Dictee – dictees [3753]
Groot Dictee der Nederlandse Taal Rekto:Verso 2025
Dikthee (auteur: Karel De Sadeleer)
Alinea 0 was alleen de inleiding, werd alleen voorgelezen, hoefde niet te worden opgeschreven en telde ook niet mee!
0. De jonge Andreas, een Duits-Tadzjiekse Foucaultexegeet [Michel Foucault, Frans filosoof], wordt graag gesoigneerd [verzorgd] door Anna Lopez, z’n Filipijnse eega. Zij is de ascetische [systematische onthouding van zingenot uit religieuze overwegingen, al of niet gepaard met zelfkastijding] bolleboos in huis en hij, naar verluidt, de bon vivant, zij het Sancho Panzaësk (*). Pyknisch [kort en gezet] van de rachitis [Engelse ziekte] noemt men hem soms. Sinds kerst rochelt Anna non-stop bloedfluimen op. Volgens de dokter is het longemfyseem. Andreas gelooft dat het licht betijt; hij heeft altijd de komiekste ideeën erop nagehouden [GB, VD: eropna houden], maar z’n wappie [gekke **] omgang met longziekten spant even de expatkroon [langere tijd in het buitenland]. Anna Lopez is karakteristiek clement [mild] en noemt z’n houding een reflectie van een te antedateren [ook: antidateren, andere uitspraak] chiliasme [geloof in een duizendjarig vrederijk op aarde] voor incels [jongeman die tegen zijn zin geen seksuele relatie heeft en de schuld daarvoor zoekt bij de vrouwen in het algemeen], bijgekleurd door het sikkeneurige symboolfetisjisme overgehouden aan z’n postcommunistische opvoeding.
* Taaladvies NL: sanchopanzaësk - 'losgeweekt' van de originele figuur en nu allegorisch bedoeld.
** Volgens VD mag het bnw. ‘wappie’ alleen predicatief gebruikt worden, GB noemt die beperking – als gebruikelijk – niet!
1. Heel onschuldig is d’r emfyseem niet. Anna Lopez moet als de wiedeweerga het ziekenhuis in, d’r keuken uit. Volgens de dokter kan de resuscitatie [reanimatie] een maand duren. Bezoek van Andreas mag ze niet.
2. Om niet helemaal de voeling met z’n huwelijk te verliezen werkt Andreas zich volcontinu door het compromittante traktaat dat Anna Lopez net voor kerst had gepubliceerd over prekapitalistisch rentmeesterschap, en dat, in de bib [bibliotheek] geprangd [gekweld] tussen antihegeliaanse godsbewijzen en het gecoiffeerde thomisme van haar vicerector, toch een verbijsterende hoeveelheid lezers vond. Helemaal thuis in het academisme [schoolse regels] van z’n vrouw is hij niet, maar Andreas meent op de pagina’s [2 x letters] drieëndertig tot tweeënvijftig toch het dedain [minachting] te herkennen van de op hasjiesj en manchego [Spaanse schapenkaas] grootgebrachte [letters] mei achtenzestiger [vreemd, beter: mei (')68’er – volgens mij in beide gevallen geen streepje, vgl. gen Z’er *] die d’r vader was.
* Taaladvies NL: meiachtenzestiger of mei '68'er
3. Halfweg begreep hij dat d’r tekst bestond bij gratie van een pointillistische [schilderen met puntjes en streepjes] drum-’n-bassmoraal die in d’r jeugd geannoteerd was geweest met de partijoekazes van pa Lopez. Vader had er een commemorabel genoegen in geschapen z’n dochter zowel flatulente [opgezette buik, winderigheid] geopolitiek als rapsodische [mengelmoes] keukenmores bij te brengen. Nadat hij haar bijvoorbeeld de werking van de elektrische combioven had uitgelegd, stapte hij naadloos over op een exposeetje opgetakeld aan de sociopolitieke dogma’s die het kapitalistische Westen steeds vaker outsourcet [uitbesteden] aan de
BRICS-landen [oorspronkelijk: Brasil, Russia, India, China, South-Africa]. Samengevat: van te hete camembert kabbelt je buikvet boller.
4. Soms, gevangen tussen ataxie [stoornis in de samenwerking van de spieren] en ataraxie [volstrekte gemoedsrust, onbewogenheid], en met de inhoud van een fles beaujolais hergistend tussen larynx [strottenhoofd] en coccyx [staartbeen of stuit, niet in wdb.], ligt Andreas in z’n crapaud te dromen van de halloumischotel met bataatpuree, koolsla-romanescopesto en hollandaisesaus die z’n vrouw in d’r oven placht te schuiven. Is hij droevig? Niet echt. Na twee weken echter, terwijl hij op de pot door de virulente [aanstekend] antropoceenquatsch [zeker tijdperk] van mobisodes [GB, aflevering televisiedrama – mobiel + episode] en andermans socials zit te quadden [met een quad rijden, ook: quatten - andere uitspraak], begint hem − oblomov [kleine letter!] of eenzame dégénéré − opeens de volledige reikwijdte te dagen van z’n voor poststructuralisten hoogsteigenaardige [niet los; VD hoogst bw. … als de volgende …]
je-m’en-foutisme [onverschilligheid] vis-à-vis [recht tegenover] z’n eega en d’r longen. Is dat de honger? Ongetwijfeld. Mist hij Anna Lopez? Wellicht. Zal hij alles doen om haar te zien? Dat weet hij zelf niet.
5. Andreas slaat aan het kokkerellen. Wat hij al weet is dat pocheren [gaar maken in een bijna kokende vloeistof] staat tot braiseren [smoren] als spuiten tot slikken. Of was het vice versa? Door de keuken man(o)euvreren pikte hij op als een civetkat labomuizen. Binnen de kortste keren heeft hij een favoriet gerecht: champignongnocchi met gekonfijte shiitake [Japanse paddenstoel] en ibericoham om te beginnen, lamscouscous [koeskoes is een dier] met pastinaakcrème erbovenop. Lekker geil! Stante pede [onmiddellijk] staat hij te dromen als een foodaficionado bol van de culinaire aspiraties. Een plebejische [vulgair, plat] staminee [de-woord, vr., betekenis: kroeg] of een kakkineus restaurant met renommee [goede naam, wel: par renommée = bij toeval]? Misschien. Maar om te beginnen: een culinaire bijbel. Het concept? Het Westen koloniseert non-stop de keuken van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De titel? ‘Van kabbala [geheime leer joden middeleeuwen] tot Kabylië [beter: de Kabylen], met een pitstop [GB/VD ook: pitsstop] in Piëmont [NTU, ook: Piemonte - andere uitspraak]’. Copyright: de keukenprins himself.
6. Wat zal − hoe heet ze ook alweer − Anna Lopez daarvan zeggen? En waar blijft ze?