vrijdag 8 november 2024

3692 Dictee vrijdag 08-11-2024 (1) – dictee Verslag Abcouder Dictee 2024 √

 Dictee – dictees [3692]

Verslag Abcouder Dictee 2024 (door Rein Leentfaar)

Zeverings zevende

De ervaren dicteeauteur Bob Zevering componeerde voor zijn zevende chef-d’oeuvre een geinig verhaal rondom het riviertje dat de Abcoudenaren zo lief is.

De ‘witte dame’ was tot nu toe vooral bekend als muze van wielrenheld Fausto Coppi, maar inwoners van Abcoude denken tegenwoordig direct aan het oude stationnetje dat omgetoverd werd tot een heus boetiekhotel met die naam. Ik mocht een nachtje logeren in een van de prijzige suites omdat op maandag 4 november de zevende editie plaatsvond van het Abcouder Dictee, georganiseerd door de lokale Lionsclub. De deelnemers werden in het hotel ontvangen voor de traditionele warme chocolademelk met slagroom (of desgewenst koffie) met heerlijke petitfours van Bakker Both. Hij had er zo’n honderd nodig. Hier leeft het dictee dus nog, in tegenstelling tot Barendrecht, Ter Aar en Hoofddorp – daar werden onlangs evenementen afgelast wegens gebrek aan belangstelling. Op bevel daalden we af naar het bijgebouw, de ondergrondse conferentiezaal of zeg maar de Styx van Abcoude, waar het overigens goed toeven was.

A4’tje
Voor de zevende keer produceerde Bob Zevering een prijzenswaardig dictee. Volgens een zekere supercorrector in Friesland was deze tekst net een graadje gemakkelijker dan die van 2023, wat niet direct uit de uitslag af te leiden was. Wat heeft die Zevering trouwens met het getal 57? Vorig jaar was dat het aantal invulitems en nu ook weer: dat kan geen toeval zijn. Toen ik het invulformulier kreeg, schrok ik. Alle invulplaatsen hadden een onderstreping die vijf letters breed was. Dat kon toch niet? Zouden er echt allemaal woorden van maximaal vijf letters opgeschreven moeten worden? Zo niet, dan lag ons een heidens gepriegel in het verschiet.


Maar nee, er was een tweede vel, een A4’tje met daarop 57 paginabrede en genummerde invulregels. Een verademing alles zo lekker ruim op te kunnen schrijven. Maar er is een keerzijde: doordat het invulgebeuren zich nu op enige afstand van de tekst bevindt, is de context niet ‘zwaar’ verbonden met die tekst. Zo had ik in de zin: “Een actievoerder zegt dat de provincie zich  … met de plannen […]” foutief ‘vergaloppeerd’ opgeschreven. Zonder context had ik niet gezien dat dit gewoon tegenwoordige tijd moest zijn. Maar vooralsnog waren de voordelen van de werkwijze groter.

E- en fatbikes
Zevering concentreerde zich in de tekst op het Gein, volgens Wikipedia een riviertje van ongeveer zes kilometer tussen Driemond en Abcoude dat de Gaasp verbindt met de Angstel. In het eerste deel van het dictee kwamen onder meer langeafstandslopers langs; wie geen tussen-s schreef, kreeg geen fout aangerekend. Allebei mocht. Een mooie vondst waren de wellnesssessies met zes s’en. Opvallend was dat yurt (zo voorgelezen, uitspraak uh) en joert (uitspraak oe) allebei goedgerekend werden. Overigens spreek je het synoniem ‘yurta’ wel met een oe-klank uit.
Daarna kwamen diverse tweewielers aan de orde: oma’s-fietsen, e-bikes, MTB’s (mountainbikes, met kleine letters zijn het motortorpedoboten) en de beruchte fatbikes omdat de Abcouse tieners helemaal in Weesp naar school gaan. Het dictee eindigde met de toekomst: dat is koffiedik kijken (wel: koffiedikkijkerij).

Kleinigheidje
In de pauze had de jury een hele kluif aan het nakijken van al die dictees, maar de vinding van alle invulwoorden op één vel maakte het werk lichter. In die pauze mocht de voorzitter van Gilde SamenSpraak De Ronde Venen zijn woordje doen. Voor zijn stichting bleek later de opbrengst van de avond 3500 euro te zijn, een prachtig bedrag. Voorleesster van dienst was Carmen Verhulst, nieuwsleesster en redactrice bij de NOS op NPO Radio 2. Dat deed ze goed, maar één kleinigheidje leverde mij m’n tweede fout op. Ik kende het woord ‘exhaustief’ wel en ik kan moeilijk reconstrueren wat ze precies voorlas, maar het kwam niet in de buurt … Mijn niet-bestaande, maar wel-verstane woord ‘exultief’ kon uiteraard niet door de dicteebeugel.
Terwijl alle deelnemers konden genieten van een glaasje wijn, werd de uitslag bekendgemaakt. Het belangrijkste waren natuurlijk de lokale – nou ja, regionale – superspellers, die na zeven keer op het podium plaatselijke roem hebben verworven. Derde met 12 fouten werd Ina Bakker, twee jaar geleden nog tweede. Die positie viel nu toe aan Elias Woudenberg (9 fouten) die het dictee al vier keer won. Verrassend eerste met 8 fouten was Jet Oorthuys uit Huizen, de regionale dicteenomade die eerder al het Larens Lentedictee op haar naam schreef en ook in Eemnes indruk maakte.
In de sectie ‘dictee-experts’ was er een prijsje voor mea tenuitas, met twee fouten. Bert Jansen had er vier. Jammer dat we maar met zijn beidjes waren in deze categorie, want het Abcouder Dictee is een absolute aanrader. Het is altijd leuk, leerzaam en gezellig. Al klinkt het archaïsch: komt allen volgend jaar!


woensdag 6 november 2024

3691 Dictee woensdag 06-11-2024 (1) – dictee VARAgids van 9 november 2024 (over BeNeDictees en Groot Radio Dictee) √

Dictee – dictees [3691]

VARAgids 9 november 2024 (over BeNeDictees en Groot Radio Dictee)

Hondsmoeilijk, lettergekte (auteur: Mirjam Bosgraaf)

Zaterdagochtend in Zoetermeer. Best vroeg, al wordt op het ijs al volop gezwierd in de SilverDome, kunstijsbaan en eventlocatie naast de A12. Hier heeft Dian van Gelder, de gastvrouw van vandaag, het zaaltje met de naam Axel gehuurd. Ze heeft zelf veel geschaatst en vertelt hoe dat ook weer zat met de sprongen in het kunstschaatsen, de flip, de lutz en de axel, de enige sprong die achterwaarts wordt ingezet. Het zou zomaar kunnen dat iedereen in dit gezelschap precies weet hoe je al die sprongen schrijft, cherryflip, triple lutz, salchov. Je hoort het ze bijna zeggen: dubbele rittberger, denk erom, met twee t’s. We zijn bij de BeNeDicteecompetitie, die voor de verandering niet in een huiskamer maar buiten de deur plaatsvindt. Mét ontbijt. En straks met lunch. En met 10 dicteevrienden vandaag. Ze horen bij een behoorlijk exclusief clubje van ongeveer 15 Belgen en Nederlanders dat in wisselende samenstelling een keer of zes per jaar op zaterdag bij elkaar komt, overal in het land. Om, zoals een van de leden, grafisch vormgever, redacteur en moderator van de website dictees.nl Jeroen van Heemskerck Düker had gezegd, een ‘hondsmoeilijk’ dictee te maken. Het zijn allemaal superspellers en dicteetijgers die niet bang zijn voor d’s en dt’s, en de onvermijdelijke Hollandse tussen-n.

De ochtend begint met koffie en roereieren. En met een duik in het diepe. ‘Weet je wat hippopotomonstrosesquipedaliofobie is?’ Rein Leentfaar, een van de superspellers, vraagt het bij wijze van openingszin en zonder struikelen. Het is, zegt hij met een stralende glimlach, de angst voor lange woorden. Beetje cynisch wel om de angst voor lange woorden in een woord van 34 letters onder te brengen. Jeroen van Heemskerck Düker had gewaarschuwd dat het een nogal ‘eigenaardig gezelschap’ was, zijn dicteevrienden. ‘Knettergek’, roept iemand op de hoek van de tafel vanachter zijn koffie, die dat duidelijk niet meent. En zou je niet iedereen van eigenaardigheid kunnen betichten die zich op zaterdagochtend in alle vroegte naar zijn inspannende weekendliefde begeeft, of dat nou voetbal is, of bikramyoga, of spellen? Volgens Dian van Gelder is het gezelschap bijzonder omdat de leden zo ontzettend verschillend zijn en omdat ze lang niet allemaal een talig beroep hebben. Het zijn niet alleen maar neerlandici en tekstcorrectors. Er is een cardioloog bij, een oud-wiskundeleraar, een huisarts en Dian zelf is accountant. Door de week cijfers, op zaterdag letters.

Deze lastige huiskamerdictees zijn een jaar of 7 geleden ontstaan als bilateraal
Nederland-Belgiëdictee, het BeNeDictee, uit lichte jaloezie ten opzichte van de Belgen, die al veel langer het ‘moeilijkste dictee ter wereld’ door heel België organiseerden. Daar kwam bij dat er sowieso behoefte was aan een eigen competitie omdat leden van dit gezelschap regelmatig geweerd werden (en worden) van veel lokale dictees die onder andere door Rotaryclubs in Nederland gehouden worden. De dicteevrienden zijn zo goed dat andere spellers weinig kans meer maken om met de eerste prijs naar huis te gaan. De uitsluiting is begrijpelijk, maar de superspellers vinden het ook jammer, ze houden van een goed dictee om de geest te scherpen en doen graag mee als er wat te dicteeën valt. Maar zo is dus het BeNeDictee ontstaan, dat nu vaak de naam Huiskamerdictee heeft. Tegenover het Groot Dictee der Nederlandse Taal op Radio 1 hebben de superspellers net zo goed een wat ambivalente houding. Jammer dat dat Nederlandse taalfeestje van de tv is verdwenen. Het Groot Dictee, jarenlang opgelezen in de vergaderzaal van de Eerste Kamer, gaf de Nederlandse spelling echt cachet. Het radiodictee van Wim Daniëls, dat ervoor in de plaats kwam, is vermakelijk en goed, dat wordt vanochtend aan alle kanten van de lange tafel benadrukt, maar wel wat makkelijk natuurlijk. Er zijn er in dit gezelschap die het radiodictee met slechts een handjevol fouten, of zelfs met nul fout kunnen volbrengen. Hoe het ook zij, de superspellers komen nu dus een paar zaterdagen per jaar bij elkaar om die hondsmoeilijke dictees te maken. De teksten worden door de leden zelf geschreven en van tevoren nog nagekeken door een geheimzinnige opperspeller in Friesland.

Twee dicteerondes volgen vandaag, eentje voor en eentje na de lunch. Een lichte eindexamenvibe vult zaal Axel als de lange tafel in aparte tafels wordt gesplitst en de blaadjes worden rondgedeeld. Opeens valt het gezelschap stil. Pennen in de aanslag, een enkele vulpen. Eerst komt de tekst van Lizi van Vollenhoven, in het dagelijks leven huisarts te Den Haag. Alles meeschrijven doen de profi’s niet, ze vullen alleen de struikelwoorden in. En dat zijn er veel vandaag. Moeilijke woorden als: caffè corretto, gehighlight haar, chiropraxiepraktijk, paardenkastanjemineermot, guppy’s, exonarthex, quislings. En minder moeilijke woorden, maar mét een spellingshandicap: belle-époquejaren, oudkatholieken, terzelfder tijd,
vroegzeventiende-eeuwse, rücksichtslos,
geel-roodgestreept, klaar-overs, rechts afslaan, tewerkstellen. En dan zijn er nog de lange zinnen volgepakt met boobytraps: ‘In de Herenstraat zelf staan werkelijk juweeltjes van gebouwen! Gebouwen in empirestijl, winkels met art-nouveauversiering, gevels met hielojieven, en jugendstilvensters met roede-indeling. Een van mijn lievelingsgevels lijkt zelfs pilasters met cannelures en abaci op echinussen te hebben. Een acroterion heb ik nog niet gezien, maar je kunt niet alles hebben, en een prachtig geison en nog een cimaas maken dat ruim goed.’ Deze dicteetijgers deinzen nergens voor terug. Als iedereen klaar is komt de doos rode pennen ter tafel en begint het nakijken. ‘Sommigen hier hebben wittejassen- en rodepennenangst,’ zegt René Dijkgraaf, de spellende cardioloog, opgewekt. Slechts een van de aanwezigen, redacteur Rien Wisse, blijft onder de 10 fout.

Taal leeft hier. Vragen, opmerkingen, tijdens de lunch vliegt alles over tafel. ‘Frank, wat lees jij momenteel? Wat vond je van Dius van Stefan Hertmans?’ ‘In mijn praktijk was laatst iemand die niet wist wat het woord parterre betekent. Ik dacht: hé, is dat inmiddels een ouderwets woord?’ ‘Vorige week in het ziekenhuis zei ik tegen de verpleegkundige, ik heb wel voor hetere vuren gestaan. Maar ze begreep niet wat ik bedoelde.’ ‘Zou dat nu sneller gaan dan vroeger, dat woorden in de vergetelheid raken?’ ‘Soms is het grappig, zoals die gymnasiaste op het Goois Dictee die donquichot moest schrijven en donkey shot schreef. Meesterlijk. Die scholieren waren trouwens echt goed.’ ‘Ja, of wegwerpkameraadje in plaats van wegwerpcameraatje, blijft grappig.’ Neerlandicus Bert Jansen scherpt na de tomatensoep de geesten nog wat aan met diverse taalvragen. ‘Samenstellingen met ministers. Hoe ver komen jullie? Balkenendenorm, vogelaarwijk, zalmsnip …’
 ‘Weten jullie hoe iemand heet die de Koran uit het hoofd kent? Juist, een hafiz.’ ‘Ik heb nog een Bijbelvraag: hoe heet het zeemonster dat God verslaat aan het begin van de schepping?’
‘De leviathan, dat had ik moeten weten.’  

Alsof er ’s ochtends niets gebeurd is, gaat de club fris door voor ronde twee. Dit keer is de tekst van Jeroen van Heemskerck Düker over zijn geboortestad Hilversum aan de beurt. Weer een geestig en interessant verhaal, dat is duidelijk deel van het plezier. En een mijnenveld natuurlijk, wat alleen al blijkt uit deze zin: ‘’s Zomers strijken de nouveaux riches neer op de terrassen aan de Groest. Aan hun faryngale gebrouw en gebrij is niet te ontkomen. Daar ontpoppen zij zich als zelfbenoemde zytho- en oenologen die hun gamays onverwijld terugsturen omdat zij brettanomyces menen te proeven. Het enige wat nog aan het Hilversum van weleer herinnert, is de manouri in hun salade, geleverd door de onverstoorbare schapen op de Westerheide.’  Weer is het muisstil onder het schrijven, al klinkt af en toe wat gebrom en zelfs één keer luid een woordje dat begint met een k en eindigt op een t. Weer zijn de scores, na de ronde met de rode pennen, onwaarschijnlijk goed. Dit zijn ware cracks. Na beide dictees wordt, dat hoort er helemaal bij, nog druk nagepraat over apostrofs, streepjes en hoofdletters. Er zijn altijd instinkers en bespreekgevallen. De 3 kilometer in de zin ‘Het is gelukt deze 3 kilometer lange strook groen te houden’ bijvoorbeeld. ‘3 kilometer lange’ wordt geschreven met aparte woorden en een cijfer en dit keer niet als kilometerslang of metershoog. Of de kwestie Zwarte Piet, die nu niet meer zwart is. In een van de teksten komt ‘niet meer zwarte Piet’ voor. Schrijf je zwart dan dus nu met een kleine letter?

Dan is het tijd voor de hamvraag: waarom houden de dicteetijgers zo van spelling? ‘Spelling is maar een klein onderdeel van de taal,’ had Jeroen van Heemskerck Düker al eerder gezegd, ‘en sommige taalwetenschappers kijken erop neer. Het is maar spelling.’ Een goede speller is nog geen romanschrijver of virtuoos verteller. Maar spelling is wel de ruggengraat en het houvast van de taal, en blijkbaar zo wezenlijk dat de taalvoutjes op de gelijknamige site altijd veel hilariteit en emotie oproepen (gelieve de kleuters naar het toilet te begeleiden en door te spoelen a.u.b.). Bovendien, zeggen de spellingkundigen, wordt iemand die goed kan spellen betrouwbaarder en geloofwaardiger gevonden dan iemand die spelfouten maakt. Voor de superspellers in Zoetermeer is spellen op allerlei andere manieren belangrijk en een dierbare hobby. Voor de Belgische Birgit Kuppens heeft plezier in het spellen allereerst te maken met de liefde voor taal. ‘Ik hou van taal. Ik spreek meerdere talen en dan wordt zo’n woord als acroterion in het dictee voorgelezen en vraag ik me af, komt het uit het Grieks, hoe zit het in elkaar …’  Spelling heeft vaak te maken met de geschiedenis van woorden en de connectie met andere talen en is daarom zo fascinerend. Zo komen in de tekst van Lizi van Vollenhoven van vandaag Franse woorden voor: enfant terrible en enfant gâté, verwend kind. Vergeet het dakje niet. En in het dictee van Jeroen van Heemskerck Düker zitten Jiddisje woorden, zoals misjpooche en schnorrers. De liefde voor spelling is de liefde voor woorden. Oude woorden die je graag in leven wil houden: strapatsen, plusfour, douairière, of leuke woorden, zoals koekeboterhammen of retteketet sjing-boem. Of nieuwe woorden uit nieuwe, onbekende werelden. Jeroen van Heemskerck Düker: ‘Het heeft voor mij iets te maken met een esthetisch genoegen, sommige woorden zijn zo mooi. Mocassin en carrousel, twee woorden met dubbele medeklinker op een plek waar je ze niet verwacht.’

Anderen in zaal Axel vinden perfect spellen een ‘uitdaging’ en een ‘sport,’ ‘Omdat het nooit klaar is,’ zegt Rien Wisse, ‘spelling is nooit af.’ Zeker in deze tijd niet. Veel sneller dan vroeger, toen er maar om de zoveel jaar een nieuwe editie van Van Dale en Het Groene Boekje uitkwam, worden nieuwe woorden toegevoegd aan de Nederlandse taal, soms zelfs dagelijks. Kijk maar naar woorden als momfluencer, walkingdinner, pokébowl, wabi-sabi. En bijvoorbeeld van oorsprong Engelse woorden worden veel sneller dan vroeger als ingeburgerd beschouwd en op z’n Nederlands geschreven, zoals qualitytime, humanresourcesafdeling, of copen, ergens mee omgaan. De Nederlandse taal heeft nog een extra moeilijkheidsgraad, waar ook de meer exacte spellers, die juist van spelling houden vanwege de regels en wetmatigheden, mee te maken krijgen. Onze taal kent lekker veel onlogische spellingsregels. Alleen al die onvoorspelbare tussen-n. Of neem bijvoorbeeld zo’n woord als Vinex-wijk. Mét koppelteken, hoewel we een samenstelling met een verkorting – zoals hifiketen – gewoon aaneenschrijven. Maar, zegt regel 6H in Het Groene Boekje, niet als die verkorting begint met een hoofdletter. Dat soort dingen. De taal zit er vol van.
Jeroen van Heemskerck Düker zegt ten slotte: ‘Het is gewoon leuk om met spelling bezig te zijn. En ik moet zeggen,’ hij lacht, ‘ik kan gewoon niet zoveel. Maar toen won ik een keer het Almeers Dictee en dacht ik, dit kan ik en ik vind het geweldig. Al is het heel moeilijk om in deze club boven de middenmoot uit te groeien. Dan moet je bijna elke dag in de Van Dale lezen.’


dinsdag 5 november 2024

3690 Dictee dinsdag 05-11-2024 (1) – dictee – Groot Abcouder Dictee 2024 √

Dictee – dictees [3690]

3690 Dictee dinsdag 05-11-2024 (1) – dictee – Groot Abcouder Dictee 2024

Groot Abcouder Dictee 2024

‘t Schilderachtige Gein (auteur: Bob Zevering)

De 57 genummerde rode items moesten worden ingevuld. Beter gezegd: op een ‘modelinvulformulier’ waren die items door een 5 letters brede onderstreping vervangen. De juiste schrijfwijzen moesten op een aparte bijlage met 57 genummerde en paginabrede onderstrepingen worden ingevuld.

Commentaar in blauw.

Rein: 2 fouten, zie rood 1 en 2 tussen […].

1. Vanaf het 1 ongelooflijk/ongelofelijk (vreemd dat beide vormen werden goedgerekend, omdat er verschil in uitspraak is!) mooie dorpje Abcoude 2 meandert (bochtig door het landschap kronkelend) het riviertje ’t Gein door een
3 oer-Hollands landschap naar Weesp. In het weekend een geliefde wandelroute waar wandelaars en 4 langeafstandslopers (GB ook zonder s) 5 van heinde en verre naartoe komen. Na hun wandeling rusten ze uit en eten ze bij hotel De Witte Dame waar ze 6 chic (schrijf wat je hoort, ook bij chique) kunnen dineren. Op ’t Gein zelf is het onderwijl een komen en gaan van bootjes, 7 kanoërs en suppers (suppen = met surfplank en peddel) die naar 8 hartenlust van de omgeving genieten. In een weiland naast het riviertje staat een grote 9 yurt/joert (voorgelezen yurt – uh, dus joert oe is eigenlijk niet goed – wel: yurta met oe) waar Arie Boomsma als onderdeel van zijn 10 wellnesssessies bezig is met 11 ayurvedische yoga (geneeswijze India).

2. 12 Doordeweeks (begin zin!) is de route zeker niet minder druk. Bij De Witte Dame kwetteren 13 larmoyante (huilerig, klagend), 14 frêle (broos, tenger, teer) 15 fietssters 16 jeremiërend (klagend) over 17 teloorgegane (ww. teloorgaan = verloren gaan) liefdes terwijl slungelige 18 adolescenten (VD: 15-20 jaar) 19 gezamenlijk 20 woordeloos staan te 21 whatsappen voordat ze 22 in groten getale op hun roestvrijstalen 23 oma’s-fietsen, e-bikes, 24 MTB’s (mountainbikes, mtb = motortorpedoboot), fatbikes, 25 et cetera naar de middelbare school in Weesp fietsen.

3. Terwijl de kinderen langs de boerderijen en 26 maneges fietsen, nemen ze tijdens 27 over-en-weergepraat (over en weer + gepraat) hun hele bestaan 28 exhaustief [1, verkeerd voorgelezen, ik ken het woord maar kwam niet verder dan: exultief, bestaat niet – correcte uitspraak: èhk-sau-stief] door. Vooral de jongens trachten heel 29 relaxed (bijwoord) over te komen op hun fatbike al hebben ze helemaal niet zo’n 30 relaxte (als bnw. gebruikt) houding op zo’n fiets. Vanwege de vele 31 precaire (zorgelijk) situaties met fatbikes, is het de vraag welk voertuig de jongens gaan gebruiken als 32 verordonneerd wordt dat je onder de 16 jaar geen fatbike meer mag besturen. Niet alle kinderen fietsen naar school. Er zijn ook 33 patjepeeërs (patsers, onbeschaafd) die zeggen dat hun kinderen niet door het 34 takkeweer (heel slecht weer) hoeven te fietsen en die krijgen dan een 35 ov-jaarkaart.

4. Fietsen langs ’t Gein is overigens niet ongevaarlijk, vooral als 36 gestreste (wel: de stress, maar stressen, ik stres) chauffeurs die het 37 fileleed proberen te omzeilen, de maximumsnelheid zwaar overschrijden en de fietsers maar 38 ternauwernood (net) weten te passeren. Ik wil deze chauffeurs niet 39 zwartmaken (een slechte naam bezorgen, wel: zwart verven = zwart maken) maar dit 40 onoorbare [onbehoorlijk] gedrag valt niet te 41 vergoelijken en te 42 bagatelliseren en daarom wijs ik hun roekeloze gedrag 43 hartgrondig (uit het diepst van het hart) af.

5. Langs ’t Gein zijn een paar traditionele molens te vinden. Deze molens, waaronder de schilderachtige, alom bekende Mondriaanmolen zorgden vroeger voor de regulering van de waterstand in de polder. Tegenwoordig wordt dit via grote 44 elektrische gemalen gedaan. De Mondriaanmolen is nu te huur als 45 vakantieaccommodatie. De provincie heeft onlangs plannen aangekondigd om bij ‘t Gein nieuwe, 46 ontiegelijk (niet: ontieglijk) hoge, moderne windmolens te willen plaatsen. Nu moet eerst 47 poolshoogte worden genomen om te bepalen of de 48 begrote (bnw.) opbrengsten van de molens wel opwegen tegen de schade die zo wordt toegebracht aan ons culturele erfgoed.

6. 49 Temeer (begin zin) omdat de gevolgen van de plannen wel erg 50 ambigu (betekenis: dubbelzinnig – schrijf wat je hoort – anders: ambigue – vgl. chic en chique eerder) zijn. Critici hebben geen 51 fiducie (vertrouwen) in de plannen. Een 52 furieuze (woedend, boos) actievoerder zegt dat de provincie zich 53 vergaloppeert [2 d! – met dat aparte formulier voor de invulwoorden raak je de context een beetje kwijt; als ik bij de laatste voorlezing van alle invulitems wél de gehele tekst erbij genomen had, had ik mogelijk nog ontdekt, dat dit gewoon tegenwoordige tijd is) met de plannen en dat er een fout 54 vanjewelste wordt gemaakt als de molens er komen. Voorstanders 55 daarentegen, wijzen op de noodzaak van nieuwe 56 energieoplossingen. Wat de uitkomst wordt, is op dit moment 57 koffiedik kijken (wel: koffiedikkijker(ij)).


woensdag 30 oktober 2024

3689 Dictee woensdag 30-10-2024 (2) – dictee Oefendictee oktober 2024 (1), tevens Dictee van de Dag 1176 √

Dictee – dictees [3689]

3689 Dictee woensdag 30-10-2024 (2) – dictee Oefendictee oktober 2024 (1), tevens Dictee van de Dag 1176

Oefendictee oktober 2024 (1)

Dictee van de Dag 1176

1. De bietenberg opgaan is opwaarts, de dieperik in gaan is neerwaarts [maar weer: de mist ingaan]. Problemen plenty, galore, in overvloed. Hij heeft zijn gebronsde hoofd gefronst. Er werd giraffengazellesteak geserveerd. Heb jij ook zo’n X-account waarmee je kunt x’en? Zij zit op de gymnasiumbèta-afdeling. In die Harry Potterserie zie je heel vaak een harrypotterbrilletje. Heavy metal, black metal, dark metal, rest aaneen! Het HP-virus of HPV staat voor humaan papillomavirus (o.a. baarmoederhalskanker). Ik houd huis houdt in dat ik huishoud. De ausputzer ging als een houwitser tekeer. Heeft Ilja Leonard Pfeijffer ooit pfeiffer (de ziekte van Pfeiffer) gehad? Tegen een trekdier zeg je ‘hortsik’, tegen een geit ‘hort sik’. Een IM is een ingezonden mededeling, een i.m. is een in memoriam. Avoir toute honte bue: de schaamte voorbij zijn. We schrijven koot-en-biegehalte en dus ook
jacobse-en-van-esachtig. Der jüdische Selbsthass, oké?

2. Het is: een janpotage en een jean potage (lang’ is ‘los’). Naast de trùk’i pan speelde een ka’i òrgel. Je kon wel spreken van een klezmerrage. Zijn er clicksongs in een kliktaal (bv. Xhosa)? Kneippen (een kneippkuur doen) is dat in de knijp zitten? Nee. GB heeft ‘wereldst’, maar VD ‘meest werelds’, VD heeft ‘meest Italiaans’, GB ‘Italiaanst’. Burrata is Italiaanse verse kaas gemaakt van mozzarella en room. Met ‘caprese’ wordt aangeduid (van Italiaanse gerechten): met tomaat en mozzarella. Stracciatella is 1) chocolade in flinterdunne reepjes, door bv. ijs of vla, maar ook 2) met (melk)wei en room aangelengde reepjes mozzarella. Ook provola is een buffelkaas. Ik ben een verkeerdegewoontemens. Toen ik eens de sleutel niet in mijn broekzak kon doen, was een broekzak-jaszakverwisseling niet aan de orde. Na mijn propjes heb ik ooit kantje boord mijn kandjes gehaald.

3. Uit de doos van Pandora kun je van alles tevoorschijn toveren. Zo heb ik met mijn trukendoos getruukt met een trucje een truckje tevoorschijn getoverd. De laatsterustplaatslocatie van X was op het houtenjassenpark te Y. Zij zei “Schijt!” toen ze de scheit en de gaap zag. De kobold leerde dat element Co (27) kobalt is. CO staat voor Columbia of voor koolmonoxide. Dank je de koekoek, ik lust geen koekebrood. Bij de Kol Nidree/iviering wordt het kol-nidree/igebed [streepje, omdat ‘kol nidree niet uit het Nederlands of Engels komt, maar uit een andere taal – Hebreeuws!] gebeden. Kort gezegd: hij is een kossaard, een keuterboer. Met *saart alleen (VD, in GB niets): kassaart = eierstruif, spekpannenkoek (kassaart geven = congé, ontslag) en ossaart = kwel/watergeest. Een kraplat is een keeplat of krappellat. Kwassiehout komt van de kwasibita. Dat hek is lamdicht. De lansiers dansten de lanciers, de quadrille des lanciers. De landbouwers reden in een landauer.

4. Die lange wapper kende het Antwerpsefolkloreverhaal over de Lange Wapper. Een lapsus calami is een schrijffout. Die limbo komt uit Limbabwe. Bordeelsluipers of bordeelschuivers zijn (schertsend) suède herenschoenen (met crêpezool). Een rib is een rigid inflatable boat: een speedboot bestaande uit een platte, veelal aluminium romp met daaromheen een met lucht gevulde rubberen band. Een rubberen robbie is genoemd naar de muziekgroep Rubberen Robbie, die m.n. in de jaren tachtig bekende nummers coverde en parodieerde: iemand die niet principieel is, maar handelt uit opportunisme. Onze kinderen zijn van de rubberentegelgeneratie. Een wellington is genoemd naar de eerste Duke of Wellington: een rubberen regenlaars of een hoge laars tot over de knie.

5. L’enfer, c’est les autres [GB, VD: A – alleen in een letterlijk citaat]. C’est la vie: such is life (het is nu eenmaal zo). L’état, c’est moi (Lodewijk XIV). Een loganbes is (vrucht van een) plant die verkregen is door kruising van bramen en frambozen. Een locofaulisme is een plaatsbepalend scheldwoord [Amersfoort: keientrekkers, Middelburg: maneblussers]. Hij heeft noodzakelijkerwijs veel geloenst. De Lord Kanselier is vast geen Lord Wanhoop. Een kleine lord is een kind dat erg verwend is, of erg mooie kleren aanheeft. Heenstappen is weggaan en zeker niet luchthartig over iets heen stappen. Je kunt ook over je eigen schaduw heen stappen. De luit klinkt luid klinkend en helderklinkend. Hij mansjte ons om de mans goed te vullen. De chasselas is een wijn(stok). Een chassene [chah-suh-nuh] is een Joods huwelijksfeest, bruiloft. De mati [lesbienne] had veel matties [vrienden].

6. Er is daar geen maximehandhaving [grondstelling, stelregel]. Op *kus veel samenstellingen met kus. Verder: AUKUS staat voor Australia, United Kingdom, United States: verdedigingspact tussen Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Ook: basralokus (boom, hout). Die Kraniche des Ibykus: een betekenisvol toeval, een vingerwijzing Gods. Ook krokus en (kunst)muskus. Skus is ‘excuse’ bij tarot. Die krokus is mooi! Lokus, lokust, lokusboom: Surinaamse teak. En ten slotte: mortelefitikus of mortjes is dood. GB heeft o.a. nog goedenachtkus en Adekus of AdeKUS (Anton de Kom Universiteit van Suriname – ook: Adek). Verder dus alles met *cus! Een ms is een motorschip. In een wannabesituatie zou ik graag dat wannahaveartikel bezitten. MvM is Moeders voor Moeders en de MVM was de Man-Vrouw-Maatschappij (feministische actiegroep, Joke Kool, Hedy d’Ancona). Et cetera kort je af tot etc. He was net niet bedorven (bnw.) na de net-nietramp (znw.). Een NIPT-test is niet-invasief (en prenataal). Hij is een nicht, hij komt van Nigtevegt.

7. Die nonouders [nu of nooit] zijn beslist geen
non-valeurs [
nietsnut – die nietsnut is niets nut]. Wil je niet dat non-voorbeeld gebruiken? Wat gooide je daar in een van die nymfaea? Hij is typisch zo’n oekazeregent. Als je het over een ogief of ogieven hebt: ogivaal, de ogivale stijl: spitsbogenstijl. De vervoeging van ontchiquen: ik ontchic, zij ontchiquen, u ontchicte, die aanduiding is ontchict. Orecchiette of oortjespasta heeft de vorm van oortjes. Het oord, de oorden, een oord/tje heeft een geldswaarde: samenstellingen altijd met een d! Een oortjesverbod heeft daarmee niets van doen! Ze moesten eerst opvaren naar Hoek van Holland; daarna zouden ze de zee op varen. De Maagd van Orléans (Jeanne d’Arc) droeg orleansen kleding, maar was gaan orleanist. Helemaal mee eens: o zo Koos! Het is onontko(o)mbaar, maar voorko(o)mbaar [GB 2024]. Taalunie: we hebben nu
-kombaar en -koombaar tot synoniemen verklaard!

8. Een parousie is glorieuzer dan een paraissance. De
para-influenza is de door een paramyxovirus veroorzaakte luchtweginfectie. Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen (
als Pasen op een vrijdag valt, nooit, met
sint-juttemis
), zal hij zijn Pasen en Pinksteren laten zien. De pâté de foie gras [ganzenleverpastei] kun je eten, pâte de verre niet. Pik à pik zijn, is op gespannen voet staan. Nee, geen pisco sour, doe mij maar een pinot meunier. Pokopoko, dat zal toch wel poco a poco zijn? Poppy is van muziek zeer populair en commercieel. De risee kende de portee van zijn optreden niet. Hij is praesens absens, er met zijn gedachten niet bij, verstrooid. Is pyrazool een combinatie van pyrrool en azool? Nee.