dinsdag 3 maart 2015

0533 Dictee woensdag 04 mrt 2015 (1): dictee 820 (deel 1) √

Dictee - dictees [0533]

Oefendictee 820 (deel 1)

Dictee 820, alinea 1 t/m 3.

1. Demaquilleren is afschminken. Logenstraffen is loochenen. Het denim dankt zijn naam aan 'serge de Nîmes'. Een depositeur deponeert iets bij een depositaris of dépositaire. De beginwoorden van psalm 130, een van de boetpsalmen, zijn 'de profundis' [uit de diepten]. Met driekoningendag wordt Driekoningen bedoeld. Een doesoen is een desa. In deshabillé [nachtkleding] ben je en déshabillé [ongekleed]. Desktoppublishing wordt afgekort tot dtp en desoxyribonucleïnezuur [DNZ] tot DNA [deoxyribonucleic acid]. Een De Standaardfotograaf zou komen. Kinderen, vandaag oefenen we de developpé [ballet]. Deze zelfde dag nog zal het gebeuren. Een dewarvat [principe thermosfles] past beslist niet in een deweysysteem [decimale classificatie boeken]. Afvalvet heet dégras. Op de dhow [tra­di­ti­o­neel Ara­bisch zeilscheep­je] kreeg hij een douw en gleed uit over de dauw. Digereren is spijs verteren. Op het Oud-Romeinse graf stond D.M.S. [Di­is Ma­ni­bus
S
a­crum
= ge­wijd aan de ge­hei­lig­de ge­dach­te­nis
].
Dikopermono-ijzertetrasulfostannaat is stannien oftewel tinkies.

2. Een dinch is diner en lunch tegelijk. Castor en Pollux staan bekend als de Dioscuren. Laat hem maar met zijn dinky toys. Ze hebben daar een poolbiljart (lijkt op snooker). Er zijn op onze aardkloot vast geen biljard biljarts. Enkele biljarttermen: acquit(stoot) (beginstoot), amorti (geamortiseerde stoot; amortiseren = de speelbal stilleggen door met deze een aangespeelde bal vol te raken), aramith (kunststof voor biljartballen), bloque (een rechtuit, met forse stoot te maken of gemaakte bal), café billard (biljartcafé), carotte(spel) (uiterst verdedigend), collé(bal) (vast tegen de band), deinzen (een deins stoten: de gespeelde bal kaatst tegen de aangespeelde bal en komt terug zonder de band te raken) en doubleren (een biljartbal zo stoten dat hij na raken van de tweede bal nagenoeg niet van zijn baan afwijkt).

3. Verder: bricoleren (over de band spelen), cadre (kader), fausse queue (stoot waarbij de keu ketst, misstoot), KBBB (Koninklijke Belgische Biljartbond), een keu maken, een biljartje leggen, het libre, lossebandstoot, masqué (door een ervoor liggende bal niet bereikbaar), massé (kopstoot), moyenne (gemiddelde), par bricole (over de band, figuurlijk: achterbaks), par pistolet (uit de losse hand gestoten, zonder op het biljart te steunen), piqué (stoot met ongeveer verticale keu waarbij de bal terugkeert in de lijn van het gegeven effect), piqueren (een piqué maken), pomeransen (een bal stoten onder zijn zwaartepunt, zodat hij terugrolt), raccroc (geluksstoot), rotterdammertje (naam voor biljarderen, de bal tweemaal raken met de keu) en touché (uitroep bij raken speelbal met de keu of anderszins voor men de bal speelt).

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten