Dictee – dictees [2379]
Vragen en opmerkingen: leentfaarrein@gmail.com
Oefendictee 532 OUD, geheel herzien naar situatie 2021
Dictee van de dag (325)
1. De kabbala is de geheime leer en mystiek van de joden in de middeleeuwen. Hij was weer Joppie [het kind van de rekening]: hij kreeg het joppie [karweitje] niet. De jonge turken worden ook wel als de jonge wolven aangeduid. Nee, niet je oom, maar: Jom Haätsmaoet (Israëlische onafhankelijkheidsdag, de dag waarop gevierd wordt dat de staat Israël werd uitgeroepen), Jom Hasjoa (dag waarop de vervolging en de moord op de Joden in de Tweede Wereldoorlog worden herdacht), Jom Hazikaron (dag waarop degenen worden herdacht die vielen in Israëls oorlogen, met name de onafhankelijkheidsoorlog, en in andere militaire acties, ook: Rosj Hasjana, Joods Nieuwjaar) en Jom Kipoer (de Grote Verzoendag, de plechtigste dag van het joodse jaar). Ik jojode, waarna ik mijn haar shampoode. De geshampoode coach werd door de spelers gejonast en gejojood. Door zijn jumelles [mv., toneelkijker, dubbele verrekijker] keek hij naar het toneel. Zou hij het journey's end (het einde van de reis – nog als Engels ervaren) ongeschonden halen?
2. Als je jus [joes] gestudeerd hebt, ken je de volgende termen: jus avocandi (oproepen onderdanen in den vreemde voor militaire dienst), jus circa sacra (staat regelt wereldlijke aangelegenheden van kerken), jus civile (burgerlijk recht), jus commune (gewone recht), jus constituendum (wenselijk recht), jus constitutum (geldende recht), jus criminale (strafrecht), jus de non evocando (verbod van evocatie, het recht om alleen voor rechtbanken in het eigen land te hoeven verschijnen), jus docendi (recht om onderwijs te geven), jus d'orange (sinaasappelsap), jus gentium (volkenrecht), jus in sacra (het recht van de vorst of de staat in kerkelijke zaken, godsdienstzaken), jus non scriptum (ongeschreven recht, gewoonterecht), jus possessionis (bezitsrecht), jus possidendi (eigendomsrecht), jus [oe] primae noctis (recht op de eerste nacht – van de bruid door de heer van de onderhorige, droit de cuissage, droit du seigneur) en het bekende jus publicum (publiekrecht).
3. Verder: jus promovendi (recht om te mogen laten promoveren), jus quaesitum (verworven recht), jus sanguinis (recht op burgerschap op grond van het afstammingsbeginsel), jus scriptum (geschreven recht), jus soli (recht op burgerschap op grond van het territorialiteitsbeginsel), jus suffragii (stemrecht, denk aan de suffragettes), justa causa (een grond voor gerechtelijke actie) en jus talionis (recht van vergelding, volgens het beginsel van 'oog om oog en tand om tand'). Beredeneer, wat wetstratees zou kunnen zijn. Parlement, Wetstraat, Brussel. In het proces-verbaal (afkorting: pv) stond: een geüniformeerd persoon heeft onwelvoeglijke taal geuit. Een netpython heet ook wel Schneiders python. Het pythisch orakel voorspelde de winnaars van de Pythische Spelen [om de 4 jaar, monster Python]. Dat zijn trouwens niet de Isthmische Spelen [om de 2 jaar]. Een jab [dzjèhp] is een punch, maar die kun je niet drinken (wel incasseren); krambamboeli als punchdrank wel.
4.
Het j'accuse (een
door verontwaardiging ingegeven protestbrief of pamflet tegen een
misstand) klonk overtuigend. Het
jabotje [geplooide
strook] komt bij dames- en
herenkleding voor. Een griot is een jali, een troubadour, een griotje
een dropje en een griotte een zure kers. Niet alle jaknikkers zijn
ja-stemmers. Een scala caeli is een jakobsladder, 'Rorate coeli
desuper' [aaneen]
betekent (archaïsch):
'Dauwt hemelen, uit den
hoge'. Jaks zijn buffels, knorossen, bromrunderen. Het
jamesdeaneffect [vroeg
dood --- > mythe] is nu
eenmaal geen James Bondachtig verschijnsel. Op Java genezen ze je met
jamu [mengsel van
geneesmiddelen]. De
jantjes-goddome [vloekt
altijd] verstoorden de goede
sfeer. Wat is een kleinjantje [vogel:
winterkoning]? Een jansalie
[droge, vervelende
vent] vertoont jansaliegeest
[lamlendigheid].
Een janmaat is een matroos. Een jean potage [lang is los] is een janpotage
[hansworst].
'Jaquemart' [slaat
de uren op een klok] wordt heel
vaak fout geschreven – vgl.
jacquard(machine),
Jacquerie (boerenopstand
Parijs, 1358)
en jacquet. Jantje huilt, Jantje lacht [huilt
gauw, lacht gauw], is iets anders
dan een
jantje-lacht-en-jantje-huilt [kaatsbal
met twee gezichten]. Wie kaatst,
moet immers de bal verwachten. Een hof van Jan Vlegel is een cour de
père Duchesne [èhn]
[daar opgevoed,
dan ben je lomp, onbeschoft].
Toppunt van decadentie: jarretellengordel [jarretel + len is gangbaarder dan jarretelle + n/s] van smaragd.
5. Bij het kunstschaatsen maakte hij een dubbele rittberger [om de as draaien en achteruit verder]. Angst voor vrijdag de dertiende is paraskevidekatriafobie. Het KMarns is het Korps Mariniers. Een amorce is een klappertje. Hij verdient krediet: hij waagde tenslotte (ten slotte) nog een alles-of-nietspoging [alles of niets]. Bij de shoot-out van een dictee in Breskens gaf 'hexakosioihexekontahexafobie' (angst voor het getal 666, dat ergens in de Bijbel een rol speelt) de doorslag. De auteur gaf nog vier toppers van zijn uitgebreide fraseverzameling [n/s] prijs, waaronder 'A.C. is appellation contrôlée', 'de dienst Gemeentewerken van Oudewater', en vervolgens 'een galjak is een breitschwanz'.
6. Het laatste (vierde) stijlbloempje ervan was 'in de chemie kun je iets sherardiseren: verzinken met zinkpoeder'. Het zal duidelijk zijn dat dit voor de dicteespecialisten was. Bij de dicteeliefhebbers passeerden tijdens de shoot-outs de revue: aanwensel (maar: voorwendsel), blocnoteje (geen 'tje' omdat je 'blohk-noot' uitspreekt), ecstasy (de afkorting xtc mocht niet), hasjiesj (denk aan de laatste 'j'), eschscholtzia (tweemaal 'sch') en schnauzer (zonder t). De afkorting van aanstaande is a.s. Een dajak is een grote vis. Wat zijn de Dajakse (Dayase) gewoonten? De fedajien vormen een islamitische, anti-Israëlische of antiwesterse volksmilitie. Ook bij die scheldejol die op de Schelde voer, zagen we het houarituig [oe – sloeptuig, komt van wherry, roeiboot]. Ronds de jambe komen voor bij ballet en dans. Deze inside [voor ingewijden] joke zul je niet vatten (begrijpen). Alle filles de joie [meisje van plezier, prostituee] kregen een fidejussio [schriftelijke borgstelling]. Een déjeuner sur l'herbe [picknick] haalt het niet bij een déjeuner dînatoire [uitgebreid koffiemaal dat het middagmaal vervangt].
7. Ik stuur je een pdf'je. Een di-jambe (di-jambus) is een dubbele jambe. Zuid-Duitse boerenmeisjes dragen vaak een dirndljurk (dirndlkleid, ook: dirndl). Oevers te over: vaartoever, IJ-oever (VD, - wegens hoofdletter), Eeoever, Dnjeproever en zeeoever. Een dojinshi is een Japans verhaal [gebaseerd op film of game]. In een dojang [oefenzaal] beoefen je hapkido en taekwondo. De afkorting van doctor juris is (schrijf maar op): (dr. jur. en we hebben ook nog: utriusque [in beide rechten] juris doctor – u.j.d. – en doctor juris utriusque – d.j.u.). Een ghazidsja is een heilige oorlog van moslims tegen niet-gelovigen. Een voorstadsjongere is een banlieusard [banlieue – voorstad]. Een stadsjeep is een SUV [sport (GB/VD + s) utility vehicle]. Een veldtjakker is gewestelijk een kramsvogel. De lionne du jour [heldin van de dag] nuttigde een plat du jour [dagschotel], zittend nabij de bonheur-du-jour (= bonheur, salonkastje met spiegelglas). De Tadzjiekse en Azerbeidzjaanse ambassadeurs werden uitgewezen. Deze Japanner is een karoshislachtoffer [dood door te hard werken]. Bij karottentrekken [tabak] gebruik je karottentouwen. Ik kart, hij kartte gisteren, ik heb gekart [met de kart – skelter, niet gekard met de kar ...].
8.
Ik ben snel naar huis gekard. Karyocyten zijn
bloedplaatjesproducenten en -fabrikanten. Kappersaus is geen
scheercrème [maar
eiersaus met kappertjes]. Het
kaposisarcoom is een soort van huidkanker. Met dat
kanaalzwemmen wordt zappen
[op tv] bedoeld. Stilaan (kalm
aan) produceerden de kaketoes een
kakofonie van geluiden. Is de katjangsaus [pindasaus]
al klaar? Een kadushi
[oe]
is een grote zuilcactus (Papiaments).
Het kaizen
[kaaj-zèhn]
is een Japans managementsysteem. Kajapoetiholie
is de dicteevariant van kajapoetolie. Hij is een erkend
jeremiadeproducent. De marinier zei: "Ook ons devies is 'Je
maintiendrai', ik zal handhaven." Bij een referendum kun
je ja- en nee-stemmen uitbrengen.
Staat deze jaspis [half(edel)steen]
op jaspégarenkleding? Hij liep in z'n blote je-weet-wel. Ze was
keurig gekleed in jodhpurs
[mv.
= rijbroek]. Jiujitsu beoefenen
is jiujitsuen; ninjutsu is een Japanse vechtsport. Hij beleefde geen
jouïssance [genot]
van zijn 5 actions de jouissance [recht
op overwinst]. Die Joodse feesten
zijn natuurlijk niet in de synagoge.
9. Niobes (normaal kleine letter – ook: niobe's – en: Niobe is de moeder der natiën, naties) zijn van smart versteende moeders. Wie is het kind van de rekening? Juist: Joppie. De Jurassien [Jurabewoner] leefde teruggetrokken. Bestaan er aparte juristendirkjes [directoires, vgl. dirkjesperen]? Doe mij maar een sjuutje, een jus d'orangeje. De Kaäba vind je in Mekka. Met een vileine [gemeen] blik verduisterde hij de jatschore [gestolen goed], het velijn [fijn perkament, vellum]. Eendenpaté is nu eenmaal geen pâté de foie gras [ganzenlever]. De F-16's vlogen in formatie over. Grooms [stalknecht] werken in de stal of in het hotel. Elk van de partijen was mi-parti [bnw. – voor de helft] deelhebber. Met miosis wordt pupilvernauwing bedoeld. Dit rondje is conto mio (mio conto – voor mijn rekening). Het moment de vérité [kritieke ogenblik in een conflictsituatie, moment of truth] was daar. Deze dombo's zijn minus habentes (meervoud van minus habens – minkukel, achterlijk). De minstreel van Kennemerland, dat was Hofdijk. Kiesjeliesj, dat zijn hamansoren [gefrituurd dik deeg, Poerim]. Een kiebitzer [toekijker met ongevraagd commentaar] kan goed kiebitzen. De gele kiek (niet meer in VD, wel: wilde radijs) is de knopherik, de witte kiek (niet meer in VD) het look-zonder-look, knoflookkruid. Het kavalje [oude, lelijke vrouw] vertrok halje travalje [inderhaast], zonder medaille (VD, volkstaal: medalje).
10. De kie [kaa-ie-ee] is kunstmatige inseminatie met sperma van de echtgenoot. Dat gebeurt meestal niet in een ki-station [voor koeien], vergelijk ook k.i.d. - donor. Een khimar is een hoofddoek van traditionele moslima's [bedekt ook de boezem]. In het computergeheugen kunnen queues worden gemaakt: dat heet queueën, ook als het aansluiten in een rij is. Een queue de cheval is een paardenstaart, een queue de Paris een tournure [opgevulde drapering om een damesjapon]. Een Kema-keur [Instituut voor Keuring van Elektrotechnische Materialen] krijg je niet, dat moet je verdienen (net als een KOMO-keur – Keuringsorganisatie Materialenonderzoek). Een loerah (kepala kampong) is een Javaans dorpshoofd. De Kerkelijke Staat was de voorloper van Vaticaanstad. Is het kasjroet [geheel van joodse spijswetten] bankroet [faillissement]?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten