groot oud gebouw in Parijs, gebruikt als vrouwengast- en ziekenhuis, son et lumière = klank-en-lichtspel en tapissière = vanbinnen gecapitonneerde grote verhuiswagen.

9. En à propos: geldt niet voor ieder mens dat hij op sterven na dood is?
 



donderdag 13 juni 2019

1675 Dictee vrijdag 14 juni 2019 (1) dictee De Visserij √

Dictee - dictees [1675]

1. Dictee 072 De visserij

Wat zou Van Dale zoal over de visserij (nee: een rij vissers is geen visserrij, maar een vissersrij) te melden hebben? Eerst maar eens zoeken met visserij*: bij visserij zelf de grote, kleine en verre visserij; verder: visserijband (radioverkeer met frequenties boven 1605 kHz, ook: visserijgolf), visserijbericht (radio, voor vissers op zee), visserijbioloog, visserijconsulent, visserijkantoor, visserijonderzoek, visserijpolitie, visserijreglement, visserijschap (bedrijfschap voor de visserij), visserijtentoonstelling en visserijzone (zeezone waarbuiten niet gevist mag worden). Voor de vissersplaats Breskens moeten we daar natuurlijk nog het Visserijfeest (of: de Visserijfeesten – plaatselijk uiteraard met hoofdletter) aan toevoegen!

2. Er zijn ook veel woorden die op visserij eindigen: *visserij geeft o.a. (daarop wordt gevist): ansjovisvisserij, garnalenvisserij, kabeljauwvisserij, kreeftenvisserij, makreelvisserij, mosselvisserij, oestervisserij, sardinevisserij (sardine heeft als meervoud alleen sardines, sardien alleen sardienen, dus sardienenvisserij zou ook kunnen), spieringvisserij, sponsvisserij, sponzenvisserij, steurvisserij, tarbotvisserij, tonijnvisserij, tripangvisserij (stekelhuidig dier van de klasse van de zeekomkommers, lekkernij voor Chinezen en Japanners), zalmvisserij en zoutharingvisserij (ook wel grootvisserij, zo heet het kennelijk, ik zou zelf zouteharingvisserij zeggen ...). Ik noem ook nog de barnsteen-, parel- en schatvisserij. Je kunt ook vermelden, waar gevist wordt: diepzeevisserij, Kanaalvisserij, kustvisserij, Noordzeevisserij, riviervisserij, strandvisserij, wadvisserij, zeevisserij, zoetwatervisserij, Zuiderzeevisserij; of waarmee gevist wordt: beugvisserij (beug of hoekwant: vistuig bestaande uit een lijn van ruim 70 m, etc.), boomkorvisserij (kornet, kor, korre of schrobnet), hoekvisserij (hoek = haak aan een hengel enz., waaraan de visser het aas bevestigt), kubvisserij (kub of kubbe: visfuik), kuilvisserij (zakvormig visnet dat uitgezet of (gewoonlijk) voortgesleept wordt), reepvisserij (reep: lang koord met zijstukjes, waaraan de haken zitten), speervisserij (dat is al heel oud!), steekvisserij (steek = palenstaketsel waardoor zalmen, steuren enz. gestuit en in de fuiken gedrongen worden), trawlnetvisserij (sleepnet, ook: treilnet), weervisserij (weer = Vvormige versperring in een water, uitlopende in een fuik, om vis te vangen) en zegenvisserij (met sleepnet, ook: ankernet). Zoeken op *visserij* levert weinig extra's op.

3. Ten slotte kijken we nog even naar visserij 'binnen artikelen': capopen (pen voor een dobber, gemaakt van de schacht van een pauwenveer), gronten- of gruntenzak (voor diepe gaten of kuilen), hoogaars (klein zeilvaartuig), kotter, krabschuit (voor de krabvangst), LNV = (als organisatie, niet het gebouw, dat is ministerie) Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, otterboards [mv.: borden of deuren die een schrobnet openhouden] en ottertrawl (voornoemd schrobnet), sardijn = verse sprot (gerookte is 'gewoon' sprot) en vroonvisserij (waarbij een deel van de vangst aan de vroonheer (vroon = viswater dat aan de landsheer behoorde, ook: vroonland) moest worden afgestaan; nee, niet: Vroon B.V.! – in gewone taal overigens bv – het grote bedrijf Vroon was tot 2016 in Breskens gevestigd – daarna in Terneuzen).

 

 
 



1674 Dictee donderdag 13 juni 2019 (15) dictee De coup √

Dictee - dictees [1674]

Dictee De coup

1. Nee, ik bedoel niet: een coupé zoals een stiltecoupé in de trein; ook geen coupe zoals de kleermakersterm – snit of vorm –, champagneschaaltje (champagnecoupe) of schaaltje voor ijsconsumptie (ijscoupe). En ook niet de coupe-file (voorrangskaart) en de coupe soleil (kapsel met plukjes geblondeerd haar). Er zijn heel veel woorden met *coup* zoals decouperen met een decoupeerzaag = zaagmachine waarin een smal, langwerpig zaagblad, dat aan één kant vastzit, op en neer beweegt. Ik ga ook voorbij aan de begrippen coup de force (gewelddaad), coup de foudre (plotselinge en onweerstaanbare verliefdheid), coup de fouet (zweepslag), coup de grâce (genadeslag), coup de main (overrompeling, verrassing – wel dubbel-s!), coup de maître (meesterstuk), coup de pédale (pedaaltred), coup d'essai (proefstuk), coup d'état (staatsgreep), coup de théâtre (onvoorziene wending die aan een zaak gegeven wordt, ommekeer) en coup d'oeil (vluchtige blik, oogopslag).

2. Ik wil het hebben over een 'gewone' coup, een staatsgreep (die pleeg je). Zoals hiervoor al bleek, in feite een verkorting van 'coup d'état'. In Turkije is een coup verijdeld. In het NOS Journaal (zo schrijf je dat, eigennaam, en niet zoals Van Dale: NOS-journaal – discussie mogelijk) hoorde ik de nieuwslezer zeggen 'koe' en de Turkijecorrespondent 'koep'. Ik was er heilig van overtuigd, dat alleen het laatste juist was. De waarheid is kennelijk anders: van VD mag het allebei! Daarmee ontstaat dan wel een probleem: wie 'koe' zegt, moet als verkleinwoord 'couptje' ('koetje') schrijven, wie 'koep' zegt moet coupje ('koepje') schrijven. Het Groene Boekje heeft coupje (dat gaat dus uit van de uitspraak 'koep' en niet van 'koe'). Van Dale heeft het verkleinwoord niet. Bij dictees is het dus het veiligst om de GB-vorm 'coupje' op te schrijven, wat er ook voorgelezen wordt!

3. Er zijn meer van die gevallen. Een leuk voorbeeld is 'compromis'. Dat mag je van Van Dale op het eind uitspreken als 'mihs' of als 'mie'. Bij de eerste uitspraak hoort de schijfwijze 'compromisje', bij de tweede 'compromistje'. Ook hier is weer vervelend dat Van Dale de beide verkleinwoorden niet heeft. Het Groene Boekje heeft echter beide vormen, zowel compromisje [ih] als compromistje [ie]. Hier is er geen probleem bij een dictee: goed opletten hoe het woord uitgesproken wordt en het naargelang daarvan opschrijven.

4. Er is ook nog de categorie blessure: daar mogen blessuurtje en blessuretje allebei. In dat laatste geval moet de 'uh' na de 'r' wel duidelijk uitgesproken worden! Overigens heeft GB alleen 'blessuretje', VD heeft geen verkleinwoord. Uitsmijters: crapaudje (geen t meer zoals vroeger - dt), heg, hegje, hegge, heggetje, jongen, jongetje, eau de toiletteje (altijd zó, omdat het Frans is – het gaat, zoals de Leidraad zegt, om een uitheemse woordgroep 'eau de toilette'), camping, campinkje, big, biggetje, cd'tje, café en cafeetje.

 
 



1673 Dictee donderdag 13 juni 2019 (14) dictee Vragen, vragen, vragen √

Dictee - dictees [1673]

Dictee Vragen, vragen, vragen

1. Komt *iseren voor? Ja: als trefwoord 522 [2019: 534] maal, o.a. vaarwateriseren ... En *yseren? Ja: analyseren, dialyseren, elektrolyseren, hydrolyseren, katalyseren, metanalyseren en paralyseren (het basiswoord heeft steeds al een y). En *izeren? Nee, net zoals *yzeren.

2. Zijn er woorden op *cendant? Ja: ascendant en descendant [in astrologie]. En *cendent? Ja, bnw. transcendent en descendent (dat laatste vind je niet met *cendent, alleen het mv. is trefwoord, dus wel met *cendent*). Met *cendant* verder niets, met *cendent* ook nog: ascendenten, ascendentenverdeling, ascendentie, condescendentie (neerbuigendheid), descendentie, descendentieleer, transcendent, transcendentaal (jenseitig, tgov. diesseitig), transcendentie, transcendentalisme en transcendentiegeloof.

3. Hoeveel woorden *itis staan er in Van Dale? Antwoord: 158 [2019: 162]. Veel betreffen ziektes (ontstekingen), zoals cholecystitis (galblaasontsteking), cystitis (blaasontsteking), wiiitis (gevolg van gamen met een Wii), thyreoïditis (schildklier), synovitis (gewrichtsvlies), spondylomyelitis (wervels en ruggenmerg), refluxesofagitis (slokdarm), pyleflebitis (poortader) en fasciitis (bindweefsel). Een paar leuke andere (vaak vermeende 'ziektes') zijn: aanstelleritis (aanstellerij), bibberitis (hevig moeten trillen), fitis (vogelsoort), omatitis (regelzucht oma's), reglementitis (regelzucht, ook: regulitis), scandalitis (belangstelling voor schandalen), slachtofferitis (het slachtoffer-zijn), spionitis (angst voor spionnen) en vergaderitis (alsmaar willen vergaderen).

4. En hoe zit het met *itus? Dat zijn er minder: 46 [2019: idem]. Veel met spiritus, etc., maar ook coïtus [NL] en coitus [Latijn! ***] illicitus (coitus damnatus, bloedschande), decubitus (doorliggen), diabetes mellitus (suikerziekte), introïtus, praecepto monitus = gewaarschuwd door een goede raad, praemonitus, praemunitus = een gewaarschuwd man telt voor twee (vgl. Engels forewarned, forearmed), primogenitus = eerstgeborene, radicitus = tot de wortel, geheel en al, radicaal, ritus met meervoud ritussen (en rite met meervoud riten of rites), testis auritis = oorgetuige (van horen zeggen ...), tinnitus (oorsuizen) en Titus (brief van Paulus, Bijbelboek). 
*** Heel prettig: bij zoeken kijkt VD helemaal niet naar accenten, cedilles, etc. etc. Heel handig (meestal). 

5. Komt *ibis voor? Slechts 3 maal [2019: idem]: ibis (vogel) en kaalkopibis = kuifibis. Bij de voorbeeldzinnen: heilige ibis (= nijlreiger) en rode ibis (flamingo: Eudocimus ruber). Binnen artikelen, sub lemma, vallen nog te melden: alibi (wegens mv. alibi's ! VD kijkt niet naar spaties, apostroffen, accenten, etc.), evenzo: habibi's (schatjes), de koereiger (Bubulcus ibis), de schimmelkopooievaar of Amerikaanse nimmerzat (Mycteria americana) en de tantalus, de Afrikaanse nimmerzat (Ibis ibis).

6. Denkend aan gribus (rotzooi) willen we dan natuurlijk ook *ibus weten. De oogst is 46 stuks groot [2019: 47], waaronder (een selectie): arrectis auribus (met gespitste oren), ceteris paribus ([s], als het overige gelijk is – c.p. – met name in de economie), conjunctis viribus = met vereende krachten, gibus (klaphoed), in baribus (schertsend: contant), in (puris, puribus) naturalibus = naakt, omnibus (verzamelboek, vervoermiddel), propria quae maribus = (mv.) dingen die echtelieden passen, pro viribus = naar vermogen, salvis exceptionibus = behoudens uitzonderingen, semper, ubique et ab omnibus = altijd, overal en door allen (toegepast op de geloofsstellingen van de rooms-katholieke kerk), ski-, strooi-, mini- en taxibus, totis viribus = met alle kracht, uit alle macht en ten slotte tribus = wijk, kiesdistrict in Rome.

7. Op *icis vond ik bij de trefwoorden alleen [2 stuks, ook in 2019]: in politicis, in de politiek, in politieke kwesties en sumptibus publicis = op overheidskosten.

8. Op *icus scoorde VD maar liefst 625 [2019: 677] treffers, waarbij: de homo economicus, de rector magnificus, de ijshockeyhistoricus en de testis classicus = de volkomen betrouwbare getuige.
 
 


1672 Dictee donderdag 13 juni 2019 (13) dictee Column 100 PZC afscheidstips √

Dictee - dictees [1672]

Dictee Column 100 PZC: 10 afscheidstips

Op de op een na laatste volgt de laatste column. Nummer 100. Ten afscheid een tiental tips.

1. Mijn privéblog blijft bestaan: www.leentfaarrein.blogspot.nl – er staan inmiddels 938 items op, inclusief deze blog straks 939 ... [en met deze erbij, 2019, maar liefst 1671!]. Deze blog is wel 100% op dictees gericht: mag je in het 'gewone' taalleven best informatie-technologie ter verduidelijking mét koppelteken schrijven, in dictees is dat fout en moet het per se informatietechnologie zonder koppelteken zijn. In 'café-elftal' mag en moet ook in dictees een koppelteken. Dat komt door de botsende klinkers (klinkerbotsing).

2. Heb je een korte taalvraag: die mag je nog steeds sturen naar leentfaar@zeelandnet.nl Je krijgt – als ik achter de pc zit – snel (en gratis) antwoord.

3. Je weet toch dat het Groene Boekje – helemaal gratis! – online staat? Het adres is: www.woordenlijst.org Je kunt naar de Leidraad (met alle regels!) gaan of een woord intypen. Als je 'hype' intypt, krijg je het zelfstandig naamwoord 'hype', maar ook alle vervoegingen van het werkwoord 'hypen'. Tip A: als je *schap intypt krijg je alle woorden die op 'schap' eindigen. Met *concert* krijg je alle woorden met in het midden (of vooraan of achteraan!) 'concert'. Een ster (asterisk) staat bij het zoeken voor een willekeurig aantal letters (let op: ook 0)! Tip B: met h??s krijg je alle woorden van 4 letters, beginnend met h en eindigend met s, zoals huis en haas, maar – let op! – ook 'hel' omdat binnen het lemma hel (in dat geval bijvoeglijk naamwoord) ook de verbogen vorm 'hels' voorkomt. Een vraagteken staat bij het zoeken voor precies 1 letter. Tip C: je kunt ook combinaties maken. Met h??s* krijg je alle woorden met tussen h en s twee letters en erna nog een willekeurig aantal letters. Voorbeelden: haas, haast, hals, hans, haksel, hansop, haasten, haastig, hakstuk, halster, hamster, hapsnap, hakselen, halsader, halsband, halsdoek, halslijn, halszaak, haastklus, haastwerk, hakschoen en hakselaar. Let op: ook woorden als 'aanhitsen', binnen welk lemma woorden voorkomen die aan het zoekcriterium voldoen (in het laatste geval: hits aan: ook een spatie is een 'letter'!).

4. Wie professioneel met de Nederlandse taal bezig is, moet de Dikke Van Dale kopen: wel een flinke uitgave! Het nadeel is, dat die dan niet meer wordt bijgewerkt, dat wordt de online-Van Dale wel, maar ook die kost een flink aantal tientjes per jaar!

5. De huis-tuin-en-keukengebruiker kan ook bij de gratis Van Dale terecht: www.vandale.nl en klik op 'Gratis woordenboek'. Je kunt dan een woord intypen, bijvoorbeeld 'decennium'. Je krijgt dan beperkte informatie (om begrijpelijke commerciële redenen!) Er wordt dan uiteraard verwezen naar de officiële Dikke Van Dale 2015 (op papier bijna 4800 pagina's preciezer: 4775; er is in 2019 nog geen herdruk geweest!). Met dicteeauteurs die de gratis versie gebruiken, krijg ik geheid ruzie: uit die versie blijkt bijv. absoluut niet dat de (!) Babylonische (hoofdletter!) spraakverwarring die uit de Bijbel en in Babel was, terwijl een (!) babylonische (kleine letter) spraakverwarring in elke vergaderzaal in Nederland kan optreden.

6. Iedere doordeweekse ochtend een gratis Taaltest in je e-mailbox (vier opgaven met keuze uit verschillende antwoorden)? Ga naar www.beterspellen.nl en meld je aan!

7. Door de week iedere dag (gratis) een zinnetje in je e-mailbox ontvangen waarin je uit 3 onderstreepte woorden mag kiezen, welk van die drie fout is? Ga naar www.taaldrop.be en schrijf je in!

8. Ga naar www.taaltelefoon.be en schrijf je (gratis) in voor de nieuwsbrief. Je krijgt dan elke maandag het woord van de week en een taaltip.

9. Drie maal in de week gratis taalnieuws ontvangen van het Genootschap Onze Taal? Ga dan naar www.taalpost.nl en meld je aan!

10. Nou, tabee (schrijf je dat wel goed?) dan maar, luitjes (dat ook?). Het ga jullie goed! Tot befs dan maar (= bellen, emailen, faxen, sms'en)!

 
 



1671 Dictee donderdag 13 juni 2019 (12) dictee Column 99 PZC (voorlaatste) √

Dictee - dictees [1671]

Dictee 68 Column 99 PZC : De een-na-laatste

1. Honderd columns voor de PZC is genoeg: ik stop ermee. Dit is nummer 99, waarom die dan aanduiden als de een-na-laatste? Met koppeltekens nog wel. Nou, die woorden vormen één geheel en daarom schrijven we ze als zogenaamde samenkoppeling met koppeltekens, net als de twee-na-laatste, de drie-na-laatste en de
vier-na-eerste. Dat laatste is een beetje onzinnig, zult u zeggen, en dat is ook zo: dat is gewoon de vijfde. Als je van voren af aan telt, zijn die ingewikkelde omschrijvingen niet nodig.


2. Het is nog wel grappig op te merken, dat de 'op een na laatste', de 'op vier na laatste' en de 'op vier na eerste' (dus met 'op' erbij) wél los geschreven worden. Hoezo, de Nederlandse spellingregels onlogisch? Inderdaad: die regels zijn hier en daar nauwelijks te filmen. Waarom 'klip-en-klaar' en 'up-to-date' mét koppeltekens en 'frank en vrij' [in BE ook: vrank!] en 'hemel en aarde' zonder? Wie het weet mag het zeggen. Het Groene Boekje komt ook niet veel verder dan: zoek dat maar op in een woordenboek!

3. Toch is er een wezenlijk verschil tussen de 'drie-na-laatste' en de 'op drie na eerste'. Denk in dat laatste geval maar dat je aan de finish van een wielerkoers staat. Als je op tijd bent en nummer 1 ziet finishen, is de 'op drie na eerste' gewoon nummer vier. Maar stel je ziet voor de bezemwagen uit de drie laatste (pardon: de laatste drie) renners binnenkomen, hoeveelste zijn die dan? Zelfs als je weet, dat er 100 renners gestart zijn, kun je hun positie niet met zekerheid bepalen. Immers: er kunnen onderweg wel 3, 4 of 5 (maar ook 0) deelnemers zijn uitgevallen ... Wat je zeker weet is, dat ze twee-na-laatste (op twee na laatste, ook wel: voorvoorlaatste), een-na-laatste (op een na laatste, ook wel: voorlaatste) en laatste (rodelantaarndrager) zijn.

4. Overigens blijft spelen met taal altijd leuk. Ik suggereerde hiervoor dat de 'drie laatsten' niet zou kunnen. En binnen één groep (wielrenners) kan dat ook niet: daar is er maar één de laatste. Edoch: als je verslag doet van de etappes 13, 14 en 15 hebben die wel degelijk elke 'een laatste' en als je die bij elkaar neemt, zijn dat dus wel degelijk de drie laatsten. Zo hebt u ook geleerd, dat een 'enigst' kind hartstikke fout is. Ook dat is maar betrekkelijk: als je bijvoorbeeld een gezinnetje met maar één kind hebt, is dat een 'enig' kind. In dat verband is 'eniger' en 'enigst' inderdaad onzin. Maar 'enig' betekent ook nog 'leuk'. In dat verband kun je wel degelijk zeggen: Annie is een enig kind, maar Jannie is een nog eniger kind en Tannie is van die drie het enigste kind. Zo subtiel is taal.

5. U begrijpt het al: die was mijn een-na-laatste, op een na laatste, voorlaatste column voor de PZC. Maar ik had misschien al die moeite niet hoeven doen – er waren hier immers geen 'uitvallers' – en is het gewoon nummer 99 (negenennegentig)!

6. Enfin: tot de laatste dan maar, nummer 100 (honderd), al heeft dat nou ook weer andere betekenissen, zoals 'het toilet', met name in hotels etc., daar draagt het toilet vaak (kamer)nummer 100!
 
 


1670 Dictee donderdag 13 juni 2019 (11) dictee Oefendicteetje juni 2016 √

Dictee - dictees [1670]

Dictee Oefendicteetje juni 2016

De zomer van 2016

1. Vijf maanden na de louwmaand (= januari – van looi(en)), in de wiedemaand dus [van 'weide', juni, vormvariant: wedemaand, weidemaand, weimaand], vond het Roland Garrostennistoernooi (het Wimbledontornooi moet nog komen) plaats.

2. De Serf Novak Djokovic (een serviele Servische
service
(kanon)-Serviër) versloeg in de grand-prixfinale op die grootslemmanifestatie (grandslammanifestatie) betrekkelijk demotisch [eenvoudig] en dus doodeenvoudig – simple comme bonjour = doodsimpel – Groot-Britanniës (Britannia's) Andy Murray.


3. We zagen subtiele acejes, geraffineerd serve-volleyspel (ook: service-volleyspel), eblouissante [schitterende] niet-diepdoordachte lobballetjes, game-, set- en matchpunten (ook: -points) en
ATP- [Association of Tennis Professionals] of WTA-afgevaardigden [Women's Tennis Association], crossballen, deuces, breakpoints (ook: breekpunten), passing shots, double bagels (doublebagelpartijen met 2 x 6-0), een dubbelgeslagen backhand (ook: dubbel- of tweehandige backhand – naast de eenhandig geslagen dito), mixeddoublepartijen (gemengddubbelpartijen) en slices die in de tiebreak in de tramrails [extra velddeel voor dubbelspel] eindigden.


4. Degene die de bal uit serveert, kan de partij daarmee niet uitserveren, er wel door gebreakt of gebroken worden. Kent u overigens de volgende tennistermen: kickservice(s), lawntennis, minibreak, qualifier, racket, racketlon [racketvierkamp: met vier racketsporten, nl. badminton, squash, tafeltennis en tennis], het single [enkelspel], smash, in straight sets winnen, umpire(s), volleyen, een tennisdivo [gevierd man] en een tennisprof?